Ondanks het dringende advies om zo min mogelijk frisdrank te nuttigen, stijgt de wereldwijde consumptie al meer dan 50 jaar. Wetenschappers zochten uit waarom.
Op een snikhete dag op het terras is het soms heerlijk verfrissend: een ijskoud colaatje. Ook andere frisdranken, zoals sinas, 7-up, tonic en bitter lemon lusten de meesten graag. Gezond zijn deze dranken echter niet. Ondanks het dringende advies om zo min mogelijk van dergelijke koolzuurhoudende frisdranken te nuttigen, stijgt de wereldwijde consumptie al meer dan 50 jaar rap. Waarom toch? En wat kunnen we eraan doen?
Overmatige consumptie
Natuurlijk kan af en toe een verfrissend colaatje niet zoveel kwaad. Maar wanneer je echt te vaak frisdranken nuttigt, kan dit wel degelijk gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Frisdrank bevat namelijk veel suiker en dus veel calorieën. “Het drinken van veel frisdrank vergroot de kans op overgewicht, diabetes type 2 en is in eerdere studies in verband gebracht met slechtere schoolprestaties,” vertelt onderzoeker Joshua McGreen in gesprek met Scientias.nl. Bovendien zijn de zuren in frisdrank slecht voor je gebit en krijg je er eerder gaatjes van.
Wat is teveel?
Mede om deze redenen luidt het algemene advies om niet ’teveel’ frisdrank te drinken. Waar precies de grens ligt? De WHO raadt aan om niet meer dan 25 gram toegevoegde suikers (dat zijn ongeveer zes theelepels) per dag te consumeren. En daar zit je toch al gauw aan. “In één blikje cola zit bijvoorbeeld al 39 gram suiker,” zegt McGreen. “Dus zelfs één colaatje overschrijdt eigenlijk al deze dagelijkse aanbevolen hoeveelheid.”
Stijgende consumptie
Toch blijft de verkoop van koolzuurhoudende dranken wereldwijd stijgen. Blijkbaar vinden we het, ondanks het groeiende aanbod van gezondere drankjes, nog altijd lastig om voor laatstgenoemden te kiezen. Maar waarom? Een belangrijke vraag om te beantwoorden. Want om mogelijkheden te bedenken om de stijgende trend een halt toe te roepen, moeten we eerst weten wat er aan die keuze voor frisdrank voorafgaat. “In onze studie hebben we daarom het mogelijke mechanisme dat ten grondslag ligt aan de consumptie van frisdrank onderzocht,” aldus McGreen.
Onderzoek
Het team besloot het frisdrankgebruik van 120 universiteitsstudenten tussen de leeftijd van 17 en 25 jaar te bestuderen. Een logische keuze. Jong volwassenen in deze leeftijdsgroep zijn namelijk de voornaamste consumenten van frisdrank. 81 van deelnemers waren vrouw, 38 man.
Twee zaken
Het onderzoeksteam ontdekte dat er eigenlijk twee zaken aan hun keus voor frisdrank ten grondslag liggen. “We vonden dat een onbewuste, positieve beoordeling van zogenoemde ‘frisdranksignalen’ geassocieerd was met het nuttigen van meer frisdrank,” vertelt McGreen. Anders gezegd, een waarschijnlijke factor die bijdraagt aan de toename van de consumptie van frisdrank, is mogelijk herhaalde blootstelling aan bepaalde ‘signalen’. Frisdranken zijn bijvoorbeeld in groten getale op de markt en eigenlijk overal wel te koop of te verkrijgen. Denk bijvoorbeeld aan supermarkten, buurtwinkels, snoepautomaten of in benzinestations.
Bovendien hebben sommige frisdranken een jong en cool imago. “Marketingcampagnes brengen frisdranken bijvoorbeeld in verband met positieve emoties, zoals ‘cool zijn’, ‘plezier hebben met vrienden’ of zelfs ‘geluk’,” aldus McGreen. Hierdoor velden de studenten eigenlijk automatisch een positief oordeel over frisdrank. “Verder ontdekten we dat een slechte, zelfregulerende, remmende controle invloed had op de keuze voor frisdrank,” gaat McGreen verder. “Maar dit gold alleen voor mannen.”
Wat te doen?
De vraag is nu wat we aan de stijgende verkoop van frisdrank kunnen doen. Een vaak genoemde insteek is het heffen van een suikerbelasting. Toch is McGreen niet overstag. “Ik weet niet of er op dit moment een beste manier is om de consumptie van frisdrank te verminderen,” zeg hij. “Hoewel het heffen van belasting op frisdranken één strategie is, pakt het niet de onderliggende mechanismen aan die de consumptie van frisdrank stimuleren, noch stelt het individuen in staat om hun eigen consumptiegedrag te reguleren. Daarom onderzoeken we nu andere mogelijke methoden om de consumptie van frisdrank terug te schroeven.”
Volgens de onderzoekers brengt de studie ons dichter bij het vinden van nieuwe en toegankelijke methoden om consumenten die actief willen proberen hun frisdrankinname te beperken, een handje te helpen. “De resultaten laten de twee voornaamste doelen voor het verminderen van de consumptie van frisdrank zien,” zegt McGreen. “Het gaat dan met name om het verminderen van de positieve beoordeling en het versterken van de zelfregulerende controle.” De onderzoekers zijn van plan volgend jaar hun studie uit te breiden en verder te speuren naar gerichte interventies. “Misschien is daarbij wel een taak weggelegd voor gebruiksvriendelijke mobiele apps,” besluit McGreen.