De zoveelste teamvergadering, voortgangsrapportage of jaarplanning, het is niet altijd makkelijk om de intellectuele uitdaging te blijven vinden in je werk. Toch moet je dat misschien wel proberen, want mensen die cognitief stimulerend werk doen op middelbare leeftijd, hebben later minder kans op dementie.
Dat blijkt uit onderzoek van de Columbia University waarbij voor het eerst objectieve metingen zijn gedaan in plaats van uit te gaan van subjectieve evaluaties achteraf. “Onze studie benadrukt het belang van geestelijk uitdagend werk om later in het leven cognitief goed te blijven functioneren”, vertelt professor Vegard Skirbekk, die het onderzoek bedacht.
Routinetaken
De onderzoekers verzamelden data van een landelijke Noorse database en koppelden die aan beroepskenmerken van meer dan driehonderd banen. Ze berekenden de zogenoemde Routinetaak-intensiteitsindex (RTI) als een maatstaf voor de cognitieve vereisten die een bepaalde baan stelt. Een lagere RTI wijst op meer cognitief uitdagend werk. De taken zijn dan immers minder routineus.
Zo ontstonden er vier verschillende groepen gebaseerd op de mate waarin het werk dat de deelnemers tussen hun dertigste en zestigste uitvoerden, routineus van aard was. De onderzoekers vergeleken deze gegevens met het aantal mensen van boven de zeventig dat last had van milde cognitieve achteruitgang en dementie. Ze corrigeerden voor bekende risicofactoren van dementie, zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, inkomen, algemene gezondheid en leefstijl.
Enorm verschil
De resultaten waren extreem: de groep met de minste cognitieve uitdaging op het werk liep 37 procent meer kans op dementie vergeleken met de groep bij wie hun baan juist hoge cognitieve eisen stelde. “Opleidingsniveau speelde ook een grote rol bij dit verband. Het maakt duidelijk dat zowel opleiding als de complexiteit van een baan van invloed zijn voor het risico op milde cognitieve achteruitgang en dementie”, aldus onderzoeker Trine Holt Edwin.
Het is op verschillende vlakken een belangrijke aanvulling op het bestaande onderzoek. “Ten eerste zijn cognitieve eisen in een baan meestal in retrospectief bestudeerd via subjectieve evaluatie. Ten tweede konden we gebruik maken van de grote hoeveelheid Noorse registratiedata van de beroepsgeschiedenis van mensen, wat het bewijs versterkt”, reageert een andere onderzoeker.
Rekenen of schrijven
“In het algemeen toont onze studie aan dat grote cognitieve uitdaging op het werk gerelateerd is aan een lager risico op dementie op latere leeftijd”, besluit Skirbekk, die nogmaals benadrukt dat ook opleiding daar een cruciale rol bij speelt. “Maar er is meer onderzoek nodig om deze bevindingen te bevestigen en de specifieke cognitieve eisen vast te stellen die het grootste voordeel opleveren voor een goede cognitieve gezondheid op latere leeftijd.”
Want dat is een belangrijke beperking van het onderzoek. Behalve dat er geen direct verband is aangetoond maar enkel een relatie, maakt de studie ook geen onderscheid tussen verschillende cognitieve vereisten en is niet gekeken naar de ontwikkeling van een baan in de loop der jaren. Het kan bijvoorbeeld veel uitmaken of de uitdaging op je werk hem zit in dat je veel ingewikkelde berekeningen moet maken of dat je bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid hebt over een groot team.
Puzzelen
Hoe dan ook is het een belangrijke conclusie, omdat er al langer wordt gedacht dat cognitieve uitdaging de kans op dementie verkleint. Maar of je daarvoor bijvoorbeeld al vroeg in het leven je hersenen moet uitdagen, zoals deze studie beweert, of juist op latere leeftijd beter veel kunt gaan puzzelen, daarover was nog weinig bekend.
Dementie is een niet te onderschatten probleem voor de volksgezondheid. Een op de drie vrouwen en een op de zeven mannen krijgt de ziekte. Het aantal Nederlanders met dementie is door de vergrijzing al verzesvoudigd, van 50.000 in 1950 tot 290.000 nu en dat aantal loopt waarschijnlijk op tot 500.000 in 2040.
Eerder schreven we al hoe Oxford-wetenschappers 161 risicofactoren onderzochten. Denk aan bloeddruk, cholesterol, diabetes, gewicht, alcoholgebruik, roken, depressie, ontstekingen, vervuiling, gehoorverlies, slaap, sociaal contact, eetpatroon, lichaamsbeweging en opleidingsniveau. Drie factoren sprongen eruit: diabetes, verkeersgerelateerde luchtvervuiling en alcoholgebruik. Hier lees je er meer over.