Het lijkt vanzelfsprekend dat we op 25 en 26 december kerst vieren, maar eigenlijk zijn het vrij willekeurige data, die heel weinig met de geboortedag van Jezus te maken hebben. En sowieso: je kunt maar op één dag worden geboren dus waarom hebben we twee kerstdagen? We spraken erover met historicus Bart Gielen.
Dat we kerst eind december vieren danken we mede aan de Germanen. Die hadden het Joelfeest dat rond 21 december, de kortste dag van het jaar, van start ging. Deze party begon tijdens volle maan en hield twaalf dagen aan. Naast feestvieren was het ook een periode van bezinning. In voorchristelijke tijden werden ten tijde van de midwinterzonnewende al eiken versierd met lichtjes en met vruchten. “De Germanen geloofden dat geesten van overledenen tijdens het Joelfeest zouden terugkeren en boze geesten dan zouden verdwijnen. In die zin was het Joelfeest dus ook een viering van het licht”, legt Gielen uit. Een populaire verklaring van het woord Joel is dat het afkomstig zou zijn van het Oudnoordse hjól, dat wiel betekent. “In dit geval het zonnewiel dat op zijn laagste punt staat en dus klaar is om weer te gaan klimmen.”
Handige marketing
Maar daar konden de eerste christenen natuurlijk niets mee. Die wilden zo snel mogelijk een einde maken aan al die heidense feestdagen. Tegelijkertijd moesten ze ook aanhangers vinden dus wilden ze het niet al te gek maken. Het was daarom dat in het jaar 325 door keizer Constantijn werd besloten om in diezelfde periode een christelijk feest te vieren, en wel de geboorte van Jezus. Het zou iets later beginnen, namelijk op 25 december en twaalf dagen duren, tot 6 januari, met de viering van Jezus’ doop tijdens Drie Koningen. “Het was marketingtechnisch handig om zoveel mogelijk de structuur van populaire heidense feestrituelen intact te houden. Dat 25 december werd gekozen was niet zomaar. Deze datum viel namelijk mooi samen met de viering van de Perzische hemelgod Mithra, die eveneens op dat moment plaatsvond”, vertelt de historicus. “Mithra was zeer populair bij de Romeinen die geloofden dat deze god van het licht en verbintenis wonderen kon verrichten. In de ogen van de christenen was Mithra een concurrent van Jezus. Door zijn geboortedag te vieren op 25 december was het makkelijker om mensen te overtuigen naar een andere godheid te switchen.”
Eigenlijk verjaardag in juni
Maar als er zomaar een datum werd gekozen, wanneer is Jezus dan echt geboren? Daar was lange tijd onduidelijkheid over, aangezien de Bijbel nergens een exacte datum vermeldt. Een van de weinige aanknopingspunten was echter de ster van Bethlehem die Maria en Jozef volgden. Met dit gegeven onderzocht de Australische sterrenkundige David Reneke aan de hand van een ingenieus simulatieprogramma wanneer deze aan de hemel gestaan zou moeten hebben. Reneke ontdekte dat de heldere ster in werkelijkheid de planeten Venus en Jupiter waren die dicht bij elkaar stonden. “Deze waren te zien in het jaar -2 en wel op 17 juni. Wij vieren dus een kerstfeest dat totaal niet op feiten is gebaseerd, maar op aannames en dogma’s. Het is een bedachte constructie.”
Van twaalf naar twee
Een constructie die in eerste instantie twaalf dagen duurde, maar dat werd op een gegeven moment zelfs de meest fanatieke christen te gortig. “In het jaar 813 werd bij het concilie van Mainz door Karel de Grote bepaald dat de kerstviering terug zou gaan naar vier dagen. De twaalfde dag, 6 januari, werd echter nog wel groots gevierd. Zo organiseerden kerken en gilden in de middeleeuwse steden gratis openbaar amusement, zoals poppenkastvoorstellingen, pantomimes en optochten. Het waren kermisachtige taferelen waarbij veel werd gegeten, waaronder oliebollen, en de drank rijkelijk vloeide. Het liep dan ook regelmatig uit de hand”, aldus Gielen. Toen aan het einde van de Middeleeuwen de economie steeds belangrijker werd, waren ook die vier dagen te veel. “Het was niet rendabel als alles in de stad vier dagen stillag. De economie moest blijven doordraaien.”
Vierde Kerstdag verdween dan ook al snel, maar Derde Kerstdag heeft nog wel lang bestaan. Die werd – vermoedelijk ook om economische redenen – in 1773 afgeschaft door de Nederlandse overheid.
En toen waren er dus nog maar twee: Eerste Kerstdag om de geboorte van Jezus te vieren en Tweede Kerstdag…ja, waar was die eigenlijk nog voor? Officieel wordt op 26 december de martelaar Sint Stefanus herdacht. In Ierland heet het dan ook St. Stephensday. In Engeland spreken ze van Boxing Day. Daar zou 26 december een feestdag zijn om de werknemers die op 25 december moesten werken een dag vrijaf te geven. Zij kregen dan vaak een doos, box in het Engels, met cadeautjes mee, vandaar de naam.
Naar de woonboulevard
In Nederland zijn Eerste en Tweede Kerstdag sinds 1964 officiële vrije dagen. En we hoeven volgens Gielen niet bang te zijn dat daar snel aan getornd wordt. ‘Tweede Kerstdag is de day after. Daar zijn we aan gewend. Het is een traditie dat we dan altijd vrij zijn en bijvoorbeeld naar de schoonouders of de woonboulevard gaan. Maar in principe vieren we niks. Het is net als met Tweede Pinksterdag, een soort appendix, een wormvormig aanhangsel. Niemand weet precies waarom het er is, maar we genieten van een lekkere extra vrije dag na kerst.”
Dat is niet overal zo. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld is er maar één kerstdag. “Dat het niet overal is, zegt ook dat het cultureel bepaald is. Het is allemaal bedacht. We hebben ooit in een ver verleden met zijn allen afgesproken: zo gaan we het doen.” Dat wil volgens de historicus overigens niet zeggen dat het altijd zo zal zijn. “Tradities zijn veranderlijk en hebben geen houdbaarheidsgarantie. Het is echter fascinerend om te zien hoe wij leven met zulke bedenksels en ze ons toe-eigenen alsof ze van ons zijn”, besluit Gielen.
En zo hebben we dus een Tweede Kerstdag, gewoon omdat we dat ooit zo bedacht hebben.