Goed slapen heeft allerlei voordelen: je bent meer uitgerust, je spieren herstellen en je kunt je beter concentreren. Maar ook emotionele gebeurtenissen voelen anders na een goede nachtrust.
Als je een lastige emotionele beslissing moet maken, dan komt al snel het aloude advies “slaap er een nachtje over” tevoorschijn. Door het even te laten rusten, zal je later helderder van geest zijn en een betere beslissing kunnen nemen. Dat advies blijkt meer dan slechts een volkswijsheid. Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat een goede nachtrust daadwerkelijk kan bijdragen aan een betere emotionele verwerking.
Dat concludeert een internationaal team dat kennis uit meer dan twintig jaar onderzoek over slaapstoornissen analyseerde. “We hebben daarvoor gekeken naar studies in de neurobiologie, neurochemie en klinische psychologie”, vertelt onderzoeker Rick Wassing. “Op die manier konden we echt inzicht krijgen in de mechanismen die bepalen hoe slaap helpt om onze emotionele herinneringen te verwerken.” Uit al die kennis concluderen de onderzoekers dat de regulatie van neurotransmitters ‘serotonine’ en ‘noradrenaline’ tijdens de slaap essentieel is om emotionele herinneringen te verwerken. Wat invloed heeft op onze geestelijke gezondheid op de lange termijn.
Overdag
Om emotionele herinneringen tijdens de slaap te verwerken, moet het brein die informatie eerst verkrijgen. Daar zijn twee belangrijke hersengebieden bij betrokken: de hippocampus en de amygdala. De hippocampus is het belangrijkste hersengebied als het gaat om het opslaan van herinneringen voor langere tijd. Het sorteert als het ware informatie van de dag, categoriseert deze, en verandert de opslag van korte- naar lange termijn. De amygdala is ook betrokken bij het vormen van herinneringen, maar wordt vooral actief als de ervaringen emotioneel zijn. Dit hersengebied is daarnaast gekoppeld aan het autonome zenuwstelsel waardoor het voor fysieke sensaties kan zorgen bij emotionele gebeurtenissen zoals een knoop in je maag, steken in je hart of een brok in je keel.
‘s Nachts
Tijdens de REM-slaap (Rapid Eye Movement) loopt het brein al deze ervaringen en herinneringen van de dag opnieuw en in versneld tempo langs. “Tijdens de slaap worden die verbindingen spontaan weer actief, alsof het brein een samenvatting afspeelt van wat er is gebeurd”, legde Wassing eerder al uit aan Scientias.nl. “De herinnering krijgt letterlijk een andere plek in het brein. Maar misschien nog wel belangrijker; tijdens de REM-slaap worden andere verbindingen juist losgekoppeld”, aldus Wassing. “Dit stelt ons in staat om de herinnering aan de emotionele ervaring af te zonderen van de emotionele en fysieke reactie.”
Serotonine en Noradrenaline
In dit proces blijken vooral de neurotransmitters serotonine en noradrenaline een grote rol te hebben. Serotonine is betrokken bij vrijwel alle aspecten van het aanleren van emotionele ervaringen. Noradrenaline zorgt specifiek voor de klassieke ‘vecht- of vlucht- reactie’. Beide routes waarmee deze neurotransmitters werken, zijn tijdens de REM-slaap echter uitgeschakeld. “Dat creëert een mooie kans voor de hersenen om deel te nemen aan processen die anders niet mogelijk zijn als we wakker zijn”, legt Wassing uit. En dat verklaart waarom we emoties in de ochtend als minder hevig kunnen ervaren vergeleken met de avond ervoor.
Beter slapen
Wanneer je slechter slaapt, en met name de REM-slaap rusteloos is, dan wordt dit emotionele netwerk niet goed losgekoppeld. Je neemt je problemen daardoor sneller mee naar de volgende dag. Dat verklaart ook waarom mensen met slapeloosheid of andere slaapstoornissen waarbij mensen veel wakker worden, een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van geestelijke gezondheidsproblemen. Wassing: “Onze hypothese zou zijn dat ontwaken uit de slaap ertoe leidt dat het noradrenerge systeem (via noradrenaline, red.) nu niet voor langere tijd wordt uitgeschakeld, en dat deze mensen daarom mogelijk niet in staat zijn om emotionele herinneringen te reguleren.”
Therapie
Beter slapen lijkt dan een logisch advies, maar iedereen die wel eens nachten heeft wakker gelegen weet dat dit een stuk makkelijk gezegd is dan gedaan. Eén optie die volgens Wassing werkt, is cognitieve gedragstherapie. “We weten dat twee op de drie mensen met slapeloosheid baat hebben bij cognitieve gedragstherapie voor slapeloosheid”, vertelt de onderzoeker. Dat is vooral gebaseerd op subjectieve beoordelingen, er is minder bewijs voor objectieve slaapmetingen. Het grootste nadeel voor deze therapie als oplossing voor de problemen in nachtelijke emotionele verwerking, is dat de slapeloosheidspatiënten na deze therapie nog steeds slaapstoornissen hebben. De therapie helpt hen vooral om er beter mee om te gaan.
Om het probleem ook echt in het brein aan te pakken, hebben we dus nieuwe ideeën nodig, meent Wassing. “We moeten kritisch nadenken over de mechanismen die de slaap reguleren. Het is erg moeilijk om ons op één systeem te richten, omdat slaap erg dynamisch is. We hebben creatieve ideeën nodig hoe we een interventie of een medicijn kunnen ontwerpen dat deze dynamiek tijdens de slaap kan aanpakken. Om zo van mensen met slapeloosheid weer goede slapers maken.”
Wel of niet goed slapen heeft meerdere mogelijke oorzaken. Een ervan is je genetica, bleek uit onderzoek van vorig jaar. De genen die bij volwassenen voor slapeloosheid zorgen, blijken ook bij kinderen een rol te spelen bij slechte slaap. Daarmee is er indirect bewijs dat er zoiets bestaat als een ‘slechte slaper’-eigenschap gedurende het hele leven, aldus de onderzoekers. Toch is niet alles daarmee verklaard. Slaap is een complex proces, dat beïnvloed wordt door zowel genetische als allerlei omgevingsfactoren, zoals stress, licht, geluid en temperatuur.