Je jeugdvrienden zorgen niet alleen voor veel plezier als je jong bent, ze hebben ook verrassend veel invloed op je welzijn als volwassene. En het maakt nogal uit wat voor soort vriendschappen we in welke fase van de puberteit hebben, blijkt uit een nieuwe studie die meer dan vijftien jaar duurde.
Wetenschappers van de University of Arkansas ontdekten dat het gevoel geaccepteerd te worden door leeftijdsgenoten tijdens de vroege puberteit, en hechte vriendschappen in de latere puberteit, cruciaal zijn. Dit leidt tot minder sociale angst en een groter gevoel van levensvreugde later in het leven.
Het belang van leeftijdsgenoten
“Het gaat om de mate waarin een puber het gevoel heeft sociaal geaccepteerd te worden door zijn leeftijdsgenoten. Heeft hij het idee dat hij goed in de groep ligt? Dit is in de vroege adolescentie een belangrijke marker voor het welzijn op latere leeftijd”, schrijft hoofdonderzoeker Emily Shah. “Daarnaast is de kwaliteit van meer intieme vriendschappen juist belangrijker in de late puberteit bij het voorspellen van het welzijn als volwassene.”
Onze relaties met anderen hebben niet alleen invloed op hoe we ons voelen, maar ook op ons psychologisch welzijn en hoe we functioneren in de maatschappij. En dat heeft op zijn beurt weer gevolgen voor onze lichamelijke gezondheid. Dit geldt vooral in de tienerjaren, als we veel steun zoeken bij onze vrienden. Tegelijkertijd zorgt de puberteit voor grote veranderingen in ons lichaam, iets wat extra psychische druk oplevert. Goede relaties kunnen helpen bij het omgaan met de stress die pubers ervaren, van schoolstress tot het aangaan van nieuwe verantwoordelijkheden zoals een bijbaan, liefdesverdriet of op jezelf gaan wonen.
Sociale vaardigheden
“Vriendschappen in de tienerjaren zijn vaak een eerste stap richting intieme, vrijwillige relaties”, legt onderzoeker David Szwedo van de James Madison University uit. “Doordat vriendschappen kunnen komen en gaan, leren pubers de sociale vaardigheden om een vriendschap te onderhouden en te verbeteren. Diezelfde vaardigheden blijken later in het leven ook nuttig te zijn voor langdurige vriendschappen en romantische relaties.”
De onderzoekers volgden 184 leerlingen van een Amerikaanse middelbare school. Ze ondervroegen hen op 13-jarige leeftijd en opnieuw toen ze 17 jaar oud waren. De vragen gingen over de kwaliteit van hun hechte vriendschappen, hun gevoel van sociale acceptatie en hoe populair ze waren volgens hun leeftijdsgenoten. Meer dan tien jaar later, toen deze tieners uitgegroeid waren tot volwassenen van 29 jaar oud, werden ze opnieuw benaderd en gevraagd naar hun fysieke en mentale gezondheid, hun werktevredenheid, romantische relaties en ervaringen met agressie.
Perceptie van sociaal succes
De resultaten? Het gevoel van sociale acceptatie in de vroege puberteit bleek de beste voorspeller te zijn van het welzijn als volwassene. Tieners die dachten dat ze populair waren bij hun leeftijdsgenoten, rapporteerden later minder sociale angst en agressie, een betere fysieke gezondheid, grotere tevredenheid met hun werk en relaties, en een sterker gevoel van sociale verbondenheid. Opvallend genoeg bleek de daadwerkelijke populariteit, zoals gerapporteerd door hun leeftijdsgenoten, geen goede voorspeller van hun welzijn als volwassene. Dit wijst erop dat het vooral draait om hoe pubers zelf hun sociale succes inschatten.
Toch zagen de onderzoekers een duidelijke scheiding: voor de jongere pubers was sociale acceptatie doorslaggevend, terwijl voor oudere pubers juist de kwaliteit van hun intieme vriendschappen belangrijker bleek. Hechte vriendschappen in de late adolescentie zijn bijvoorbeeld duidelijke voorspellers van minder sociale angst en romantische onzekerheid, en een hogere werktevredenheid.
Timing is alles
De timing van deze vriendschappen blijkt cruciaal. Het zelfvertrouwen dat voortkomt uit sociale acceptatie beschermt jongere pubers tegen het ontwikkelen van sociale angst en stressgerelateerde gezondheidsproblemen, terwijl een gebrek aan sociale acceptatie in de latere tienerjaren geen grote invloed had op de gezondheidsuitkomsten.
“Ik wil dat pubers weten dat ze niet alleen zijn”, benadrukt Shah. “Het is niet makkelijk om puber te zijn in deze wereld en ik geloof dat pubers het beste doen met de vaardigheden die ze hebben. Ik hoop dat volwassenen die met pubers omgaan dat inzien en ruimte maken voor empathie en begrip.”
Szwedo voegt toe: “Dit soort studies geeft inzicht in algemene trends, maar iedereen is natuurlijk anders. Dit onderzoek benadrukt het belang voor ouders en verzorgers om betrokken te blijven bij het sociale leven van hun kinderen. En dit doen ze door met hun pubers, hun leraren en hun vrienden in gesprek te blijven. Het is belangrijk om niet alleen te vragen wie hun vrienden zijn, maar ook hoe sociaal geaccepteerd ze zich voelen. En door te vragen als er iets niet in de haak lijkt.”