Waarom de één zijn dromen wel onthoudt en de ander niet? Dit zit erachter

En nee, het is geen kwestie van toeval.

Sommige mensen worden wakker met levendige herinneringen aan hun dromen. Ze kunnen gedetailleerde verhalen vertellen over hun nachtelijke avonturen, terwijl anderen niet eens één klein detail kunnen oproepen. Hoe kan dat? Een nieuwe studie duikt in de factoren die ervoor zorgen dat sommigen hun dromen onthouden én onthult welke persoonlijke eigenschappen en slaapgewoonten hierbij het verschil maken.

Dromen
Dromen zijn een fascinerend onderdeel van ons bewustzijn. Hoewel wetenschappelijk onderzoek ons meer heeft geleerd over hoe dromen werken, zijn er nog steeds veel onduidelijkheden. “Dromen zijn persoonlijke ervaringen, vaak beïnvloed door onze emoties, herinneringen en zorgen”, vertelt onderzoeker Valentina Elce in gesprek met Scientias.nl. “Maar de onderliggende hersenprocessen en de reden waarom we überhaupt dromen, zijn nog steeds onderwerp van discussie. Studies zoals de onze proberen een beter begrip te krijgen van hoe dromen en het onthouden ervan werken.”

Verschillen
Toch blijft de grote vraag waarom we dromen, en wat het voor ons betekent op het gebied van cognitieve processen en welzijn, nog steeds onbeantwoord. Ook begrijpen wetenschappers nog niet helemaal waarom er zulke grote verschillen bestaan in het herinneren van dromen. Sommige studies suggereren dat vrouwen, jongeren en dagdromers vaker hun dromen kunnen ophalen, maar andere onderzoeken vinden geen bewijs voor die claims. Ook hypothesen over het effect van persoonlijkheidskenmerken of cognitieve vaardigheden werden niet breed ondersteund.

Coronapandemie
De coronapandemie bracht de variatie in droomherinneringen opnieuw onder de aandacht. Wereldwijd werd er namelijk een opvallende stijging opgemerkt: veel meer mensen herinnerden zich ineens hun droom in de ochtend. “Er zijn verschillende factoren die mogelijk hebben bijgedragen aan deze wereldwijde toename tijdens de pandemie”, stelt Elce. “Veranderingen in onze dagelijkse gewoonten en slaapritmes, zoals langer in bed blijven en later opstaan, lijken de frequentie van droomherinneringen te verhogen. REM-slaap, die vaak in de ochtend voorkomt, speelt hierbij een rol, omdat we tijdens deze fase levendigere dromen ervaren die gemakkelijker te onthouden zijn. Ook bleek de inhoud van dromen tijdens de pandemie vaak emotioneel intens, negatief en gerelateerd aan angst voor besmetting en isolatie. Dromen met zulke kenmerken zijn gemakkelijker te onthouden dan neutralere of minder betekenisvolle dromen.”

Studie
Het nieuwe onderzoek, uitgevoerd tussen 2020 en 2024, betrok meer dan 200 deelnemers van 18 tot 70 jaar. Gedurende 15 dagen hielden zij hun dromen bij, terwijl hun slaap en cognitieve gegevens werden gemonitord met draagbare apparaten en psychometrische tests. Elke deelnemer kreeg een voicerecorder om direct na het ontwaken hun droomervaringen te rapporteren. Ze gaven aan of ze zich een droom konden herinneren, of ze wel gedroomd hadden zonder de details te weten en beschrijven de inhoud als ze zich de droom wel herinnerden. De deelnemers droegen ook een polshorloge dat slaaptijd, efficiëntie en verstoringen meet. Aan het begin en het einde van de studie werden psychologische tests en vragenlijsten afgenomen om factoren zoals angstniveaus, interesse in dromen, de neiging tot dagdromen en geheugen- en aandachtsvermogen te meten.

Factoren
De studie onthult enkele interessante bevindingen. Het vermogen om dromen ‘s ochtends te herinneren, bleek namelijk sterk te variëren tussen mensen en werd beïnvloed door verschillende factoren. Mensen die bijvoorbeeld een positieve houding tegenover dromen hebben en vaak dagdromen blijken hun dromen vaker te herinneren. “Dromen en dagdromen zouden dus een continuüm kunnen vormen, waarbij mensen die vaker dagdromen ook vaker bewustzijnservaringen genereren, zelfs tijdens de slaap”, aldus Elce. “Dit suggereert dat de neurale processen achter deze twee waarschijnlijk overlappen.” Ook slaapgewoonten spelen een rol: wie langere periodes van lichte slaap ervaart, heeft een grotere kans om zijn of haar dromen te onthouden.

Jongere mensen
Bovendien blijkt dat jongere mensen zich vaker hun dromen herinneren. Ouderen hebben daarentegen vaker het gevoel dat ze gedroomd hebben, maar weten de details niet meer. Dit wijst op leeftijdsgebonden veranderingen in hoe we dromen onthouden. “Jongere mensen hebben een beter geheugen en kunnen zich beter concentreren, waardoor ze makkelijker hun dromen herinneren”, legt Elce uit. “Dit komt doordat zij beter in staat zijn om externe afleidingen (zoals het alarm uitschakelen, de tijd checken of haasten omdat ze te laat zijn) te negeren. Onze studie toont aan dat mensen die beter afleidingen uitsluiten, vaker hun dromen herinneren. Naarmate we ouder worden, nemen deze vaardigheden af, wat kan verklaren waarom jongeren het makkelijker vinden om hun dromen op te halen. We vermoeden dat ook andere geheugencapaciteiten, zoals werkgeheugen, hierbij een rol spelen.”

Seizoensgebonden verschillen
Daarnaast bestaan er opvallende seizoensgebonden verschillen: in de winter herinneren mensen zich minder vaak hun dromen dan in de lente, wat wijst op een mogelijke invloed van omgevingsfactoren of ons biologische ritme. “De seizoensgebonden fluctuaties lijken niet samen te hangen met veranderingen in slaapgewoonten”, merkt Elce op. “Mogelijk zijn er andere factoren die we niet hebben onderzocht en die deze fluctuaties beïnvloeden. Zo hebben sommige studies seizoensgebonden veranderingen in REM-slaap gevonden, wat onze resultaten zou kunnen helpen verklaren. Ook stemmingswisselingen per seizoen zouden een rol kunnen spelen. Dit verdient echter verder onderzoek.”

Geen toeval
Al met al laten de bevindingen zien dat het herinneren van je dromen geen toeval is, maar het resultaat van een boeiende interactie tussen je persoonlijke houding, cognitieve eigenschappen en slaapgewoonten. En dat zijn hele interessante nieuwe inzichten. “Ik geloof dat het beter begrijpen van de persoonlijke factoren die invloed hebben op hoe vaak we onze dromen herinneren, essentieel is voor vooruitgang in de neurowetenschap, en meer in het algemeen voor het begrijpen van bewustzijn”, betoogt Elce. “Dromen zijn namelijk ervaringen die door de hersenen worden gecreëerd wanneer deze (deels) losstaat van de omgeving, en kunnen dienen als een model voor het bestuderen van bewustzijn in zijn puurste vorm, zonder invloeden van externe prikkels of de aandacht van een persoon. Door ons bewust te zijn van de factoren die ons vermogen om deze ervaringen te herinneren beïnvloeden, kunnen we de neurale mechanismen die deze ervaringen genereren beter identificeren en begrijpen.”

De bevindingen dragen bij aan een beter begrip van de mechanismen achter dromen en kunnen helpen bij toekomstig onderzoek naar de relatie tussen dromen, mentale gezondheid en bewustzijn. Maar dat niet alleen. “Veranderingen in droomherinneringen kunnen soms ook wijzen op aandoeningen zoals depressie, PTSS en neurodegeneratieve ziekten”, zegt Elce. “Het begrijpen van wat deze veranderingen veroorzaakt, kan helpen om zulke aandoeningen eerder te herkennen. Bij REM-slaap gedragsstoornis bijvoorbeeld, kunnen dromen agressiever zijn, wat soms voorafgaat aan ziektes zoals de ziekte van Parkinson. Onze bevindingen benadrukken dan ook de diagnostische waarde van het verder bestuderen van dromen.”

Bronmateriaal

"What makes us remember our dreams?" - IMT School for Advanced Studies Lucca (via EurekAlert)
Interview met Valentina Elce
Afbeelding bovenaan dit artikel: Andrea Piacquadio van Pexels (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd