We leerden vroeger op school dat er een duidelijke taakverdeling was in de prehistorie: de mannen gingen op jacht en de vrouwen gingen besjes en noten verzamelen. Die tweedeling blijkt niet zo sterk als gedacht. Ook vrouwen jaagden namelijk op wilde dieren. En wel met een heel handig wapen.
De periode dat mensen als jager-verzamelaar leefden, lijkt misschien een niet superinteressante voetnoot in de geschiedenis, maar hij moet niet worden onderschat, want het was wel verreweg de langste periode uit ons bestaan. De eerste mensen leefden zo’n 2,4 miljoen jaar geleden al als jager-verzamelaar. En dat bleef zo tot 10.000 jaar geleden de landbouw zijn intrede deed.
De atlatl
Het grootste deel van de tijd hadden mensen dus een nomadisch bestaan waarin ze afhankelijk waren van wat de jagers wisten te vangen en de verzamelaars wisten te plukken. Alleen was er lang niet zo’n traditionele rolverdeling als later zou ontstaan. De vrouwen waren net zo stoer en sterk als de mannen en gingen gewoon mee op jacht. Daarvoor gebruikten ze de atlatl, een Azteeks woord voor speerwerper. Dit ding, dat gewoon in de hand werd gehouden, werd in grote delen van de wereld gebruikt om speren harder en verder te kunnen werpen.
De atlatl werkt als een soort hefboom. Op het moment dat je de speer loslaat kan met een beweging van de pols extra kracht aan het wapen worden gegeven. De speer kan zo wel met 150 kilometer per uur door de lucht vliegen. Het was een revolutionaire technologische innovatie in de Steentijd, die werd gebruikt voor de jacht, maar ook om oorlog te voeren. De eerste speren zijn al honderdduizenden jaren oud, de oudste speerwerpers dateren van enkele tienduizenden jaren geleden. Toen de pijl en boog werden uitgevonden, verdween de staafvormige atlatl langzaam van het toneel.
Gelijkheid had voordelen
De atlatl zorgde ervoor dat mannen en vrouwen gelijk waren in de jacht. Deze ontdekking ondersteunt het al langer bestaande idee dat vrouwen ook een actieve rol speelden als prehistorische jagers. “Onze theorie is dat de atlatl werd verkozen boven de gewone speer, omdat zo allerlei verschillende mensen dezelfde resultaten konden behalen tijdens de jacht. De speerwerper faciliteert daarmee een inclusieve participatie van meer soorten mensen bij het jagen”, vertelt hoofdonderzoeker Michelle Bebber van de Amerikaanse Kent State University. Groot en klein, man en vrouw, iedereen kon met dezelfde power jagen. In die tijd werd dus al erkend dat inclusiviteit en gelijkheid voordelig zijn voor het voortbestaan.
Potje speerwerpen
Bebber deed een leuk experiment om haar ideeën te staven. Ze liet 108 mensen, veelal studenten, 2160 keer een speer werpen met en zonder de atlatl. Het waren allemaal beginners uiteraard (wie is er professioneel speerwerper?). De resultaten bevestigden haar hypothese en dat is nog niet zo vanzelfsprekend. Het is logisch dat je met een speerwerper harder kunt gooien dan zonder, maar je zou ook kunnen denken dat mannen dan nog altijd veel verder kunnen werpen dan vrouwen. En dat bleek dus niet het geval. Door gebruik van de atlatl kwamen mannen en vrouwen ongeveer even ver.
“Dit betekent dat de overgang van gewone speren naar speerwerpen met de atlatl eerder de gelijkheid dan de scheiding van werk bevorderde”, aldus Bebber, die verwijst naar de vondsten van graven waar zowel mannen als vrouwen met de speerwerpers begraven zijn. “Onze resultaten maken duidelijk dat die begraafplaatsen op dezelfde manier moeten worden geïnterpreteerd. En in sommige archeologische contexten kunnen vrouwen zelfs de atlatl hebben uitgevonden.”
Allesbehalve passief
Lange tijd werd gedacht dat vrouwen niet achter de bizons en buffels aan gingen in prehistorische tijden, maar niets blijkt minder waar. “Veel mensen zijn geneigd te denken dat vrouwen in het verleden passief waren en dat alleen mannen op jacht gingen, maar het lijkt er steeds meer op dat dat niet het geval is”, zegt Bebber. “In verschillende onderzoeksgebieden – de archeologie, volkerenkunde en in moderne experimenten – bestaat er steeds meer consensus dat vrouwen waarschijnlijk actieve en succesvolle jagers waren op groot en klein wild.”
Bebber test haar theorie stiekem al jaren. Sinds 2019 neemt ze elk semester haar studenten mee naar buiten om hen te leren speerwerpen met de atlatl. Het viel haar op dat vooral vrouwen de techniek snel onder de knie hadden en de speren met weinig inspanning net zo ver konden werpen als de mannen.
“Mannen raakten vaak gefrustreerd, omdat ze te hard probeerden te gooien en hun kracht wilden gebruiken om de speren te lanceren”, vertelt Beber. “Maar aangezien de atlatl als een simpele hefboom werkt, vermindert hij het voordeel van de over het algemeen grotere spierkracht van mannen.”
Wie was de uitvinder?
Het zou dus niet eens vreemd zijn als vrouwen eigenlijk de uitvinders zijn van de techniek. “Aangezien vrouwen het meeste voordeel lijken te hebben van de atlatl is het zeker niet onmogelijk dat in sommige contexten vrouwen het apparaat hebben uitgevonden. Zo waren het bij sommige primaten ook de vrouwen die bepaalde gereedschappen uitvonden om te jagen. Dat is bijvoorbeeld gedocumenteerd bij de Fongoli-chimpansees”, legt de onderzoeker uit.
Zo konden vrouwen dus hun gebrek aan spierkracht compenseren met vernuft en innovatieve ideeën. Want zoals ze altijd zeggen: wie niet sterk is, moet slim zijn.