Wij weten niet beter dan dat Rudolf – het beroemde rendier met de rode neus – een gewei op de kop draagt. Maar dat was vroeger wel anders, zo blijkt uit onderzoek. Toen droegen niet mannetjes, maar vrouwtjes een gewei.
Dat schrijven onderzoekers in het blad Quaternary International. Ze onderzochten de resten van rendieren die tussen 50.000 en 10.000 jaar geleden leefden en in Polen werden aangetroffen. De resten van geweien bleken meestal niet aan mannetjes, maar aan vrouwtjes toe te behoren.
De onderzoekers waren ook heel geïnteresseerd in de resten van het gebit van deze oude rendieren. Het gebit kan onder meer meer vertellen over de periode waarin de dieren leefden en stierven. De analyse van het gebit suggereert dat alle bestudeerde rendieren in een periode van extreme kou het loodje legden. Het suggereert – heel verrassend – dat deze rendieren niet goed tegen de kou bestand waren. De tanden suggereren bovendien dat deze rendieren zich hadden aangepast aan een leven op de toendra.
Het rendier is een veelvuldig onderzocht organisme. Zo stelden onderzoekers eerder al dat de neus van Rudolf rood is dankzij het grote aantal rode bloedcellen in de neus van een rendier. En blijkt uit ander onderzoek dat de oogkleur van het rendier met de seizoenen mee verandert. Tegelijkertijd zijn er in de wetenschappelijke wereld ook zorgen over het rendier: populaties in Finland, Rusland, Zweden, Mongolië, Alaska en Canada zouden het moeilijk hebben.