Ze doen zich graag te goed aan gefermenteerd fruit met een vleugje ethanol. En daar komt misschien ook wel onze voorliefde voor alcohol vandaan.
Veel mensen genieten graag zo nu en dan van een verfrissend biertje of glaasje wijn. Maar waar komt onze voorliefde voor alcohol eigenlijk vandaan? De basis daarvoor werd mogelijk al zo’n miljoenen jaren geleden gelegd, zo beweerde bioloog Robert Dudley al zo’n acht jaar geleden. En nu lijken onderzoekers inderdaad voorzichtig bewijs te hebben gevonden die deze zogenoemde ‘dronken aap’-hypothese ondersteunt.
Dronken aap-hypothese
In 2014 schreef Dudley een boek waarin hij zijn theorie uiteenzette. Onze zwak voor alcohol ontstond mogelijk al miljoenen jaren geleden, toen onze verre aapachtige voorouders ontdekten dat de geur van alcohol hen naar rijp, gistend en voedzaam fruit leidde. Metingen toonden aan dat sommige vruchten waarvan bekend is dat ze door primaten worden gegeten, van nature een hoog alcoholgehalte hebben, tot wel 7 procent. Dudley noemde zijn theorie de dronken aap-hypothese. Maar op dat moment had hij geen gegevens waaruit bleek dat (mens)apen inderdaad bij voorkeur naar gefermenteerd fruit zochten, of dat ze de alcohol in het fruit verteerden.
Studie
In een nieuwe studie besloten onderzoekers de dronken aap-hypothese te testen. Ze verzamelden weggegooide fruitresten van wilde zwarthandslingerapen (Ateles geoffroyi) die op Barro Colorado-eiland in Panama leven en analyseerden tevens hun urine. De onderzoekers ontdekten dat de alcoholconcentratie in de vruchten eigenlijk altijd tussen de één en twee procent lag – veroorzaakt door de fermentatie van suiker tot alcohol door gist. De rijpe vruchten die de apen verzamelden, waren bovendien afkomstig van de gele mombinpruim; een vrucht die tevens al millennia gebruikt wordt door inheemse menselijke bevolkingsgroepen in Midden- en Zuid-Amerika om chicha te maken; een gefermenteerde alcoholische drank.
Urine
Daarnaast bleek de urine van de zwarthandslingerapen zogenoemde secundaire metabolieten van alcohol te bevatten. Dit betekent dat de apen de alcohol daadwerkelijk gebruiken voor energie – het gaat er niet alleen aan de bovenkant in en komt er aan de onderkant weer uit. “De apen eten het ethanol-bevattende fruit waarschijnlijk voor de calorieën,” zegt onderzoeker Christina Campbell. “Ze halen meer calorieën uit gefermenteerd fruit dan uit ongefermenteerd fruit. De hogere calorie-inname betekent vervolgens weer meer energie.”
Voorzichtig bewijs
Het betekent dat de onderzoekers voorzichtig bewijs hebben gevonden voor de dronken aap-hypothese. “Voor het eerst hebben we zonder enige twijfel kunnen aantonen dat wilde primaten, zonder menselijke tussenkomst, fruit met ethanol eten,” stelt Campbell. “Het lijkt erop dat er dus enige waarheid zit in de dronken aap-hypothese: onze voorliefde voor alcohol zou zomaar eens voort kunnen komen uit de zwak van fruit-etende primaten voor natuurlijk voorkomend ethanol in rijp fruit.” En net als bij de apen, zou de voorkeur van onze menselijke voorouders tevens uitgegaan kunnen zijn naar ethanol-bevattend fruit, aangezien dit meer calorieën bevat.
Bedwelmend
Of de apen er ook echt dronken van worden? Dat valt te betwijfelen. “Ze worden waarschijnlijk niet dronken,” vermoedt Dudley. “Maar het biedt wel enig fysiologisch voordeel. Dat kun je niet uitsluiten.” Bovendien kunnen de psychoactieve effecten van ethanol erin resulteren dat de apen meer eten en zo nog meer calorieën binnenkrijgen.
Tegenwoordig betekent de beschikbaarheid van alcohol in vloeibare vorm, zonder de vullende pulp van gefermenteerd fruit, dat er gemakkelijk teveel wordt ingenomen. Het idee dat de natuurlijke affiniteit van mensen voor alcohol is geërfd van onze aapachtige voorouders, zou volgens de onderzoekers de samenleving kunnen helpen om beter om te gaan met de nadelige gevolgen van alcoholmisbruik.