De heftige uitbarsting vond plaats op zo’n 450 lichtjaar afstand van de aarde.
Vrij regelmatig spotten onderzoekers coronale massa ejecties (kortweg CME’s) op onze zon. Het zijn heftige uitbarstingen van gigantische plasmabubbels die doorspekt zijn met magnetische veldlijnen. Ze ontstaan – zoals de naam al doet vermoeden – in de corona: de buitenste laag van de zonne-atmosfeer.
Coronale massa ejecties worden nogal eens verward met zonnevlammen. En dat is ook niet zo gek. Zowel een CME als een zonnevlam is eigenlijk niets anders dan een explosie die plaatsvindt op de zon. Daarnaast ontstaan ze beiden ook nog eens doordat magnetische velden op de zon verdraaid raken en zich plotseling opnieuw organiseren, waardoor enorme hoeveelheden energie vrijkomen. En soms treden zonnevlammen en CME’s ook gelijk op. Maar het zijn wel twee verschillende fenomenen. Zonnevlammen zijn enorme uitbarstingen van röntgenstraling en energie die met de snelheid van het licht reizen. CME’s zijn enorme plasmabubbels die zich – aanzienlijk trager – de ruimte in bewegen.
In het blad Nature Astronomy melden onderzoekers nu dat ze er voor het eerst in geslaagd zijn om dergelijke uitbarstingen ook op een andere ster dan onze zon te detecteren. Met behulp van de High-Energy Transmission Grating Spectrometer aan boord van röntgenobservatorium Chandra, hebben ze een CME gespot op de ster HR 9024. Deze ster is een slordige 450 lichtjaar van ons verwijderd. De CME ging gepaard met een flinke röntgenuitbarsting, gevolgd door de uitstoot van een enorme bubbel plasma (superheet gas dat geladen deeltjes herbergt).
Massa en snelheid
De waarneming bevestigt dat CME’s bij magnetisch actieve sterren horen. Maar de ene magnetisch actieve ster is de andere niet. Zo werd er tijdens de CME op HR 9024 10.000 keer meer massa weggeslingerd dan zelfs tijdens de heftigste CME’s op onze eigen ster gebeurt. Tegelijkertijd lag de snelheid van de CME op HR 9024 weer veel lager dan verwacht. Het suggereert volgens de onderzoekers dat het magnetisch veld van HR 9024 veel minder goed dan dat van onze zon in staat is om CME’s op snelheid te brengen.
Met de detectie van een CME op een andere ster hebben de onderzoekers een primeur te pakken. Nog niet eerder zijn ze erin geslaagd zo’n uitbarsting op een andere ster dan onze zon te spotten. Zonnevlammen zijn al wel eerder op andere sterren waargenomen. Bijvoorbeeld op de zeer grillige ster TRAPPIST-1. In 2017 maakten onderzoekers bekend dat deze zeer regelmatig heftige zonnevlammen spuugt. En vorig jaar werd er op een rode dwergster zelfs een ‘super-zonnevlam’ gespot.