Kinderen zijn gemiddeld elk jaar de pineut, maar als je de dertig eenmaal gepasseerd bent, kom je er een stuk beter vanaf: gemiddeld treft de griep je dan slechts twee keer per decennium. Dat blijkt uit onderzoek.
“Er wordt vaak gedebatteerd over de vraag hoe vaak iemand de griep krijgt,” stelt onderzoeker Adam Kucharski. Dat komt doordat het nog niet zo gemakkelijk is om vast te stellen dat iemand griep heeft gehad. Zo zijn er griepachtige ziektes die niet door een influenza-virus veroorzaakt worden en dus geen griep zijn, maar wel voor griep worden aangezien. “En soms realiseren mensen zich niet dat ze griep hebben gehad.”
Bloed
Om toch een goed beeld te krijgen van het aantal keren dat mensen griep krijgen, keken de onderzoekers naar het bloed van proefpersonen. Het immuunsysteem reageert op griepvirussen door antilichamen aan te maken die eiwitten op het oppervlak van het virus aanvallen. Deze eiwitten kunnen door de tijd heen veranderen, doordat het virus evolueert. Maar de antilichamen in het bloed ‘onthouden’ de verschillende griepstammen waarmee we in het verleden in aanraking zijn geweest en kunnen dus een goed beeld geven van hoe vaak we de griep hebben gehad.
Resultaten
De onderzoekers analyseerden het bloed van proefpersonen afkomstig uit het zuiden van China. Ze zochten naar antilichamen die griepstammen die tussen 1968 en 2009 circuleerden, bestreden. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen gemiddeld elk jaar griep krijgen. Maar naarmate mensen ouder worden, neemt de frequentie waarmee ze griep krijgen, af. Vanaf een jaar of dertig wordt de frequentie zelfs stabiel: gemiddeld krijgen mensen twee keer per decennium de griep. “We ontdekten dat griep in het geval van volwassenen echt veel minder vaak voorkomt dan mensen denken,” stelt onderzoeker Steven Riley. “Onder kinderen en jongvolwassenen komt het veel vaker voor, mogelijk omdat zij zich meer met andere mensen mengen.”
De onderzoekers keken niet alleen naar de frequentie waarmee de griep opduikt. Met behulp van modellen brachten ze ook in kaart hoe onze immuniteit tegen griep door de jaren heen verandert doordat we verschillende stammen van het griepvirus tegen het lijf lopen. Uit dat deel van het onderzoek blijkt dat de griepstammen die we op jonge leeftijd tegen het lijf lopen een sterkere immuunreactie oproepen dan de stammen die we later ‘ontmoeten’. “Deze informatie helpt ons om de vatbaarheid van de gehele populatie te begrijpen en te achterhalen hoe gemakkelijk het is voor nieuwe stammen om zich door de populatie te verspreiden,” legt Kucharski uit.