Volgens MIT-onderzoek maakt ChatGPT ons dommer, maar het ligt iets genuanceerder

“We geven diploma’s weg aan chatbots”, zei een docent onlangs in het AD. MIT-onderzoekers concludeerden vorige week nog dat we massaal dommer worden door AI. Is het echt zo erg? Twee Australische experts nuanceren de boel.

Sinds de opkomst van ChatGPT, nu alweer bijna drie jaar geleden, discussiëren wetenschappers en docenten wereldwijd over de impact van kunstmatige intelligentie (AI) op onderwijs. De vrees is dat AI ons vermogen om kritisch te denken en problemen op te lossen om zeep helpt. Zo stelden de leraren in het Algemeen Dagblad dat de “scriptie onhoudbaar is geworden”. Studenten laten het eindwerkstuk aan HBO of universiteit door een chatbot schrijven waardoor deze proeve van bekwaamheid inderdaad meer een prestatie is van ChatGPT dan van de student zelf.

Een nieuwe studie van het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) leek dat dus te bevestigen. Volgens de onderzoekers kan het schrijven van essays met behulp van ChatGPT leiden tot een “cognitieve schuld” en een “waarschijnlijke afname van je leervermogen.”

Vier essays met en zonder chatbot
Maar hoe zit dat precies? Voor het onderzoek werden 54 volwassenen vier maanden lang gevolgd. De deelnemers kregen de opdracht om drie essays te schrijven, telkens op een andere manier: met behulp van ChatGPT, met gebruik van een zoekmachine of volledig zonder hulpmiddelen. Terwijl ze schreven, werd hun cognitieve inspanning gemeten via hersenactiviteit en taalanalyse van de teksten.

Wat bleek: de groep die ChatGPT gebruikte, vertoonde aanzienlijk minder cognitieve betrokkenheid dan de andere twee groepen. Bovendien herinnerden zij zich minder goed wat ze hadden geschreven en gaven ze aan zich minder eigenaar te voelen van hun teksten.

Voor het vierde en laatste essay werden de rollen omgedraaid: de groep, die alleen zijn hersenen had gebruikt voor het essay, mocht nu AI inzetten en vice versa. Opvallend was dat de oorspronkelijke AI-gebruikers slechter presteerden dan de anderen. Hun hersenactiviteit was slechts iets hoger dan bij hun allereerste essay en ver onder het niveau van de groep, die het drie essays lang zonder hulp had moeten stellen.

De onderzoekers concluderen hieruit dat langdurig gebruik van AI tot “cognitieve schuld” leidt: als mensen hun hersenen een tijdlang minder intensief gebruiken, kunnen ze daarna moeilijker terugschakelen naar het volledige gebruik van hun hersencapaciteit. “De groep die AI gebruikte, slaagde er niet in om bij het vierde essay hetzelfde denkniveau te bereiken als de anderen”, aldus de auteurs. “Ze hadden als het ware een achterstand opgebouwd in hun cognitieve vaardigheden.”

Meerdere kanttekeningen
Maar het ligt iets genuanceerder, schrijven onderwijswetenschappers Vitomir Kovanovic en Rebecca Marrone van de University of South Australia, bij The Conversation.

De onderzoekers plaatsen zelf al een kanttekening, vertellen ze. Er waren namelijk maar achttien deelnemers – zes per groep – die het vierde essay afmaakten. De bevindingen zijn dus voorlopig en moeten in vervolgonderzoek verder worden getoetst.

Maar het onderzoek moet nog meer in context worden geplaatst, aldus de Australische wetenschappers. De verschillen tussen de groepen zijn waarschijnlijk deels te verklaren door het ontwerp van het experiment. De deelnemers die vanaf het begin zonder AI werkten, kregen immers drie keer de kans om vertrouwd te raken met de taak. Er was dus sprake van een zogenoemd ‘familiarisatie-effect’: hun hersenen pasten zich geleidelijk aan.

Toen de AI-groep eenmaal zonder hulp moest schrijven, was dat hun eerste keer. Het is dan ook logisch dat hun prestaties achterbleven, net zoals de groep, die zonder ChatGPT werkte, het beste scoorde in hun derde sessie. Voor een eerlijke vergelijking zouden de AI-gebruikers ook drie essays zonder hulp moeten schrijven.

Verder schreven de deelnemers, die alleen hun hersenen gebruikten, in het vierde essay over een onderwerp dat ze eerder al hadden behandeld, waardoor ze beter wisten wat ze wilden zeggen. Zij gebruikten ChatGPT vooral om hun ideeën aan te scherpen of nieuwe informatie te vinden, niet om de inhoud volledig te genereren. “Omdat schrijven zonder AI meer inzet vergde, herinnerden zij zich beter wat ze eerder hadden geschreven. Daardoor konden ze AI doelgerichter en strategischer gebruiken”, klinkt het.

AI in het onderwijs: nieuwe rekenmachines?
De discussie rond AI doet denken aan de opkomst van de rekenmachine in de jaren 70. Ook toen waren er zorgen dat technologie fundamentele vaardigheden zou aantasten. Zouden kinderen nog wel zelf kunnen optellen en aftrekken? Misschien dat dat inderdaad minder is geworden, maar daar staat zeker wat tegenover: de examenopgaven werden zwaarder. Leerlingen hoefden minder te rekenen, maar moesten meer complexe problemen oplossen waarvoor ze de rekenmachine konden gebruiken.

Bij AI is die vertaalslag nog nauwelijks gemaakt. In veel gevallen worden studenten nog steeds beoordeeld op traditionele opdrachten en oude maatstaven. Daardoor kan AI juist schadelijk zijn: studenten kunnen hun kritische denkwerk grotendeels uitbesteden, wat leidt tot wat de onderzoekers “metacognitieve luiheid” noemen.

AI hoeft echter geen bedreiging te zijn, menen de Australische onderwijswetenschappers. Sterker nog, het kan juist helpen bij het aanleren van vaardigheden die voorheen onmogelijk te onderwijzen waren. Laat studenten bijvoorbeeld met AI een lesplan maken, dat vervolgens mondeling wordt beoordeeld op inhoud en didactische kwaliteit.

“In de MIT-studie schreven alle deelnemers nog steeds dezelfde oude essays”, schrijven de auteurs. “Hun inzet was afgestemd op wat van hen werd verwacht.”

Net als bij de rekenmachine geldt: wie met de hand moet rekenen, werkt harder dan iemand met een machine. Maar beide groepen kunnen evenveel leren, zolang de opdracht daar slim op wordt aangepast.

AI als leerpartner
De vaardigheden die we toekomstige generaties willen bijbrengen – kritisch denken, creativiteit, probleemoplossend vermogen – veranderen door AI. Net zoals lange staartdelingen maken geen bewijs van rekenvaardigheid meer is, is het schrijven van essays met pen en papier niet langer de maatstaf voor kritisch denkvermogen.

De kunst wordt om te leren wanneer, waar en hoe je AI inzet. Taken slim uitbesteden aan AI om hersencapaciteit vrij te maken is net zo belangrijk als weten wanneer je zelf aan zet bent, klinkt het tot besluit.

Bronmateriaal

"MIT researchers say using ChatGPT can rot your brain. The truth is a little more complicated" - The Conversation
Afbeelding bovenaan dit artikel: Emily Ranquist / Pexels

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd