Wetenschappers hebben ontdekt dat vogels hun migratie naar warmere oorden tegenwoordig soms wel met een maand uitstellen.
Ganzen, zwanen en eenden brengen de koude winters graag door in drassige gebieden in het noorden van Europa. Ze verlaten bijvoorbeeld Finland en ruilen het in voor Engeland.
Vrijwilligers
Onderzoekers vroegen zich af of de steeds hogere temperaturen de verre reis van de vogels aantastten. En dus pakten ze de tellingen van vrijwilligers erbij. Deze vrijwilligers hadden vanaf 1979 met grote regelmaat geteld hoeveel vogels naar het zuiden trokken.
Maand
De resultaten zijn opvallend. Sommige soorten bleken de datum van vertrek met maar liefst een maand te hebben uitgesteld. Zes van de vijftien getelde soorten bleken aanzienlijk later te vertrekken dan dertig jaar geleden het geval was. Zo vertrekt de grauwe gans veel later. En datzelfde geldt voor de kuifeend.
Warmer
De onderzoekers denken de resultaten wel te kunnen verklaren. “De temperatuur van het water stijgt nog sneller dan de temperatuur van de lucht,” vertelt onderzoeker Aleksi Lehikoinen. “Dat betekent dat er in het noorden meer voedsel beschikbaar is voor soorten.” Het onderzoek laat zien hoe snel de vogels zich aan die veranderingen aanpassen, zo concluderen de onderzoekers in het blad Journal of Ornithology.
Het feit dat de vogels aanzienlijk later vertrekken, heeft grote gevolgen voor de drassige gebieden waar ze vroeger een hele winter vertoefden. De vogels komen er later en soms zelfs helemaal niet meer aan. De vogels trekken nog wel, maar zakken niet meer zo ver naar het zuiden af. Hierdoor verandert ook het ecosysteem in de gebieden waar de vogels vroeger een hele winter doorbrachten.