Tijdens het WK 2010 speelt het Nederlands elftal wedstrijden op grote hoogte. Is dat nadelig? Ja, des te hoger een locatie is, des te minder zuurstof zit er in de lucht. En door weinig zuurstof in de lucht hebben voetballers minder uithoudingsvermogen en herstellen ze minder snel van blessures.
In 2007 speelde het Braziliaanse voetbalteam Flamengo een wedstrijd tegen Real Potosi in het Andesgebergte. Het stadion bevond zich bijna 4.000 meter boven zeeniveau. Op die hoogte zit er minder zuurstof in de lucht, waardoor Flamengo genoegen moest nemen met een mager gelijkspel. Na de wedstrijd kondigde het Braziliaanse team aan om nooit meer op grote hoogte te spelen.
In mei 2007 introduceerde FIFA de regel dat internationale wedstrijden niet langer op een hoogte hoger dan 2.500 meter gespeeld mogen worden. Drie landen – Bolivia, Ecuador en Colombia – waren tegen, omdat de belangrijkste stadions van deze drie landen hoger liggen. Als reactie besloot FIFA om de regel voorlopig nog even niet toe te passen.
Toch is voetballen op hoogte nu weer een issue. Het belangrijkste stadion van Zuid-Afrika – Soccer City in Johannesburg – bevindt zich op een hoogte van 1.701 meter. Ook in andere Zuid-Afrikaanse stadions, zoals het Loftus Versfeld Stadion, het Peter Mokaba Stadion, Ellis Park en het Free State Stadion, wordt gevoetbald op grote hoogte (1.200 meter of hoger).
Effecten
Onder de 500 meter zijn de effecten op de fysieke prestaties te verwaarlozen. Boven de 500 meter laten de eerste negatieve effecten zich zien, zoals een versnelde hartslag, kortademigheid en minder uithoudingsvermogen. In hoeverre voetballers last krijgen van deze negatieve effecten hangt af van de hoogte en van de voetballer zelf.
Hoe tegen te gaan?
Het is belangrijk dat spelers voor de wedstrijden alvast wennen aan de hoogte. Zo traint coach Bert van Marwijk zijn spelers nu al op een hoogte van 1.700 meter. Dat is slim. Normaal gesproken hebben sporters drie tot vijf dagen nodig om te wennen aan het hoogteverschil.
Winnaar
Waarschijnlijk gaat het grote hoogteverschil geen roet in het eten gooien. Geen enkel stadion ligt hoger dan 2.000 meter. Als de voorbereidingen goed zijn, dan merken de spelers weinig van de negatieve effecten tijdens de wedstrijden. Alle 32 teams hebben in principe kans om het WK te winnen.
Bal
Waar spelers wel voor moeten uitkijken, is de aerodynamica van de bal. Iedere 1.000 meter omhoog verlaagt de atmosferische druk met ongeveer elf procent. Johannesburg heeft een atmosferische druk van ongeveer 81 procent dat van Kaapstad. Als iemand een bal schiet in een stadion in Johannesburg, dan bereikt die een grotere hoogte dan in Kaapstad.
Sneller reageren
Stel: een voetballer is achttien meter verwijderd van het doel en hij schiet een bal met een snelheid van 22,8 meter per seconde, dan rolt de bal 0,817 seconden later over de doellijn. Op 1.700 meter hoogte is dat slechts 0,801 seconden. Het verschil is klein, maar voor een doelman is timing erg belangrijk. Doelmannen (maar ook verdedigers) moeten sneller reageren. Aanvallers ook, want de balsnelheid ligt hoger en dus moet er goed gekeken worden naar wie de bal wordt gespeeld.
Teams
Teams spelen dit jaar niet meer alleen op grote hoogte of op zeeniveau, zoals Argentinië tijdens het WK in 1986 in Mexico. Het is dus niet zo dat teams – die normaal op grote hoogte spelen – beter kunnen inschatten hoe snel de bal reageert, en dus het WK winnen. Deze teams moeten namelijk ook op zeeniveau spelen, waar spelers uit ‘lage landen’ weer meer voordeel hebben. Kortom, het zal dit WK niet zozeer gaan om hoogte en snelheid, maar om het sterkste team. En misschien een beetje geluk.