Het interstellaire object moet deze sterren meer dan 1 miljoen jaar geleden hebben verlaten.
‘Oumuamua werd in oktober 2017 ontdekt en zorgde voor een hoop opwinding. De baan van het object wees er namelijk sterk op dat de ruimtesteen afkomstig was uit een ander zonnestelsel. Een primeur: voor het eerst konden astronomen een interstellair object observeren dat ons eigen zonnestelsel bezocht. Maar waar was de lange reis van ‘Oumuamua eigenlijk begonnen? Onderzoekers hebben nu geprobeerd om met gegevens van de Gaia-satelliet de oorsprong van de ruimtesteen te traceren.
Deze studie borduurt voort op eerder onderzoek, waarin ‘Oumuamua als komeet werd bestempeld. De onderzoekers hielden rekening met hoe de baan van ‘Oumuamua veranderde toen het object dicht bij de zon in de buurt kwam. Hierdoor konden de astronomen een nauwkeurige schatting maken van de richting waar ‘Oumuamua oorspronkelijk vandaan moest zijn gekomen, eveneens de snelheid waarmee het object reisde en zich ons zonnestelsel in haastte.
Oorsprong
En met succes. De astronomen namen miljoenen sterren onder de loep en wisten dit aantal terug te brengen tot vier mogelijke moedersterren waar ‘Oumuamua van afkomstig zou kunnen zijn. Het zijn allevier dwergsterren. Tijdens de zoektocht hielden de onderzoekers rekening met twee eigenschappen: (1) de moederster moet redelijk dicht bij ‘Oumuamua in de buurt zijn gekomen en (2) de moederster moet zich op een gestaag tempo voortbewegen – zo komt het namelijk niet vaak voor dat objecten met grote snelheden uit hun thuissystemen worden geworpen.
Kandidaten
De eerste kandidaat is de roodachtige dwergster HIP 3757. Deze kwam ongeveer een miljoen jaar geleden het dichtst bij ‘Oumuamua in de buurt. Zo naderde de ster ‘Oumuamua op ongeveer 1,96 lichtjaar. Toch bracht de relatieve snelheid van deze ster – 25 km/s – de onderzoekers aan het twijfelen. Zo lijkt dit toch iet wat aan de snelle kant. De tweede kandidaat is een zonachtige ster, genaamd HD 292249. Deze ster kwam 3,8 miljoen jaar geleden wat minder dicht in de buurt van ‘Oumuamua dan de eerste kandidaat, maar heeft een lagere relatieve snelheid van 10 km/s. De overige twee mogelijke moedersterren ontmoetten ‘Oumuamua 1,1 en 6,3 miljoen jaar geleden met tussenliggende snelheden en afstanden.
Hoewel dit vier zeer aannemelijke kandidaten zijn, ontbreekt op dit moment nog hét bewijsstuk dat ‘Oumuamua aan één van de sterren koppelt. Om ‘Oumuamua met de waargenomen snelheid uit te werpen, zou het thuissysteem een geschikte planeet moeten hebben, die ‘Oumuamua in de diepte van de ruimte zou kunnen slingeren. En tot op heden zijn er rond de mogelijke moedersterren nog geen planeten aangetroffen. Wellicht zou verder onderzoek naar de sterren daar in de toekomst verandering in kunnen brengen.