De video over verborgen ontwerp in steden leverde heel wat reacties op. We hebben de interessantste eruit gefilterd om voor te leggen aan de wetenschapper uit de video Fenne Roefs.
Kijk hieronder eerst de video of scrol direct naar beneden voor de vragen en antwoorden.
@codex4048 vraagt: Door deze video ben ik erachter gekomen dat de lampen bij de roltrappen verschillende kleuren zijn en dus een indicatie of deze wel of niet gebruikt kan worden. Als kleurenblinde zijn deze twee exact hetzelfde en snapte ik het nut niet, ze staan soms zelfs in de weg. Waarom is gekozen voor iets wat niet toegankelijk is in plaats van een rood kruis zoals sommige roltrappen hebben?
Fenne Roefs: “Dit is een goed punt en terechte opmerking. Het gebruiken van alleen kleur om iets te communiceren is niet voor iedereen toegankelijk. Vooral kleurenblindheid voor rood-groen komt vaak voor, bij ongeveer 8 procent van de mannen en 0,5 procent van de vrouwen in Noord-Europa. Het is daarom belangrijk om niet alleen kleur, maar bijvoorbeeld ook vorm of tekst te gebruiken om informatie over te brengen. Op het treinstation gaat dit goed bij de poortjes waar een groene pijl en een rood kruis worden gebruikt. Helaas gaat het inderdaad niet goed bij de roltrappen.
@noelltaravati4177 is het niet eens: Oneens. Bij het zien van Station Utrecht in de video krijg ik stress. Zoveel informatie; snel wisselen (van trein of bus), zware tas, warm of koud – mijn ervaring is negatief. De omgeving is naar mijn mening overprikkelend en chaotisch en voelt onpersoonlijk. Een paar planten, fontein (denk aan de hal in het UMCG), rustige kleuren (I.p.v. aluminium, spierwit en koningsblauw) en vriendelijke NS-medewerkers (ipv. BOA’s die je verdacht aankijken) zou mij al helpen om de omgeving prettiger te maken.
Scientias: Dit is natuurlijk niet echt een vraag, maar heeft deze persoon een punt? Of kun je hier meer over uitleggen? Bijvoorbeeld de negatieve punten die wel gefilmd, maar niet uitgezonden zijn?
FR: “In de video benoem ik enkele positieve factoren die bijdragen aan oriëntatie en navigatie, zoals het feit dat de hal goed overzicht biedt en een relatief eenvoudige hoofdstructuur heeft: de hal bestaat uit één grote ruimte van waaruit alle sporen goed te zien en te bereiken zijn, met de uitgangen aan weerszijden. Dat neemt niet weg dat Utrecht Centraal een drukbezocht, groot en complex OV-knooppunt is van trein, tram en bus. In het station bevinden zich bovendien verschillende diensten, faciliteiten en commerciële bestemmingen en die zijn niet allemaal even gemakkelijk te zien en te vinden. Deze complexiteit zie je ook terug op de bewegwijzering: veel grote borden met een hoge informatiedichtheid. Tel daar dan nog eens het geluidslandschap van rijdende en remmende treinen, omroepberichten, piepjes van OV-poortjes, geluiden van medereizgers, etc. bij op – dan kan ik mij de ervaring van chaotisch en overprikkelende omgeving goed voorstellen. Een ander punt dat de oriëntatie op Utrecht Centraal soms lastig maakt, is dat de hal relatief symmetrisch is: wanneer je vanaf het perron de hal in komt, lijken de linker- en rechterzijde op elkaar. Reizigers moeten vaak even goed kijken welke kant ze op moeten voor bijvoorbeeld uitgang Centrum of uitgang Jaarbeurs. Al met al zijn er dus zeker ook mogelijke verbeterpunten te noemen, die de ervaring van rezigers positiever zouden kunnen maken.”
@herminevandermeij769 vraagt: Hallo Fenne, werk je ook voor blinden in deze context? Bij geluiden is dat idd heel goed
FR: “Wat goed dat dit genoemd wordt! Momenteel werk ik aan een project met als onderzoeksvraag ‘Hoe kan geluidsontwerp oriëntatie en navigatie ondersteunen en de ervaring van reizigers verbeteren?’ We richten ons in dit onderzoek vooral op reizigers met een visuele beperking, hoewel we ook het bredere plaatje in de gaten houden, met als uiteindelijk doel om een verbetering te realiseren voor alle gebruikers van het station. In dit onderzoek werken we samen met blinde en slechtziende ervaringsdeskundigen, die met ons meedenken en onze ideeën toetsen. Een onderdeel van dit onderzoek is de online survey ‘Hoe zeg jij iets met … geluid?’. Dit is een van de twee publieksonderzoeken van het Weekend van de Wetenschap, waaraan mensen nog enkele maanden kunnen meedoen via de website https://hoezegjijietsmet.nl. Het geluidsonderzoek is ook toegankelijk voor blinde en slechtziende mensen die met een schermlezer werken.”
Scientias: In de video gaat het ook nog over missende sporen, helaas worden die niet genoemd in de video zelf. Een van de reacties beantwoord de vraag, namelijk @Keikdv zegt: De nummers 6, 10, 13, 16 en 17 worden op Utrecht CS niet gebruikt.
FR: “@Keikdv geeft het juiste antwoord! Inderdaad zul je in de hal van Utrecht Centraal spoornummers 6, 10, 13, 16 en 17 niet op de borden terugzien. Er zijn verschillende oorzaken van de gaten in de nummering van de perrons. Perrons krijgen de nummers van de sporen waar ze aan liggen, maar niet alle sporen liggen aan een perron, zoals bijvoorbeeld sporen die alleen worden gebruikt door goederentreinen. Ook gebeurt het dat sporen verdwijnen, bijvoorbeeld om ruimte te maken voor verbreding van omliggende sporen. Een belangrijke reden waarom de spoornummers niet worden aangepast in zulke gevallen, is dat dit een ingrijpende en kostbare operatie zou zijn. Neem bijvoorbeeld spoor 6 op Utrecht Centraal, een spoor dat jaren geleden verwijderd is. Het aanpassen van de spoornummers zou betekenen dat alle borden met spoor 6 of hoger moeten worden vervangen.”
“Wat ik vanuit mijn vakgebied interessant vind, is dat het reizigers meestal niet opvalt dat er spoornummers ontbreken. Pas wanneer je er bewust op let, zie je het. Je leest de borden immers meestal heel doelgericht – je zoekt bijvoorbeeld naar spoor 5 omdat daar je trein vertrekt en dat het spoor ernaast 7 is in plaats van 6 valt je nauwelijks op, omdat dit voor jou niet direct relevant is.”