Biologische textielvezels, die steeds vaker worden gebruikt in kleding en andere textielproducten, blijken mogelijk een grotere bedreiging voor het milieu dan de kunststoffen die ze moeten vervangen.
Deze verrassende ontdekking komt uit een studie van de Universiteit van Plymouth, waarbij onderzoekers het effect van verschillende vezels op regenwormen bestudeerden. Regenwormen zijn essentieel voor de gezondheid van bodems wereldwijd. Ze spelen een cruciale rol bij het beluchten van de bodem, de afbraak van organisch materiaal en het bevorderen van plantengroei. De wetenschappers vergeleken tijdens de studie gewone polyestervezels met twee biologische alternatieven: viscose en lyocell. Deze laatste twee worden gemaakt van natuurlijke grondstoffen zoals houtpulp en worden vaak aangeprezen als milieuvriendelijk. De resultaten waren verontrustend.
Biologische alternatieven doden regenwormen
Bij blootstelling aan hoge concentraties van deze vezels overleefde slechts 20 procent van de regenwormen het contact met viscose. Bij lyocell was dit 40 procent, terwijl bij gewoon polyester 70 procent van de wormen in leven bleef. Ook bij lagere, meer realistische hoeveelheden vezels zagen de onderzoekers problemen: regenwormen die werden blootgesteld aan viscose plantten zich minder voort, terwijl wormen die in aanraking kwamen met lyocell minder goed groeiden.
Vezels komen op grote schaal in het milieu terecht
“In 2022 werd wereldwijd meer dan 320.000 ton biogebaseerde en biologisch afbreekbare vezels geproduceerd en uit onderzoek blijkt dat aanzienlijke hoeveelheden daarvan in het milieu terecht zullen komen. Het ontbreekt echter aan bewijs voor de ecologische impact van deze vezels”, zegt Winnie Courtene-Jones, hoofdauteur van de studie die gepubliceerd werd in vakblad Environmental Science and Technology. De vezels komen vrij tijdens het wassen van kleding, maar ook door normale slijtage van textielproducten. Daarnaast kunnen ze in de bodem terechtkomen via rioolslib dat als meststof wordt gebruikt.
“Ons onderzoek heeft aangetoond dat biologische vezels een aantal nadelige effecten hebben op regenwormen – dieren die essentieel zijn voor het functioneren van het milieu. Het onderstreept het belang van het verzamelen van verder bewijs voordat alternatieven voor conventionele kunststoffen op nog grotere schaal beschikbaar worden gemaakt”, zegt Courtene-Jones. Het onderzoek sluit aan bij een eerdere studie van dezelfde onderzoekers, die aantoonde dat ook de materialen in biologisch afbreekbare theezakjes schadelijk kunnen zijn voor regenwormen.
VN-top rond plastic
Deze bevindingen komen op een cruciaal moment. Binnenkort komen wereldleiders in Busan, Zuid-Korea bijeen voor de laatste onderhandelingsronde over een wereldwijd plasticverdrag. Richard Thompson, een mede-auteur van de studie, zal deze resultaten bespreken tijdens de VN-onderhandelingen. “Er is steeds meer belangstelling voor alternatieve materialen die plastic kunnen vervangen, maar deze studie benadrukt nog eens hoe belangrijk het is om nieuwe innovaties te testen in relevante milieuomgevingen voordat ze op grote schaal worden toegepast. Ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is om de plasticvervuilingscrisis aan te pakken, maar onafhankelijk wetenschappelijk bewijs zal van cruciaal belang zijn om onbedoelde gevolgen te voorkomen bij het zoeken naar oplossingen.”
De impact van plasticvervuiling
Plasticvervuiling is een groeiend milieuprobleem dat wereldwijd ernstige gevolgen heeft voor ecosystemen op het land en in zee. Jaarlijks belanden miljoenen tonnen plastic afval in de natuur, waar het honderden jaren kan blijven bestaan. Deze vervuiling leidt tot verstikking van wilde dieren, verstoring van voedselketens en de vorming van microplastics die in waterbronnen terechtkomen en uiteindelijk ook de menselijke gezondheid kunnen bedreigen. Bovendien dragen de productie en het afbreken van plastics bij aan de uitstoot van broeikasgassen, waardoor ook de klimaatverandering wordt versneld. De toenemende druk om milieuvriendelijke alternatieven te vinden en de impact van plasticvervuiling te verminderen, vormt dan ook een cruciale uitdaging voor beleidsmakers, wetenschappers en bedrijven wereldwijd.