Die 10.000 stappen per dag? Niet per se nodig, zeggen onderzoekers. Uit een analyse van 57 studies blijkt dat je met veel minder al gezond blijft.
Onderzoekers van de Universiteit van Sydney hebben de gegevens van 57 wetenschappelijke studies, waaraan in totaal meer dan een half miljoen mensen wereldwijd aan hebben deelgenomen, onder de loep genomen. Het gaat om een zogenaamde systematische review, een type onderzoek waarbij eerder uitgevoerde studies worden verzameld, beoordeeld en geanalyseerd om een betrouwbaar totaalbeeld te geven van wat wetenschappers over een onderwerp weten. De analyse werd gepubliceerd in het vakblad The Lancet.
Acht factoren
Ze keken naar acht belangrijke gezondheidsfactoren, zoals dementie, depressie, diabetes type 2, hartproblemen, hoe functioneel je lichaam is, je kans om eerder te overlijden, kanker en of je sneller valt. Geen gokwerk hier: ze gebruikten alleen studies waarin beweging werd gemeten met apparaatjes zoals stappentellers, niet met wat mensen zelf invullen.
Ze begonnen met een basis van 2.000 stappen per dag; dat is wat oudere mensen vaak als minimum halen. Vanaf daar keken ze wat meer stappen doen voor je gezondheid. Ze combineerden de data van de studies en gebruikten wiskundige modellen om te zien hoe stappen en gezondheidsrisico’s samenhangen.
Dit is het nieuwe tovergetal
Hier komt het: 7.000 stappen per dag lijkt voor de meeste mensen een sweet spot. Dat is ongeveer een uur wandelen in een normaal tempo. Vergeleken met die 2.000 stappen, verlaagt 7.000 stappen je risico op allerlei narigheid met 6 tot 47 procent. Zelfs een beetje meer bewegen helpt al. Stap je bijvoorbeeld 4.000 keer per dag, dan heb je al 36 procent minder kans om vroegtijdig te overlijden dan iemand die blijft hangen op 2.000. Dus ook als je niet meteen een marathonloper wordt, doet het al wat.
Maar het hangt wel af van waar je je zorgen over maakt. Maak je je vooral zorgen om sterfte, hartproblemen, dementie en valrisico? Hier zie je een soort S-vorm. Tussen de 5.000 en 7.000 stappen per dag krijg je de grootste voordelen, daarna wordt het effect minder sterk. Bij diabetes en depressie werkt het anders. Hoe meer je loopt, hoe beter het wordt. Er is geen plafond in zicht binnen wat de onderzoekers onderzochten.
Waarom je dit kunt vertrouwen (en waar je toch even moet opletten)
Dit onderzoek is stevig: de wetenschappers gebruikten betrouwbare meetmethodes en strenge checks om te zorgen dat de conclusies kloppen. Ze keken bijvoorbeeld met een speciale schaal (de Newcastle-Ottawa) of de studies goed in elkaar zaten en beoordeelden hoe zeker het bewijs is.
Maar perfect is het niet. Voor sommige dingen, zoals kanker en depressie, hadden ze minder studies om op te bouwen. Ook kwamen de meeste gegevens uit rijkere landen, dus het kan anders zijn in andere delen van de wereld. En beweging werd vaak maar één keer gemeten, terwijl jouw stapgedrag morgen best kan veranderen.
Mensen die bijna niet lopen, zeggen de onderzoekers ten slotte, zijn misschien ook op andere manieren minder gezond, en dat kan de resultaten een beetje vertekenen. Ze hebben geprobeerd dat mee te nemen, maar er kan altijd wat ruis blijven.
Wat betekent dit voor jou?
Geen stress meer over die 10.000 stappen! Met 7.000 kom je al een heel eind, en als je meer wilt doen, is dat mooi meegenomen, al wordt de extra winst na 7.000 kleiner. Maar elke stap extra helpt. Dus ook als je van de bank naar de keuken sloft, ben je al goed bezig.
Toch een kanttekening: stappentellers meten niet alles. Fiets je veel of zwem je graag? Dat telt ook, maar zie je niet terug in deze cijfers. En als lopen lastig is door bijvoorbeeld een beperking, zegt dit onderzoek daar nog veel minder over. De wetenschappers willen daarom dan ook meer: langere studies, in meer landen, om dit nog beter te snappen.





