Heel langzaam wordt er steeds meer bekend over de oorzaken van alzheimer. Een ongezonde leefstijl blijkt bijvoorbeeld een belangrijke factor te zijn. Zo hebben onderzoekers nu ontdekt dat een bepaald type lichaamsvet twintig jaar voor de eerste symptomen de ziekte kan voorspellen.
Meer precies, gaat het om de hoeveelheid visceraal vet, ofwel vet rond de organen, die is gekoppeld aan ophopingen van het amyloïde-eiwit in de hersenen. De onderzoekers, die hun studie presenteren op het jaarlijkse congres van de Radiological Society of North America (RSNA) deze week, benadrukken dat een gezondere leefstijl, waardoor de hoeveelheid visceraal vet vermindert, de kans op alzheimer kan verkleinen.
Op middelbare leeftijd
“Dit hebben we ontdekt omdat we de ontwikkeling van alzheimer bij mensen van middelbare leeftijd – tussen de 40 en 50 jaar – onderzochten, als de ziekte zich in de vroegste stadia bevindt en mogelijke interventies zoals gewichtsverlies en het verminderen van visceraal vet effectiever zijn als manieren om de ziekte te voorkomen of te vertragen”, vertelt hoofdonderzoeker Mahsa Dolatshahi van de Washington University School of Medicine in St. Louis, Missouri.
In Nederland krijgen een op de drie vrouwen en een op de zeven mannen ooit dementie. In 70 procent van de gevallen gaat het dan om alzheimer. Er is nog steeds geen medicijn dat de ziekte echt kan vertragen, laat staan genezen.
Preventie
Gelukkig komt er nu steeds meer onderzoek dat aantoont dat de aandoening ook kan worden voorkomen. In de nieuwe studie richtten de wetenschappers zich op de link tussen veranderbare leefstijlfactoren, zoals obesitas en de vetverdeling in het lichaam, en het ontstaan van alzheimer.
In totaal namen tachtig gezonde mensen deel aan de studie. Ze hadden een gemiddelde leeftijd van 49,4 jaar, ongeveer twee derde was vrouw en ruim 57 procent had obesitas. Het gemiddelde BMI was 32,3. De deelnemers kregen een PET-scan van de hersenen, MRI-scans van het lichaam en glucose-, insuline- en cholesterolmetingen. MRI-scans van de buik werden uitgevoerd om de hoeveelheid vet onder de huid en visceraal vet te meten.
BMI en alzheimer
“We onderzochten het verband tussen BMI, visceraal vet, vet onder de huid, levervet, dijvet, spiermassa, insulineresistentie en het goede cholesterol enerzijds met amyloïde- en tau-afzettingen bij alzheimer anderzijds”, zegt onderzoeker Dolatshahi.
Dijbeenspierscans werden gebruikt om het volume van spieren en vet te meten. De kans op alzheimer werd gemeten met PET-scans en tracers die zich binden aan amyloïde plaques en tau-eiwitten die zich ophopen in de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer.
De bevindingen toonden aan dat meer visceraal vet gerelateerd was aan een verhoogde hoeveelheid amyloïde-eiwitten. Dit vet was verantwoordelijk voor 77 procent van het effect van een hoog BMI op de ophoping van het eiwit.
Amyloïde en tau
“Onze studie laat zien dat meer visceraal vet verband houdt met hogere PET-niveaus van de twee pathologische eiwitten die kenmerkend zijn voor de ziekte van Alzheimer -amyloïde en tau”, aldus Dolatshahi. “Voor zover wij weten, is onze studie de enige die deze bevindingen aantoont bij mensen op middelbare leeftijd, die nog tientallen jaren verwijderd zijn van het ontwikkelen van de eerste symptomen van dementie.”
Daarnaast bleek ook dat een hogere insulineresistentie en een lager niveau van goed cholesterol verband hielden met hoge niveaus van amyloïde in de hersenen. De negatieve effecten van meer visceraal vet op de amyloïde-niveaus namen dan ook af bij mensen met hogere goede cholesterolwaarden. “Deze studie gaat verder dan het gebruik van BMI om lichaamsvet nauwkeuriger te meten met behulp van MRI en onthult daarbij belangrijke inzichten over waarom obesitas het risico op de ziekte van Alzheimer kan verhogen”, aldus Dolatshahi.
Bloedtoevoer naar de hersenen
De onderzoekers presenteren op het congres ook een studie waarin ze aantonen hoe obesitas en visceraal vet de bloedtoevoer naar de hersenen verminderen. In die studie voerden de onderzoekers hersen- en buik-MRI’s uit bij normale mensen van middelbare leeftijd met een breed scala aan BMI-waarden. Ze vergeleken de bloedtoevoer naar de hersenen tussen mensen met een hoog versus laag niveau van visceraal en onderhuids vet. De groep met veel visceraal vet had een lagere bloedtoevoer naar de hersenen als geheel. Er bleek geen verschil in de bloedtoevoer naar de hersenen tussen groepen met veel versus weinig vet onder de huid. Het is dus specifiek het vet rond de organen dat schadelijk is.
Dat biedt dus kansen op het gebied van preventie. Door meer in te zetten op een gezonde leefstijl waardoor de hoeveelheid vet rond de organen afneemt, kunnen mogelijk veel gevallen van alzheimer worden voorkomen.