Vegetariërs hebben opvallend genoeg vaak deze eigenschappen

Vegetariërs blijken andere types dan vleeseters en dat zit hem niet alleen in liefde voor dieren of zorgen om het milieu. Volgens een nieuwe studie zijn mensen die liever een Beyond-burger in de pan gooien individualistischer dan wie de voorkeur geeft aan een gehaktballetje.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, vinden vegetariërs macht en prestaties consequent belangrijker voor hun persoonlijke waarden dan hun vleesetende leeftijdsgenoten.

Diepere waarden
Meestal wordt gekeken hoe de score op de Big 5-persoonlijkheidstest verschilt bij vegetariërs en vleeseters (denk aan eigenschappen als openheid en vriendelijkheid), maar daarmee krijg je geen inzicht in de diepere waarden die een rol spelen bij het wel of geen vlees eten. In deze studie is daar wel naar gekeken met behulp van de theorie van Schwartz over menselijke waarden. Dit bekende model bestaat uit kernprincipes zoals traditie, zelfsturing en universalisme.

Om te bepalen of fundamentele waarden systematisch verschillen tussen mensen die zich identificeren als vegetariërs en mensen die wel vlees eten, zijn drie onafhankelijke steekproeven uitgevoerd: één in de Verenigde Staten en twee in Polen. Psycholoog John Nezlek van de SWPS University of Social Sciences and Humanities en het College of William & Mary ondervroeg meer dan duizend volwassenen in de VS, 636 in de eerste Poolse cohort en 2102 in de tweede. In totaal namen bijna 3800 volwassenen deel aan alle steekproeven, van wie 883 vegetariërs en 2909 niet-vegetariërs.

Fictief persoon
De deelnemers vulden gestandaardiseerde vragenlijsten in over menselijke waarden en voedingsgewoonten. De waarden werden beoordeeld aan de hand van Schwartz’ Portrait Value Questionnaire. Bij elk item werd de deelnemers gevraagd om op een schaal van zes punten aan te geven in hoeverre een beschrijving van een fictief persoon op henzelf van toepassing was. De tien waarden waarnaar werd gekeken zijn universalisme, welwillendheid, conformisme, traditie, veiligheid, zelfsturing, stimulatie, hedonisme, prestatie en macht.

De uitkomsten waren opmerkelijk: vegetariërs beoordeelden de waarden welwillendheid, veiligheid en conformisme in alle drie de steekproeven consequent als minder belangrijk dan niet-vegetariërs. De waarden stimulatie, prestatie en macht vonden de vegetariërs juist belangrijker dan de vleeseters. Het weerspiegelt een herhaald patroon van verschillen. Traditionele waarden waren ook minder belangrijk voor vegetariërs, al was dit verschil alleen in de Poolse cohorten statistisch significant. De vegetariërs waren weliswaar welwillend, maar hun score was relatief lager dan bij omnivoren.

Non-conformisten
In de Verenigde Staten hechtten vegetariërs meer belang aan universalisme dan niet-vegetariërs. Waarden op het gebied van zelfsturing verschilden per land: belangrijker voor niet-vegetariërs in de VS, maar belangrijker voor vegetariërs in Polen. Milieuwaarden, een subcomponent van universalisme, volgden hetzelfde patroon: significant in de VS, niet in Polen.

De conclusie is ergens onverwacht: vegetariërs zijn onafhankelijke non-conformisten, die minder waarde hechten aan sociale harmonie of welwillendheid. Tegelijkertijd vonden ze waarden die verband houden met persoonlijke keuzevrijheid, zoals prestatie en macht, belangrijker. Nezlek interpreteert deze combinatie als bewijs dat vegetarisch eten minder als een morele verplichting voelt en meer als een vorm van zelfdefinitie door je af te zetten tegen dominante normen.

Met andere woorden: vegetariërs zijn niet per se meer begaan met het milieu of de dieren dan vleeseters, ze zien het meer als een daad van rebellie en een manier om anders te zijn dan anderen, denkt de psycholoog.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd