Wetenschappers hebben in het gif van tarantula’s zeven stofjes ontdekt die mogelijk af kunnen rekenen met (chronische) pijn. De stofjes kunnen voorkomen dat pijnsignalen vanuit de zenuwen het brein bereiken.
Het voelen van pijn is een samenwerking tussen zenuwen en het brein. De zenuwen signaleren de pijn en geven deze door aan het brein. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een zogenoemd natriumkanaal. Natriumdeeltjes reizen door dit kanaal en creëren elektrische pulsen die uiteindelijk in het brein terechtkomen en daar geregistreerd kunnen worden als pijn. Uit eerder onderzoek is gebleken dat mensen die door een genetische mutatie een specifiek natriumkanaal – Nav1.7 – missen, geen pijn kunnen ervaren. Sindsdien zijn onderzoekers op zoek naar stoffen die dit natriumkanaal bij mensen met (chronische) pijnklachten kunnen blokkeren.
Kandidaten
En nu hebben ze veelbelovende kandidaten gevonden. In het gif van de tarantula ontdekten ze zeven peptiden (mini-eiwitten) die het Nav1.7-kanaal kunnen blokkeren. “We hebben negen natriumkanalen in ons lichaam en de uitdaging is om peptiden te vinden die onderscheid kunnen maken tussen deze kanalen en zich alleen richten op Nav1.7, iets wat huidige pijnmedicatie niet kan,” stelt onderzoeker Glenn King. “Maar peptiden afkomstig uit spinnengif kunnen dit hoogstwaarschijnlijk wel.”
Toekomstige pijnstiller?
De onderzoekers stuitten op de zeven peptiden toen ze het gif van 205 spinnensoorten analyseerden. “We ontdekten dat veertig procent van het gif minstens één peptide bevatte die de menselijke Nav1.7-kanalen blokkeert. Van de zeven veelbelovende peptiden die we geïdentificeerd hebben, is er één die de juiste structuur, stabiliteit en potentie heeft om dienst te doen als basis voor een toekomstige pijnstiller.”
De onderzoekers gaan nu de exacte werking van deze peptiden onderzoeken en hopen uiteindelijk met een pijnstiller te komen die het Nav1.7-kanaal blokkeert en minder bijwerkingen heeft dan bestaande pijnstillers. Ook willen ze in spinnengif op zoek gaan naar meer van dit soort peptiden.