Het kappen van regenwoud om ruimte te maken voor veeteelt is veel slechter voor de biodiversiteit dan gedacht. Een onderzoek in Colombia, dat is uitgegroeid tot de grootste vogelstudie ter wereld, laat zien dat de schade voor de natuur gemiddeld 60 procent hoger is dan eerdere schattingen.
Een team van de University of Cambridge heeft de afgelopen jaren verspreid over dertien verschillende ecoregio’s in Colombia in kaart gebracht welke vogelsoorten voorkomen in regenwouden en welke vogels leven in weilanden waar vee graast. In totaal kwamen de biologen 971 soorten tegen, bijna 10 procent van alle vogelsoorten wereldwijd. De waarnemingen kwamen grotendeels tot stand aan de hand van geluidsopnames: in 80 procent van de gevallen werden de vogels gehoord, maar niet gezien.
Vogels verdwijnen door ontbossing
Door deze gegevens te combineren met informatie over hoe gevoelig elke soort is voor veranderingen in hun leefomgeving, ontdekten de wetenschappers dat de werkelijke biodiversiteitsverliezen bij ontbossing veel groter zijn dan eerder gedacht. Met name soorten die in kleine gebieden leven en vogels die nogal kieskeurig zijn wat betreft hun leefgebied, verdwijnen van de aardbodem wanneer er massaal bomen worden gekapt om de boeren te plezieren.
Tot nu toe zijn de effecten van ontbossing meestal gemeten door middel van lokale studies. Hierbij worden kleine gebieden in het bos vergeleken met aangrenzende weides of plantages. Maar volgens hoofdonderzoeker David Edwards van de University of Cambridge geeft dat een vertekend beeld. “Mensen meten vaak het verschil in soorten op één plek en trekken dan conclusies voor een hele regio”, legt Edwards uit. “Maar ontbossing vindt plaats op enorme schaal, op verschillende hoogtes en in allerlei ecosystemen. Als je echt wilt weten wat het effect is op biodiversiteit, moet je die schaal meenemen in het onderzoek.”
Veel schade, weinig compensatie
Zijn team toont aan dat het verlies van biodiversiteit bij het kappen van regenwoud voor weiland in Colombia 62 procent groter is dan uit eerdere lokale studies is komen rollen. Het onderzoek heeft ook gevolgen voor beleidsmakers. Wereldwijd wordt namelijk gewerkt met zogeheten ‘biodiversiteitscompensatie’: als er in het ene gebied schade wordt aangericht, wordt geprobeerd die goed te maken door elders natuur te beschermen of herstellen. Maar zulke systemen werken alleen goed als je betrouwbare data hebt. Helaas laten de datasets die nu gebruikt worden dus een veel te rooskleurig beeld zien.
Volgens Edwards moeten beleidsmakers zich realiseren dat voedselproductie, en vooral vleesconsumptie, een hogere ecologische prijs heeft dan gedacht. “De hamburger op je bord kost misschien weinig geld in het vriesvak bij de supermarkt, maar voor de natuur is de prijs enorm.”
Tropisch paradijs in gevaar
Colombia is een van de landen met de meeste biodiversiteit ter wereld. Ongeveer een derde van het landoppervlak is bedekt met regenwoud en in het bijzondere gebied leven duizenden unieke plant- en diersoorten. In sommige vochtige bosgebieden, zoals Caquetá en Napo, leven wel 500 tot 600 verschillende vogelsoorten op een terrein van 10 vierkante kilometer. Juist die rijke natuur maakt Colombia kwetsbaar. Veel soorten leven alleen in specifieke gebieden of op bepaalde hoogtes. Als regenwoud verandert in weiland of landbouwgrond om rundvlees, koffie, palmolie of suiker te produceren, dan verdwijnen deze soorten vaak voorgoed.
Verantwoordelijkheid nemen
De studie maakt pijnlijk duidelijk dat ontbossing voor veeteelt veel meer schade aanricht dan gedacht. De onderzoekers hopen vurig dat hun bevindingen leiden tot beter beleid en bewustere keuzes, zowel bij overheden als consumenten. “Wat we eten, heeft directe invloed op de toekomst van onze planeet”, zegt Edwards. “En het wordt tijd dat we die verantwoordelijkheid serieuzer nemen.”


