De meeste pijlinktvissen zetten in één klap al hun nageslacht op aarde en sterven dan. Maar de vampierinktvis is een uitzondering, zo blijkt uit nieuw onderzoek. De inktvis begint mogelijk tot wel honderd keer een nieuw gezin.
Onderzoekers kwamen tot die verrassende ontdekking toen ze veertig vrouwelijke vampierinktvissen ontleedden. Veel van de vrouwtjes bleken al eens nageslacht op de wereld te hebben gezet, maar nog genoeg eitjes te bezitten om dat nog vele malen te doen. Eén vrouwtje bleek al 3800 eitjes los te hebben gelaten, maar er nog zo’n 6500 te bezitten. Aangenomen wordt dat de vrouwtjes ongeveer 100 eitjes per keer loslaten. Dat zou betekenen dat dit vrouwtje dus al 38 keer een nieuw gezin is gestart en nog genoeg eitjes bezit om dat nog eens 65 keer te doen.
Pauze
En dat is bijzonder. De meeste pijlinktvissen zetten in één keer al hun nageslacht op aarde om vervolgens het loodje te leggen. Maar de vampierinktvis doet dat dus blijkbaar anders. De onderzoekers ontdekten dat veel vrouwelijke vampierinktvissen die reeds jongen op de wereld hebben gezet nog heel veel onrijpe eitjes bezaten. Het suggereert dat de vrouwtjes nadat ze hun nageslacht op de wereld zetten een pauze inlassen. Mogelijk verzamelen ze in die pauze energie om aan een nieuwe lichting jongen te beginnen.
Maar waarom?
Waarom houden de vampierinktvissen er deze tactiek op na? Waarschijnlijk heeft het alles te maken met hun levensstijl, zo stellen de onderzoekers in het blad Current Biology. Vampierinktvissen leven op een diepte van zo’n 500 tot 3000 meter. En daar gaat het leven langzamer. Er is relatief weinig zuurstof voorhanden en ook moeten de inktvissen het met caloriearm voedsel zoals zoöplankton doen. Waarschijnlijk zijn de vampierinktvissen dan ook simpelweg niet in staat tot het stichten van één gezin, maar moeten ze die energievretende gebeurtenis over meerdere fasen uitsmeren.
Het onderzoek geeft ook meer inzicht in de levensduur van de vampierinktvis. Zo wijst alles erop dat de vampierinktvis aanzienlijk langer leeft dan inktvissen die op minder grote diepte wonen doorgaans doen.