Je kunt natuurlijk om allerlei redenen hoofdpijn hebben. Soms heb je gewoon een drukke week gehad en vaak is er niet echt een verklaring. Die hebben wetenschappers nu mogelijk wel gevonden. Ze ontdekten dat de nekspieren er wellicht mee te maken hebben.
Van migraine tot spanningshoofdpijn, er is wel bekend wat er gebeurt in het lichaam, maar niet waarom het gebeurt. Er wordt alleen verondersteld dat er bij beide hoofdpijnsoorten sprake is van een overprikkeld zenuwstelsel.
Subtiele ontstekingsreacties
Maar nu hebben wetenschappers dus een duidelijkere verklaring. “De scanmethode in ons onderzoek heeft het eerste objectieve bewijs geleverd dat de nekspieren veel en vaak betrokken zijn bij primaire hoofdpijnklachten, zoals de nekpijn die bij migraine voorkomt, of spanningshoofdpijn. Het is ons gelukt om de subtiele ontstekingsreacties binnenin de spieren aan te tonen”, legt de Duitse hoofdonderzoeker Nico Sollmann van het University Hospital Ulm uit.
Cijfers over hoofdpijn
Een meerderheid van de mensen heeft soms last van spanningshoofdpijn. Zij voelen vaak een verkramping en milde tot matige doffe pijn aan beide kanten van het hoofd. Dit soort hoofdpijnklachten wordt vaak geassocieerd met stress en spierspanning, maar de exacte oorzaak ervan is niet duidelijk. Migraine veroorzaakt meer een zware kloppende pijn. Slachtoffers voelen de pijn vaak aan één kant van het hoofd of de pijn is veel erger aan één kant. Migraine kan ook zorgen voor misselijkheid, lichtgevoeligheid en algehele zwakte. Er leiden naar schatting zo’n 30.000 mannen en 123.000 vrouwen in Nederland zodanig aan deze chronische ziekte dat ze met klachten naar de huisarts gaan. Naar schatting hebben 148 miljoen mensen wereldwijd last van chronische migraine.
Monnikskapspier
Nekpijn komt vaak samen met hoofdpijn voor, maar er bestaat geen objectieve biomarker voor de link daartussen. Bij nekpijn is er sprake van irritatie of een ontsteking van het spierweefsel of weefsel rondom de spieren. Sollmann en zijn collega’s hebben daarom onderzoek gedaan naar de rol van de monnikskapspier. Dit is een grote, oppervlakkig liggende spier ter hoogte van de nek. Hij is driehoekig en doet denken aan een opstaande kap van een monnikspij. We hebben een monnikskapspier aan beide kanten van de nek. Door bij vijftig proefpersonen – voornamelijk vrouwen tussen de 20 en 31 jaar oud – speciale MRI-scans van de monnikskapspier te maken, hebben de onderzoekers voor het eerst een verband gevonden tussen de fysieke staat van deze nekspier en de primaire hoofdpijnklachten. Zestien deelnemers hadden last van spanningshoofdpijn, twaalf leden aan spanningshoofdpijn plus migraine en 22 proefpersonen waren gezond en behoorden tot de controlegroep.
Objectieve biomarker
Hoe hoger de ontstekingswaarden op de scans, hoe ernstiger en frequenter de nekpijn, het aantal dagen hoofdpijn en het aantal pijnpunten van de monnikskapspier bij de proefpersonen. Bij de deelnemersgroep die last had van spanningshoofdpijn en migraine kwamen de hoogste spierwaardes uit de testen. “De veranderingen in ontstekingswaarden van de nekspieren correleren duidelijk met de lengte van de hoofdpijnklachten en de aanwezigheid van nekpijn”, vertelt Sollmann. “Deze verschillen zorgen ervoor dat we gezonde mensen en hoofdpijnpatiënten uit elkaar kunnen houden op basis van de scans.”
Nekpijn aanpakken
De nieuwe scanmethode kan ingezet worden om hoofdpijnpatiënten in te delen in groepen en om de potentiële effecten van een behandeling te monitoren. “We kunnen nu met zekerheid zeggen dat nekspieren een grote rol spelen in het ziektebeeld van primaire hoofdpijn”, aldus Sollmann. “Als we een behandeling vinden om de nekpijn op te lossen, dan kan dat dus ook een goede methode zijn om de hoofdpijnklachten aan te pakken.” De Duitse wetenschapper legt uit dat behandelmethodes die direct op de pijnzones in de nekspieren inspelen, erg effectief kunnen zijn en veiliger zijn dan medicijnen. “Met hulp van onze nieuwe scanmethode en de ontdekking van een objectieve biomarker voor primaire hoofdpijn kunnen we in de nabije toekomst patiënten selecteren, effectieve behandelingen voor hen uitkiezen en dit hele proces nauwkeurig in de gaten houden.”