Wetenschappers zijn erin geslaagd de genen die verantwoordelijk zijn voor de productie van codeïne en morfine in klaprozen te identificeren. De ontdekking is cruciaal, omdat beide stoffen belangrijke pijnstillers zijn die nu wellicht in laboratoria kunnen worden nagemaakt.
De genen van de klaproos houden biochemici al zo’n halve eeuw bezig. Wetenschappers noemen de ontdekking dan ook een grote stap voorwaarts. “Het is gelijk aan het vinden van een gen in de strijd tegen kanker of andere genetische stoornissen,” vertelt onderzoeker Peter Facchini. Morfine wordt wereldwijd als één van de belangrijkste pijnstillers gezien. Codeïne is iets zwakker, maar minstens net zo belangrijk. De stof wordt nadat deze is ingenomen door de lever omgezet in morfine.
De wetenschappers worstelden zich de afgelopen jaren in totaal door zo’n 23.000 genen heen om uiteindelijk die achter de morfine en codeïne te vinden. Maar het is het allemaal waard geweest. “Onze ontdekking maakt het mogelijk om micro-organismen te gebruiken om opiaten en andere belangrijke medicijnen te produceren.”