Een boom waarvan onderzoekers al jaren zeker wisten dat deze in Groot-Brittannië was uitgestorven, blijkt gewoon in de koninklijke tuinen te staan.
Het draait om een iep (Ulmus ‘Wentworthii Pendula). Ooit kwam deze veelvuldig in Groot-Brittannië voor, maar dat veranderde aan het eind van de negentiende eeuw toen de iepenziekte genadeloos toesloeg en in Groot-Brittannië tussen de 25 en 75 miljoen bomen het loodje legden. Ook de Wentworth-iep werd hard getroffen. Zo hard dat deze in Groot-Brittannië uitstierf.
In de tuin van de koningin
Tenminste, dat dachten we. Want onderzoekers hebben nu in de tuin van de Britse koningin twee volwassen Wentworth-iepen teruggevonden. De bomen staan in de tuin die hoort bij het Palace of Holyroodhouse, op een steenworp afstand van het centrum van Edinburgh.
Onderzoek
Medewerkers van de Royal Botanic Garden Edinburgh (RBGE) maakten een wandeling door de koninklijke tuin toen hun oog op de iepen viel. Ze bestempelden de bomen als ‘vreemd’, waarna dr. Max Coleman de bomen eens van dichtbij kwam bekijken. Hij kon maar één conclusie trekken: dit waren ‘uitgestorven’ iepen. De twee bomen zijn meer dan dertig meter hoog en het is dan ook lastig voor te stellen dat ze zo lang over het hoofd zijn gezien.
In de archieven
Grote vraag is nu waar de bomen precies vandaan komen. De archieven melden dat er in 1902 drie Wentworth-iepen vanuit Duitsland naar RBGE werden gebracht. Daarna maken de archieven telkens melding van maar één Wentworth-iep die in de koninklijke tuin is geplaatst. En die iep bezweek in 1996 aan de iepenziekte. “Het is heel verleidelijk om te speculeren dat de Wentworth-iepen bij het paleis de twee missende bomen zijn,” stelt Coleman. Mogelijk zijn deze pas later naar de koninklijke tuinen verplaatst.
Maar veel belangrijker dan het verleden van de iepen is hun toekomst. Onderzoekers kijken momenteel of ze de bomen kunnen gebruiken om het aantal Wentworth-iepen in Groot-Brittannië toe te laten nemen.