Uitgebreid bestudeerde trilobieten weten ons toch nog te verrassen: ze blijken niet twee, maar minstens vijf ogen te hebben

Dat de ontdekking van die extra ogen zo lang op zich heeft laten wachten, is wel te verklaren. Ze zitten – in gefossiliseerde trilobieten – namelijk enigszins verstopt.

Zo’n 500 miljoen jaar geleden wemelden de oceanen van de trilobieten. Dit zijn een bekende klasse uitgestorven geleedpotigen die in vervlogen tijden in de zee leefden. Trilobieten behoren samen met ammonieten en dinosauriërs ongetwijfeld tot de bekendste fossielen. Maar ondanks 150 jaar onderzoek heeft het beestje alsnog verrassingen voor ons in petto. Zo zijn wetenschappers op extra ogen gestuit, die al die tijd over het hoofd zijn gezien.

Ogen
Geleedpotigen hebben meestal twee soorten ogen. Allereerst hebben ze een paar samengestelde ogen (ook wel facetogen genoemd). Deze bestaan vaak uit duizenden aparte lensjes. Daarnaast zijn geleedpotigen ook nog eens uitgerust met mediane ogen. Dit zijn eigenlijk een extra set enkelvoudige ogen, die zich in het midden van het voorhoofd bevinden, tussen de samengestelde ogen in. Alleen trilobieten, een belangrijke groep geleedpotigen die ten tijde van het Paleozoïcum leefden, leken vreemd genoeg geen mediane ogen te hebben.

Ontdekking
Tenminste, dat was tot voor kort de veronderstelling. Totdat onderzoekers de trilobiet Aulacopleura koninckii, waarvan een deel van de kop was afgeschraapt, aan een nadere inspectie onderwierpen.

Aulacopleura koninckii. Afbeelding: University of Cologne

Het team ontdekte drie bijna identiek gevormde, donkere, onopvallende kleine ovale vlekjes van dezelfde grootte aan de voorkant van de kop. Deze drie structuren lopen evenwijdig aan elkaar en waaieren aan de onderkant iets uit. Alle drie de vlekken worden gekenmerkt door een gladde, duidelijke omtrek en een uniforme, donkerbruine kleur. “Deze plekken onderscheiden zich duidelijk van de vlekken die ontstaan door verval of fossilisatie,” legt onderzoeker Brigitte Schoenemann uit. “In plaats daarvan komt het precies overeen met hoe de overblijfselen van eenvoudige mediane ogen eruitzien.”

Mediaan oog
Het betekent dat trilobieten mogelijk toch – net als alle andere geleedpotigen én veel naaste verwanten – niet alleen samengestelde ogen hadden, maar ook met een extra set ogen waren uitgerust. “De ontdekking ondersteunt de veronderstelling dat trilobieten oorspronkelijk mediane ogen hadden,” concludeert Schoenemann.

Onopgemerkt
Dat de trilobiet dit geheimpje zolang heeft weten te bewaren, is opvallend. Zoals gezegd is de trilobiet al ruim een eeuw uitgebreid bestudeerd. Bovendien zijn er ondertussen al meer dan 22.000 soorten ontdekt. Ondanks dat, zijn de mediane ogen al die tijd onopgemerkt gebleven. Toch is dit wel te verklaren. Ze zitten – in gefossiliseerde trilobieten – namelijk enigszins verstopt.

Verstopt
De wetenschappers gaan ervan uit dat de mediane ogen kenmerkend waren voor het larvenstadium, zo leggen ze in hun studie uit. Bovendien bevonden ze zich onder een transparante laag van het schild. Gedurende het fossilisatieproces wordt deze laag echter ondoorzichtig. “Dit heeft er beide toe bijgedragen dat de ontdekking van de extra set ogen zo lang op zich heeft laten verwachten,” aldus Schoenemann.

Meer over trilobieten
Trilobieten zijn te herkennen aan een verkalkt exoskelet aan de rugkant van het lichaam. Ze hadden een halvemaanvormige kop die wel wat weg had van de hedendaagse degenkrab. Hoewel de dieren onderhand zijn uitgestorven, waren ze een succesvolle soort in termen van evolutie. Ze hebben meer dan 250 miljoen jaar weten te overleven; langer dan de dinosauriërs.

Het betekent dat trilobieten waarschijnlijk meerdere verborgen ogen hadden. Toen de onderzoekers de trilobiet Cyclopyge sibilla bestudeerden, vonden ze namelijk ook drie mediane ogen op het voorhoofd, precies tussen de twee samengestelde ogen in. Deze waren bovendien zelfs uitgerust met lenzen die vergelijkbaar zijn met die in menselijke ogen. Dit wijst erop dat deze trilobiet waarschijnlijk beter kon zien dan zijn naaste verwant Aulacopleura koninckii, die – in tegenstelling tot Cyclopyge sibilla – enkel op de bodem leefde.

Variërend
Kortom, uit de bevindingen blijkt dat trilobieten veel meer ogen hadden dan gedacht; waarschijnlijk minstens vijf! Al kan dat aantal ook nog weleens hebben gevarieerd. De onderzoekers denken dat geleedpotigen namelijk op verschillende momenten in de evolutie over een verschillend aantal mediane ogen beschikten. “Het oorspronkelijke aantal mediane ogen is twee,” vertelt Schoenemann. “Daarnaast hadden zeer primitieve geleedpotigen er waarschijnlijk vier. Hedendaagse dieren, zoals insecten en schaaldieren, zijn uitgerust met drie mediane ogen.”

Al met al zijn de onderzoekers er dankzij hun eigen scherpe oog in geslaagd het mysterie van de ontbrekende mediane ogen bij trilobieten op te lossen. Maar dit breidt niet alleen onze kennis over deze uitgestorven prehistorische zeedieren uit. Dat het aantal mediane ogen in geleedpotigen varieerde, zou mogelijk de evolutionaire classificatie van archaïsche geleedpotigen kunnen vergemakkelijken. “Met behulp van het aantal mediane ogen kunnen we nu mogelijk eenvoudiger de positie van een geleedpotige in de evolutieboom bepalen,” besluit Schoenemann.

Bronmateriaal

"New eyes discovered in trilobites" - University of Cologne
Afbeelding bovenaan dit artikel: jonnysek van Getty Images (via canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd