Archeologen hebben in Mexico twee oude, kunstmatige meren ontdekt. De meren zijn aangelegd door de Maya’s en konden net zoveel water bevatten als tien Olympische zwembaden. De reservoirs dienden als opslag voor drinkwater en konden tijdens het droge seizoen – dat drie maanden duurde – zo’n 2000 mensen van water voorzien.
“We ontdekten dat de bodem – die zich op een diepte van twee meter bevindt – bedekt is met scherven,” vertelt archeoloog Nicolaus Seefeld. De scherven lijken als vloer te dienen en dat is opvallend. Want voor zo’n groot reservoir zijn vele scherven nodig. De reservoirs zijn zo’n honderd vierkante meter groot en werden door de Maya’s zelf ‘aguadas’ genoemd.
Jungle
De onderzoekers ontdekten de kunstmatige wateren in Uxul. De opgravingen vielen niet mee. Om in Uxul te komen, moet men eerst 120 kilometer door de jungle reizen. Maar de tocht is het waard gebleken.
Leefsituatie
“Deze lente vonden we voor het eerst tombes die niet waren vernietigd door grafrovers,” vertelt onderzoeker Nikolai Grube. Ook de waterreservoirs zijn van grote waarde. “We hopen dat deze en andere studies naar het drinkwatersysteem en de geschiedenis van de vegetatie ons voorziet van nieuwe inzichten als het gaat om de leefsituatie van de bevolking van deze stad.”
De beschaving van de Maya’s bestond en bloeide op tussen 2000 voor Christus en 1500 na Christus. Uxul stamt uit de tijd tussen 250 en 900 na Christus. De stad was dichtbevolkt en viel vanaf het jaar 630 onder het bewind van de rivaliserende stad Calakmul.