Om Jupiter draaien niet alleen grote, maar ook tientallen piepkleine maantjes. Astronomen hebben er weer twee ontdekt.
Met de twee nieuwe manen S/2016 J1 en S/2017 J1 komt het totaal aantal joviaanse manen op 69. “We zijn momenteel op zoek naar objecten in het buitengebied van het zonnestelsel, zoals planeet X, en toevallig kwam Jupiter ook voorbij”, vertelt astronoom Scott Sheppard. Hierdoor zijn de twee nieuwe maantjes gespot.
S/2016 J1 en S/2017 J1 zijn slechts een tot twee kilometer breed. Het zijn dus echt minimaantjes, die maar net te zien zijn door de beste telescopen ter wereld. Zo is S/2016 J1 op 8 maart 2016 ontdekt met de 6,5 meter telescoop van het Las Campanas observatorium in Chili. De maan is 20,6 miljoen kilometer van de grootste planeet van het zonnestelsel verwijderd en doet 1,65 jaar over een rondje om de planeet. De maan is voor het eerst gespot door Sheppard.
S/2016 J1 is op 23 maart 2017 gevonden met de Chileense Victor Blanco reflector. Deze maan is nog verder verwijderd van Jupiter, namelijk 23,5 miljoen kilometer. De maan heeft net iets meer dan twee jaar nodig om rond Jupiter te draaien.
Beide objecten hebben een retrograde baan, wat betekent dat ze in de tegengestelde richting om Jupiter draaien. Dit vertelt iets over de ontstaansgeschiedenis van de twee maantjes. Waarschijnlijk zijn ze ergens anders in het zonnestelsel ontstaan en pas op latere leeftijd door Jupiter gevangen.