Toen de megalodon nog een megalodonnetje was, ging ‘ie naar de crèche

Onderzoekers hebben overtuigend bewijs gevonden dat jonge megalodons in groepen werden grootgebracht.

Vandaag de dag zijn er nogal wat haaiensoorten die hun jongen onderbrengen in een soort crèches (ook wel nurseries of kweekkamers genoemd). Het zijn gebieden waar de kleine haaitjes tamelijk onbezorgd en onbedreigd groter kunnen groeien, alvorens de wijde wereld in te trekken.

Megalodon
De crèches vergroten de overlevingskansen van de op dat moment nog kleine haaitjes en dus het succes van de soort. Geen wonder dat verschillende haaiensoorten van deze crèches gebruik maken. Zo weten we bijvoorbeeld dat witte haaien, maar ook kathaaien hun jongen in groepen grootbrengen. En dankzij een nieuw onderzoek kunnen we nu nog een haaiensoort aan de lijst met crèchegebruikers toevoegen. En wat voor één: de megalodon.

De enorme haai – die wel achttien meter lang kon worden – lijkt zijn jongen ook in crèches te hebben grootgebracht, zo schrijven onderzoekers in het blad Biology Letters.

Panama
Het idee dat ook megalodon gebruik maakte van crèches of kweekkamers is niet helemaal nieuw. Zo werden eerder in Panama veel fossiele resten van megalodons teruggevonden, waarvan een opvallend groot deel afkomstig leek te zijn van jonge, onvolwassen megahaaien. Het wees er reeds voorzichtig op dat megalodons in groepen werden grootgebracht. Maar het bewijs was te beperkt om overtuigend vast te kunnen stellen dat megalodons deze aanpak op veel plaatsen en gedurende langere tijd hanteerden.

Overtuigend bewijs
Maar nu is er dus een nieuw onderzoek dat overtuigend bewijs levert voor het bestaan van megalodon-kweekkamers. De onderzoekers baseren hun conclusies op een analyse van megalodon-tanden die in negen verschillende gebieden (in onder meer Spanje, Panama, Peru en Chili) zijn teruggevonden. Aan de hand van de tanden konden onderzoekers de lichaamslengte van de megalodons reconstrueren. En in vijf van de negen gebieden blijken verhoudingsgewijs veel meer kleine, oftewel pasgeboren en jonge megahaaien hun tanden te hebben achtergelaten. En afgaand daarop denken de onderzoekers zeker vijf van de negen gebieden aan te kunnen wijzen als kweekkamers.

Wijdverspreid
De studie bewijst niet alleen dat megalodons deze kweekkamers wijdverspreid – oftewel in verschillende delen van hun leefgebied – inzetten. De onderzoekers tonen ook aan dat de kweekkamers geen bevlieging waren, maar lang onderdeel uitmaakten van de opvoeding van megalodonnetjes. Zo stamt de oudste kweekkamer uit het Langhien (16 tot 13,8 miljoen jaar geleden) en de jongste uit het Plioceen (5,3 tot 2,5 miljoen jaar geleden).

Van cruciaal belang
Dat de kweekkamers op tal van plaatsen en in tal van tijdperken opduiken, suggereert dat deze van cruciaal belang waren voor de megalodons. En dat was waarschijnlijk ook zo, zo schrijven de onderzoekers in hun paper. Dat heeft alles te maken met het feit dat megalodons bijzonder langzaam volwassen werden; naar schatting stopten ze pas rond hun 25e met groeien en werden ze extreem laat geslachtsrijp. Het betekent dat ze heel laat voor nageslacht konden zorgen. Het was dan ook van groot belang voor het voortbestaan van de soort dat de haaien voorafgaand aan het moment waarop ze geslachtsrijp waren goed beschermd werden tegen de gevaren die inherent zijn aan de zeeën en oceanen. Een kweekkamer was daarvoor uitermate geschikt; in groepen die zich bovendien in relatief veilige, warme en ondiepe wateren bevonden, hadden de jongen minder te vrezen.

Als de megalodons inderdaad zo sterk op die kweekkamers leunden, kan dat wellicht ook helpen verklaren waarom de megahaaien zo’n 3,6 miljoen jaar geleden uitstierven. Een daling van de zeespiegel kan er toen tot geleid hebben dat de ondiepe, relatief warme wateren die de megalodons gebruikten om hun jongen in groot te brengen, veel schaarser werden.

WIST JE DAT…

…we dankzij recent onderzoek eindelijk weten hoe groot de machtige Megalodon werkelijk was? Lees het hier!

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd