Geen files, je eigen vertrouwde plekkie en tijd om tussendoor een wasje te draaien. De thuiswerkers weten: daar word je blij van. Maar dat geldt niet altijd voor iedereen.
Werknemers zijn tevredener met hun leven, meer betrokken bij hun werk en ervaren een hoger psychisch welzijn als ze thuiswerken. Maar dan moet het werk wel klaar zijn binnen de gestelde uren, blijkt uit nieuw onderzoek van de New Yorkse Cornell University. Vooral vrouwen hebben er last van als er ook buiten kantooruren gewerkt moet worden.
Niet overwerken
Sinds de coronapandemie is thuiswerken heel normaal. Voor de een betekent dit, dat hij bijna nooit meer op kantoor verschijnt, de ander kiest voor een meer hybride vorm en werkt bijvoorbeeld twee dagen per week thuis. De meeste werknemers ervaren dit als positief, maar dan moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan. De onderzoekers maken onderscheid tussen thuiswerken tijdens normale werkuren, iets wat ze ‘vervangend werk vanuit huis’ noemen, en thuiswerken buiten de normale uren, waarnaar ze refereren met ‘verlengend werken vanuit huis’.
En dat laatste is veel minder gunstig voor het welzijn van werknemers, blijkt uit een vragenlijst, die is afgenomen bij bijna 8.000 werknemers van ruim 800 Duitse bedrijven. Het ‘verlengend werken vanuit huis’ leidde tot een lager psychisch welzijn, een hoger verloop binnen het bedrijf en meer conflict tussen werk en gezin. Daarentegen zorgt thuiswerken tijdens normale uren juist voor meer betrokkenheid en is er geen verband met een hoger verloop of een slechtere werk-privébalans.
Vrouwen zijn de pineut
Vrouwen hebben meer dan mannen last van die extra uren, die ze bijvoorbeeld ’s avonds nog werken. Er is daardoor meer conflict tussen werk en familie, maar vooral hun psychisch welzijn gaat achteruit. Dit is 11 procent lager voor de vrouwen die extra vanuit huis werken vergeleken met vrouwen die helemaal niet thuiswerken. Het is natuurlijk makkelijk als je thuiswerkt om ’s avonds nog even die laptop open te klappen, terwijl de werkdag als je altijd op kantoor werkt om 17.00 uur ook echt afgelopen is.
“Ons onderzoek toont aan dat thuiswerken voordelen heeft voor werkgevers en werknemers, maar enkel wanneer het thuiswerken een begrensd aantal uren heeft en niet méér wordt dan dat. Een belangrijke volgende stap is dan ook om vast te stellen hoe nieuwe werkstandaarden en managementpraktijken kunnen helpen om te beschermen tegen dit extra werk vanuit huis”, aldus hoofdonderzoeker Duanyi Yang.
Wettelijk geregeld
Ze noemt als voorbeeld de wet die in 2016 in Frankrijk is aangenomen, waardoor werknemers het recht kregen om buiten werktijd de werktelefoon en e-mail uit te schakelen, zodat ze ook echt vrij zijn als hun werkdag erop zit. Ook in Australië zijn vakbonden bezig om dit recht in de cao op te laten nemen. “In de Verenigde Staten hebben managers en werknemers ook de mogelijkheid om de impliciete verwachting om ‘altijd aan te staan’ tegen te gaan en nieuwe normen te ontwikkelen die zowel thuiswerken promoten als duidelijke grenzen aangeven tussen werk en privé”, legt Yang uit. “In deze krappe arbeidsmarkt staan werkgevers waarschijnlijk meer open voor zulke grenzen om zo te voorkomen dat werknemers een burn-out krijgen en een groot verloop te vermijden.”
De grote vrees van werkgevers is dat thuiswerkers minder productief zijn. Je kunt ze minder goed in de gaten houden dus wie garandeert dat ze niet gewoon zitten te Netflixen? Een studie van Stanford University ontkracht dat idee. Gedurende negen maanden onderzochten de Amerikaanse wetenschappers 16.000 werknemers. Thuiswerken vergrootte hun productiviteit met gemiddeld 13 procent. Deze toename kwam onder meer doordat ze meer telefoontjes konden plegen omdat de omgeving stiller was. Ook werkten ze meer minuten per dienst, doordat ze minder pauze namen en zich minder vaak ziek meldden. Het uitvalpercentage was fors lager en de werknemers rapporteerden een verbeterde werktevredenheid.