Wetenschappers hebben in het hart van onze Melkweg enorme hoeveelheden geladen deeltjes ontdekt die met duizend kilometer per seconde uit het centrum wegstromen. De stroom lijkt medeverantwoordelijk voor het magnetisch veld dat de Melkweg doordringt.
Onderzoekers ontdekten de deeltjesstromen met behulp van de 54-meter Parkes radiotelescoop. De stromen zijn om meerdere redenen indrukwekkend. Zo zijn ze niet alleen zeer omvangrijk (ongeveer 50.000 lichtjaar lang), maar ook nog eens razendsnel: ze stromen met snelheden van wel duizend kilometer per seconde uit het hart van de Melkweg weg. “Dat is razendsnel – zelfs voor astronomen,” merkt onderzoeker Ettore Carretti op. De stromen bevatten ook heel veel energie. Ongeveer net zoveel als een miljoen exploderende sterren.
Ontstaan
Maar hoe ontstaan deze deeltjesstromen? Het internationale team van onderzoekers heeft wel een idee. De stromen zouden het resultaat zijn van de vorming van nieuwe sterren in het hart van de Melkweg. Diverse generaties sterren die gedurende honderd miljoen jaar ontstaan en ontploffen, laten stromen van radiostraling achter die de vorm van een kurkentrekker aannemen. En die ‘kurkentrekker’ hebben de onderzoekers nu ontdekt.
Magnetisch
De deeltjesstromen brengen gassen en hoogenergetische elektronen mee. Maar dat niet alleen: ook sleuren ze sterke magneetvelden met zich mee. Voorlopig onderzoek wijst erop dat de stromen een grote rol spelen in hoe de Melkweg zijn magnetisch veld maakt en onderhoudt.
De deeltjesstromen kunnen nog veel meer verklaren. In 2010 werden zogenoemde Fermi-bellen ontdekt. Twee enorme gasbellen aan weerszijden van het hart van de Melkweg. Het bestaan ervan kon toen nog op twee manieren verklaard worden: door sterke stervorming of uitbarstingen van het zwarte gat dat zich in het hart van de Melkweg bevindt. De deeltjesstromen bieden nu meer duidelijkheid, zo vertelt één van de leden van het internationale onderzoeksteam, de Nederlandse astronoom Marijke Haverkorn. “Onze metingen vertellen ons nu dat de bellen zijn ontstaan door de vorming van miljoenen sterren, dicht bij het Melkwegcentrum.”