Suikers en zoetstoffen: hoe slecht zijn ze?

Honing zou beter zijn dan tafelsuiker. Je kunt beter langzame suikers eten dan snelle. En zoetstoffen zouden kankerverwekkend zijn. Wat is hiervan waar?

Cola, koekjes, limonade, wijn, radler, pindakaas, overal zit suiker in. En dat vinden we lekker. We krijgen dan ook aardig wat suiker per dag binnen. En ook al mijden we suiker, ons lichaam maakt het zelf aan. Want het is essentieel voor ons functioneren. Maar suiker staat in een kwaad daglicht, net zoals zoetstoffen eigenlijk. Kunnen we suiker en zoetstoffen beter laten staan?

Suikerbieten
Suikerbieten
Natuurlijke suiker op tafel
Waar komen suikers eigenlijk vandaan? Het is heel simpel: planten maken suiker. Planten gebruiken het zonlicht en CO2 om suiker te maken. Niet voor ons, maar voor zichzelf. Als brandstof en als bouwsteen om te groeien. Ze slaan het ook op in wortels, bijvoorbeeld in de vorm van koolhydraten. Dit zijn meerdere suikers aan elkaar geplakt. Of bij suikerbieten zelfs in de vorm van sacharose, dat is gewone tafelsuiker. In vruchten zit ook suiker, bijvoorbeeld vruchtensuiker: fructose. Wij mensen eten veel suikers. Vaak als koolhydraten, maar ook als enkele suikers. Ook kunnen we zelf suikers maken, bijvoorbeeld uit vet. Dit is nodig, want voor mensen speelt suiker een belangrijke rol. Het is de voornaamste brandstof voor onze hersenen en ook voor andere vitale functies in ons lichaam. Toch hoor je vaak dat geraffineerde suikers, zoals tafelsuiker uit suikerbieten of suikerriet, slechter voor ons zijn dan natuurlijke suikers. Maar dit is niet waar, want als we naar de chemie kijken, zien we dat deze natuurlijke en geraffineerde suikers niet van elkaar verschillen. Honing staat bekend als een bron van natuurlijke suikers. Het bestaat grotendeels uit fructose (vruchtensuikers), glucose (druivensuiker) en spoortjes andere suikers. Honing is heerlijk zoet, dit komt door de fructose. Fructose is zoeter dan glucose. Het lichaam neemt deze twee suikers op een verschillende manier op. Zo wordt fructose door de lever opgenomen en omgezet naar vet. Je krijgt hier niet direct energie van. Dit is bij glucose wel het geval, waardoor je bloedsuikerspiegel snel stijgt. Is fructose dan beter dan glucose? Niet per se. Hoogleraar en professor Edith Feskens van de Wageningen Universiteit doet veel onderzoek naar voeding. En zij zegt hierover het volgende: “Een hele hoge inname van fructose leidt bij proefdieren tot leververvetting. Dit zal bij mensen niet gebeuren, want wij consumeren maar zo’n 60 gram fructose per dag”. Zijn natuurlijke suikers dan beter dan geraffineerde suikers? Nee. Want geraffineerde suiker zoals tafelsuiker, is een molecuul waar glucose en fructose aan elkaar gebonden zitten. In ons lichaam breekt dit weer af tot apart fructose en glucose.

“Langzame suikers zijn gezonder dan snelle suikers, hoor je vaak. Maar dat is niet waar”

Chocola gezonder dan brood?
Langzame suikers zijn gezonder dan snelle suikers, hoor je vaak. Maar dat is niet waar. Dit ‘snel’ en ‘langzaam’ gaat over de snelheid waarop suikers vrijkomen in je lichaam. Een manier om dit uit te drukken is met de glycemische index. Dit is een maat voor hoeveel je bloedsuikerspiegel stijgt nadat je een specifiek soort koolhydraten hebt gegeten. Als een bepaald koolhydraat erg complex is, bijvoorbeeld doordat deze bestaat uit vele verschillende aan elkaar geplakte suikers, duurt het langer tot het koolhydraat is geknipt tot individuele suikers. Dit koolhydraat zal dan lager scoren op de glycemische index dan een simpel koolhydraat. Producten die langzaam zijn, zoals peultjes, lijken in eerste instantie beter omdat het groente is. Chocola en koekjes hebben echter ook een lage glycemische index. Het vet in deze producten vertraagt de opname van suiker. Door dit vet en de suiker zijn deze producten niet echt gezond. Het is misschien raar, maar gewone tafelsuiker heeft een lagere glycemische index dan brood. Tafelsuiker is dus langzamer dan volkorenbrood. Maar absoluut niet gezonder! Dat tafelsuiker langzamer is, komt doordat tafelsuiker bestaat uit een glucosemolecuul gebonden aan een fructosemolecuul. De opname van glucose gaat snel, terwijl fructose eerst wordt omgezet naar vet. Bij volkorenbrood worden de koolhydraten snel omgezet in suikers die het lichaam sneller opneemt. Dus langzame suikers zijn niet per se beter dan snelle suikers. Om gezond te eten, is het aan te raden te kijken naar de hele samenstelling. Dus naast suiker, ook naar vet.

Koekjes hebben ook een lage glycemische index. Maar echt gezond kun je ze toch niet noemen.
Koekjes hebben ook een lage glycemische index. Maar echt gezond kun je ze toch niet noemen.

Heeft er dan niemand baat bij deze glycemische index? Jawel, voor diabetespatiënten kan het wel handig zijn om te weten welke producten langzame suikers bevatten en welke snelle suikers. Hiermee kunnen ze beter hun bloedsuikerspiegel reguleren. En afvallen dan? “Voor mensen die afvallen schijnt het ook te werken, maar dit komt zeer waarschijnlijk doordat deze mensen dan erg bewust bezig zijn met het kiezen van hun voeding,” aldus Feskens.

Suikerdip
En kun je nou een suikerdip krijgen, na het eten van veel zoetigheid? “In theorie kan een suikerdip wel ontstaan, echter verschilt het van mens tot mens of die last heeft van een lage bloedsuikerspiegel,” aldus Edith Feskens. Hoe zit dat dan met de bloedsuikerspiegel? Ons lichaam reguleert de hoeveelheid suiker in ons bloed. Bij een stijging van de hoeveelheid suiker in het bloed maakt het lichaam de stof insuline aan. Insuline haalt suiker uit je bloed en slaat het op. Een suikerdip kan dus alleen ontstaan als het lichaam te veel insuline produceert. Het resultaat is te weinig suiker in je bloed. Maar, naast het stofje insuline is er ook de tegenhanger glucagon. Deze stof maakt suiker vrij zodat je een niet te lage bloedsuikerspiegel krijgt. Je lichaam regelt dus perfect de hoeveelheid suiker in je bloed, tenzij je de ziekte diabetes hebt. Waar een enorme portie suiker sowieso slecht voor is, is je tanden, doordat in je mond melkzuur ontstaat.

Je vindt ze vaak in frisdranken: zoetstoffen. Ze zijn zoeter dan suiker, maar bevatten veel minder calorieën.
Je vindt ze vaak in frisdranken: zoetstoffen. Ze zijn zoeter dan suiker, maar bevatten veel minder calorieën.
Zoete eiwitten helpen
Suiker is lekker, je eet er dus al snel veel van en dat terwijl het ook nog eens veel calorieën bevat. Daarnaast zit suiker ook nog eens in producten waar veel vet in zit. Daarom zeggen ze wel dat suiker dik maakt. Dit geldt met name voor frisdrank met suiker. In frisdrank zitten opgeloste suikers die ons lichaam niet compenseert. Dit betekent dat je lichaam na een glas cola niet echt door heeft hoeveel calorieën het al heeft gehad. Waardoor je dus meer eet of drinkt dan je nodig hebt. Mede daarom zijn zoetstoffen bedacht. Dit zijn eiwitten die vaak veel zoeter smaken dan suiker, maar veel minder calorieën bevatten. Daarnaast zorgen ze niet of in heel geringe mate voor een verhoging van het bloedsuikergehalte. Dit is erg handig voor diabetici.
 Toch doen er ook verhalen de ronde dat zoetstoffen juist honger opwekken en meer trek. Het idee hierbij is dat het lichaam zoetigheid proeft en insuline begint aan te maken. Maar doordat je zoetstoffen eet, komen er veel minder suikers vrij dan wanneer je echte suikers eet. Door de aanmaak van insuline daalt je bloedsuikerspiegel en krijg je alsnog trek. Dit is een beetje kort door de bocht, want hongergevoel wordt bepaald door veel meer factoren dan alleen je bloedsuikerspiegel. Feskens: “In proefdierstudies is wel aangetoond dat deze dieren trek krijgen van zoetstoffen, maar dit soort resultaten zijn vaak te wijten aan de hoge dosis suikervervangers die worden toegediend. Bij mensen zien we wat anders, dit komt ook doordat het dieet van mensen veel gevarieerder is dan alleen zoetigheid.” Ook een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam onder kinderen liet wat anders zien. In dit onderzoek nam een groep kinderen 1,5 jaar lang een blikje drinken. De ene helft met suiker en de andere helft met zoetstoffen. Kinderen die het drinken met suiker kregen, werden wel tot 1,5 kilo dikker. Dit toont aan dat suiker dik maakt en zoetstoffen niet.

Blind door aspartaam?
Dat suikervervangers in een kwaad daglicht staan heeft te maken met de algemene angst tegen chemie. Feskens: “Mensen zijn over het algemeen bang zijn voor chemie, terwijl de natuur uit chemie bestaat.” De angst voor zoetstoffen, is misschien wel terug te leiden tot de allereerste zoetstof: sacharine. Toen deze uitkwam, werd ontdekt dat muizen die sacharine binnenkregen, blaaskanker kregen. Dit had alleen te maken met de opzet van de studie. Ze kregen zeer grote hoeveelheden sacharine waardoor kristallen werden gevormd in de blaas die het slijmvlies irriteerden en zo zorgden voor kanker. De angst was dus niet terecht en sacharine wordt nog steeds gebruikt.

“Aspartaam is de zoetstof die het meest onder het vergrootglas ligt en is veilig verklaard, geen zorgen dus”

Ook aspartaam is een zoetstof die nog steeds slecht bekend staat. Dit komt doordat aspartaam afbreekt tot methanol. En methanol daar word je blind van. Althans eigenlijk niet van methanol, maar van tussenproducten die ontstaan bij de afbraak van methanol. En schadelijke effecten treden alleen op bij een langdurige hoge dosis methanol. Sterker nog, in veel producten die wij eten en drinken zit meer methanol dan we binnen krijgen via aspartaam. Zoals in wijn en appels. In één appel zit evenveel methanol als twee liter light frisdrank. Ook is er een Italiaans onderzoek geweest waarbij Italiaanse onderzoekers ratten aspartaam voerden. Hierbij kregen de ratten kanker. Dit onderzoek is heftig bekritiseerd, en onjuist verklaard door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Daarnaast was de dosis aspartaam tot duizend maal zo hoog als de normale dosis. Vertaald naar suiker zouden dat honderden kilo’s per dag zijn. Daar zou je lichaam ook niet echt lekker op reageren. Aspartaam is de zoetstof die het meest onder het vergrootglas ligt en is veilig verklaard, geen zorgen dus.

Suikers zijn slecht voor het gebit. Of je dan natuurlijke suikers eet of geraffineerde maakt niet uit.
Suikers zijn slecht voor het gebit. Of je dan natuurlijke suikers eet of geraffineerde maakt niet uit.

Zijn suiker en zoetstoffen dus echt slecht? Nee, maar ook niet heel gezond. Suiker bevat veel calorieën en kan dus leiden tot overgewicht. En overgewicht kan veel ziektes veroorzaken. Daarnaast is suiker slecht voor je gebit. Of je dan natuurlijke suikers eet of geraffineerde maakt niet uit. Langzamere suikers zijn niet per se beter dan snelle suikers. En als je je afvraagt of iets gezond is, moet je kijken naar de hele productsamenstelling. Zoetstoffen zijn niet gevaarlijk en een prima vervanger voor suiker. Maar hiervoor geldt net als bij suiker, kijk ook naar wat er verder in het product zit. Zo is frisdrank met zoetstof door de zuurgraad alsnog slecht voor je tanden. Gezond eten is niet makkelijk, hoor ik je zeggen. Maar één simpele regel geldt altijd: alles met mate!

Tom Middelburg (1989) is afgestudeerd bioloog en freelance wetenschapsjournalist. Hij wordt enthousiast van nieuwe ontdekkingen in de biologie, psychobiologie, technologie en voeding. In zijn artikelen onderzoekt hij wat deze ontdekkingen voor ons als mensen betekenen. Eerder verscheen van zijn hand op Scientias.nl het artikel ‘Rode wijn: is het nu gezond of niet?

Bronmateriaal

Interview Prof. Dr. Ir. Edith Feskens, Hoogleraar Voeding en Gezondheid in de levenscyclus aan de Wageningen Universiteit. Afgenomen op 21 juli 2016.
Martijn Katan. 2016. Voedingsmythes: over valse hoop en nodeloze vrees. Uitgeverij Bert Bakker
J.C. Ruyter et al. 2016. A Trial of Sugar-free or Sugar-Sweetened Beverages and Body Weight in Children. N Engl J Med 2012; 367:1397-1406
EFSA. 2009. Updated opinion on a request from the European Commission related to the 2nd ERF carcinogenicity study on aspartame, taking into consideration study data submitted by the Ramazzini Foundation in February 2009. EFSA Journal Volume 7, Issue 4, April 2009.
Atkinson et al. 2008. International Tables of Glycemic Index and Glycemic Load Values: 2008. Diabetes Care 2008 Dec; 31(12): 2281-2283.
Woods SC. 2013. Metabolic signals and food intake. Forty years of progress. Appetite. 2013 Dec;71:440-4.

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd