Mannelijke dominantie is een historisch gegeven en het heeft lang geduurd voordat vrouwen werden toegelaten tot de universiteit en tot een wetenschappelijke loopbaan. Inmiddels is er een nieuwe strijd der seksen losgebarsten en wel bij wetenschappelijk onderzoek. Als het aan Ineke Klinge universitair hoofddocent Gender Medicine aan de Universiteit Maastricht ligt, dan wordt het man- en vrouwverschil meegenomen in alle fases van wetenschappelijk onderzoek. Het is nu nog een mannenwereld, maar niet voor lang meer.
Gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen is een veelbesproken onderwerp en een jarenlange strijd heeft er voor gezorgd dat vrouwen en mannen in Nederland een gelijke behandeling krijgen, uitzonderingen daar gelaten. Zo staat er in de Nederlandse grondwet: allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Iedereen gelijk behandelen betekent in de gezondheidszorg juist het verschil maken. “Wetenschappelijk onderzoek dat het man-vrouwverschil niet in ogenschouw heeft genomen, is slecht onderzoek,” vindt dr. Ineke Klinge, universitair hoofddocent Gender Medicine aan de Universiteit Maastricht.
Mannenwereld
De mannelijke dominantie in de wetenschap is nog te groot. De gevolgen zijn uitsluiting van vrouwen en de norm in onderzoek is de witte man. “Als mannen en vrouwen medisch gezien gelijk worden behandeld, ontstaan er problemen. Een mannenhart is ten slotte niet hetzelfde als een vrouwenhart, of het hart van een kind. Bovendien beperkt onderzoek dat geen rekening houdt met sekse en gender de creativiteit en dus de excellentie van onderzoek en daarmee de bijdrage aan de maatschappij.”
Sinds 2002 heeft het Directoraat Onderzoek van de Europese Commissie een belangrijke rol gespeeld om onderzoekers te stimuleren om stil te staan bij sekse- en genderverschillen in wetenschappelijk onderzoek. “Gender is een diep verankerd systeem in elke maatschappij en natuurlijk zijn gendernormen ook terug te vinden in de wetenschap. Onderzoekers kunnen bepaalde ideeën over mannen en vrouwen in het hoofd hebben. Van daaruit bedenken ze hun vraagstelling,” vertelt Klinge. “Het biologisch onderzoek naar de voortplanting is een duidelijk voorbeeld. Als onderzoekers bij mannen denken aan activiteit, initiatief en doortastendheid, dan beschrijven ze de route van de zaadcel naar de eicel in termen van een heroïsche tocht, waarbij de beste wint en uiteindelijk de eicel binnendringt. Als vrouwelijkheid geïnterpreteerd wordt als passief en afwachtend, dan komen onderzoekers niet op het idee de acties van de eicel in dit proces te onderzoeken.” Als onderzoekers de gendernormen leren doorzien, dan wordt door het stellen van andere vragen duidelijk dat de eicel ook een actieve rol speelt bij een geslaagde bevruchting.Gevolgen
Deze aandacht voor genderverschillen ontbreekt ook in de medische richtlijnen en de opleiding van aankomende artsen. Ondanks duidelijke genderverschillen, wordt er bijvoorbeeld bij hart- en vaatziekten geen onderscheid gemaakt tussen vrouw en man. De klachten bij vrouwen worden minder goed herkend, gediagnosticeerd en behandeld. Waarom worden vrouwen minder goed gediagnosticeerd? Daar zijn meerdere redenen voor. De wijze waarop vrouwen communiceren is anders, maar de klachten kunnen ook anders zijn. Artsen leren typische klachten op te sporen, maar vrouwen hebben vaak atypische klachten die de aandacht van de hoofdklacht afleiden. Bijvoorbeeld hormonale veranderingen in de overgang. “Man-vrouw verschillen treden ook op bij tal van andere aandoeningen, waarbij symptomen, diagnostiek, beloop en uitkomst anders kunnen zijn. Voorbeelden zijn diabetes, reumatische ziekten, osteoporose, depressie, angststoornissen en pijn.” De gevolgen voor de volksgezondheid worden duidelijk wanneer we kijken naar een kwestie in de Verenigde Staten. In drie jaar tijd werden er tien geneesmiddelen van de markt gehaald, waarvan er acht voor meer of ernstiger bijwerkingen zorgden bij vrouwen, tot aan sterfgevallen toe. Het niet in ogenschouw nemen van sekse- en genderverschillen kost geld en levens.
Verkeerde aandacht
Niet elk gender- en sekseverschil is relevant. Soms schiet de aandacht door naar de verkeerde kant. Zo ontwikkelde een fabrikant een knieprothese die specifiek voor de vrouw was gemaakt. Terwijl bij een prothese de lengte van de persoon veel belangrijker is dan het geslacht. “Overdreven aandacht is net zo fout als geen aandacht. Het gaat om de juiste aandacht,” zegt Klinge. Dat blijkt ook weer uit het volgende voorbeeld. Een probleem als obesitas in achterstandswijken vraagt om andere aandacht dan een zoektocht naar sekseverschillen bij mannen en vrouwen bij de ontwikkeling van obesitas. Sociaal-economische factoren spelen daar waarschijnlijk een grotere rol. Klinge is dan ook van mening dat er per onderwerp bekeken moet worden wat de geschikte aanpak is. “Het is van belang om gendervooroordelen te identificeren en te begrijpen hoe het werkt in wetenschap en technologie.” Hoe kan dit worden aangepakt?
Gendered Innovations
In de afgelopen twee jaar leidde Klinge samen met haar collega Londa Schiebinger van de Stanford University het project Gendered Innovations. Het rapport presenteert ruim twintig voorbeelden waaruit blijkt dat inbouw van sekse- en genderanalyse in wetenschappelijk onderzoek leidt tot een betere kwaliteit en nieuwe kennis. “Met Gendered Innovations proberen we onderzoekers de tools te geven om sekse en gender de plaats te geven in wetenschappelijk onderzoek die het verdient.” Er zijn centra en verenigingen opgericht voor Gender Medicine en handboeken en onderwijsmodules beschikbaar om het probleem onder de aandacht te brengen van studenten.
Stapje voor stapje
Er is inmiddels in dertig jaar tijd al enorm veel bewijs verzameld omtrent de nadelige effecten van vooroordelen op het gebied van gender. De veranderingen gaan echter stapje voor stapje. Er is een Gendered Innovations case study in de maak over hersenonderzoek die binnen niet al te lange tijd klaar zal zijn. Vanwege vele controversiële onderzoeken op dit gebied is het een echte uitdaging. Het is een onderzoeksgebied waar met name gendernormen en stereotypen de richting, vraagstellingen en interpretatie van het onderzoek beïnvloed hebben. Bekende biologen en genderonderzoekers hebben op de vele methodologische fouten gewezen van eerder onderzoek. De beste positie is om open te staan voor sekse gerelateerde biologische factoren en gendergerelateerde sociaal-culturele factoren die een rol spelen in het uiteindelijke resultaat. “Het hele proces van onderzoek doen, kan worden wordt beïnvloed, want als vervolgens in wetenschappelijke artikelen ook wordt vermeld of het om mannen of vrouwen gaat dan kan literatuuronderzoek daar ook voordeel mee doen.”
Er valt dus nog heel wat te winnen op gebied van biomedisch- en gezondheidsonderzoek. “Wat wij willen bereiken is dat men al bij het begin van een onderzoekidee gaat nadenken of de sekse en gender relevant is voor het onderzoek.” Is de relevantie er, en die is er heel vaak vooral als het om onderzoek bij mensen gaat, dan heeft de onderzoeker baat bij methodes en checklists. Dankzij het Gendered Innovations Project zijn de checklisten en methodes aanwezig. “Als er een verschil gevonden is, dan ligt er een leuke uitdaging voor verder onderzoek, als er geen verschil gevonden is dan weten wij dat ook weer.”