De netto nul, het is een soort heilige graal in de klimaatcrisis: als we die maar bereiken dan komt het allemaal wel goed. Maar dat zou weleens kunnen tegenvallen, blijkt uit een nieuwe Britse studie. Ook daarna blijft de Aarde mogelijk opwarmen.
Om onder de 1,5 graad opwarming uit het Klimaatakkoord van Parijs te blijven, hebben we eigenlijk maar één goed plan: het terugdringen van de CO2-uitstoot totdat we evenveel CO2 uitstoten als we uit de atmosfeer verwijderen, netto nul dus. En dat moet zo snel mogelijk gebeuren.
Onzekerheid in klimaatmodellen
Dan zou de opwarming volledig stoppen, maar een studie van onder meer Imperial College London waarschuwt dat dit misschien niet zo is. “Deze schattingen hebben een flinke onzekerheidsmarge, wat betekent dat er een niet te verwaarlozen kans is dat de wereldwijde opwarming doorgaat na netto nul en de klimaatverandering verergert”, zegt professor Joeri Rogeli van Imperial College London. “Wereldwijde plannen voor emissiereductie zien dit belangrijke risico over het hoofd.” De klimaatwetenschapper vindt dan ook dat er bij de klimaattop, de COP28, die eind deze maand in Dubai begint, aandacht moet zijn voor dit probleem.
Impact na netto nul
Het team van Britse, Australische en Duitse wetenschappers keek naar de vele factoren die impact hebben op de wereldwijde temperatuur en komt met een model om de opwarming beter te voorspellen. “Onze analyse stelt de factoren vast die een rol spelen bij de wereldwijde opwarming na netto nul en verklaart waarom de huidige schattingen zo onzeker zijn”, zegt hoofdonderzoeker Sofia Palazzo van Imperial College.
“De mogelijke toekomstige klimaatrisico’s in een netto nul-wereld maken het extra noodzakelijk om de schade aan onze planeet te beperken”, voegt ze toe. “Cruciaal voor beleid is dat een wereld die verwacht dat de opwarming doorgaat na netto nul een nog kleiner koolstofbudget heeft om de totale opwarming onder de 1,5 graad te houden.”
Smeltend poolijs
De wereldwijde temperaturen worden gereguleerd door meerdere natuurlijke processen en feedbacks in de oceanen, op het land en in de atmosfeer. CO2-uitstoot heeft invloed op veel van deze factoren en kan veranderingen veroorzaken die nog eeuwen aanhouden nadat de netto nul is bereikt.
“Het smelten van poolijs is een goed voorbeeld”, legt professor Martin Siegert van de University of Exeter uit. “Zoals we hebben gezien in de Noordelijke IJszee en recent op Antarctica helpt een dun laagje drijvend ijs om de opwarming tegen te gaan doordat het de zonnestralen reflecteert. Maar als dit ijs is gesmolten verandert die reflectie in de absorptie van zonne-energie waardoor de temperatuur nog verder oploopt.”
Veel rekenkracht
Zelfs de huidige klimaatmodellen laten al zien dat deze processen zorgen voor meer opwarming, ook na netto nul. Er is een kans van een op zes dat deze opwarming meer dan 15 procent van de totale opwarming uitmaakt. Dit betekent dat als de temperatuur wereldwijd is gestegen met 2 graden bij netto nul, de uiteindelijke temperatuurstijging boven de 2,3 graden uitkomt. Dat is een substantieel verschil dat grote gevolgen kan hebben in kwetsbare regio’s.
Je denkt misschien: waarom komen we daar nu pas achter? Maar het is erg ingewikkeld om alle facetten van klimaatverandering af te wegen. Klimaatmodellen zijn nu al erg duur om te laten draaien en ieder extra proces vereist weer meer rekenkracht.
26 processen
Het internationale onderzoeksteam heeft maar liefst 26 verschillende processen gevonden, waarvan meer dan de helft de opwarming van de Aarde kan verergeren. Behalve het smeltende poolijs speelt bijvoorbeeld ook de afname van koolstofopslag op land een rol. Planten gebruiken CO2 tijdens hun fotosynthese en zijn daarom belangrijk om de opwarming tegen te gaan. Veranderde neerslagpatronen, droogte en hittegolven kunnen hun capaciteit als koolstofput verminderen.
En zo zijn er nog veel meer natuurlijke processen die impact hebben op het klimaat. “We hebben een catalogus ontwikkeld met alle processen die de wereldwijde temperatuur kunnen beïnvloeden in een netto nul-wereld, maar we moeten nog beter achterhalen wat hun potentiële impact is. Daarom stellen we een aantal onderzoeksthema’s voor, die de onzekerheid verminderen en de voorspellingen voor de opwarming zo snel mogelijk kunnen verbeteren”, vertelt Palazzo.
We zijn er nog niet
Het is vooral belangrijk dat we beseffen dat we er nog niet zijn als de netto nul is bereikt. We moeten dus eigenlijk nog méér doen om de opwarming tegen te gaan. “Maar zelfs als de wereldwijde opwarming stopt bij netto nul, dan moeten we ons realiseren dat als sommige processen eenmaal in gang zijn gezet ze eeuwenlang kunnen doorgaan”, aldus Siegert. “Zo moeten we er rekening mee houden dat de zeespiegel nog decennia doorstijgt, maar er zijn andere processen waarnaar we nog meer onderzoek moeten doen. Wel kunnen we toekomstige risico’s voorkomen als we nu snel onze emissies verminderen”, klinkt het nog.