Net zo lang op de Nintendo tot je moeder op de uitknop drukt en zegt: ga maar buitenspelen. Zo gaat het in veel gezinnen, maar waarom eigenlijk? Volgens nieuw onderzoek moeten we stoppen met game-shamen: het zou namelijk helemaal niet zo slecht voor je zijn.
Britse onderzoekers hebben data bestudeerd van meer dan 700 volwassen Amerikanen die samen 140.000 uur hebben gegamed. Ze speelden 150 computerspelletjes op de Nintendo Switch. En wat bleek: hoe lang de gamefanaten op de Nintendo zaten, had helemaal geen impact op hun stemming, geestelijke gezondheid of levensgeluk. Wel speelde mee hoe gamers dachten over de rol van computergames in hun leven en of het bij hun leefstijl paste. Er moet dus meer aandacht worden besteed aan de kwaliteit, niet aan de kwantiteit, van gamen, aldus de wetenschappers van de Queen Mary University of London.
Flexibel rooster
We vroegen onderzoeker Nick Ballou om uitleg, want bij wat voor leefstijl past gamen dan het beste? “Het algemene idee is dat het – in bepaalde hoeveelheden – in elke levensstijl kan passen. Het hangt er gewoon van af hoe mensen hun leven inrichten zodat gaming erin past en andere belangrijke activiteiten verbetert – of op zijn minst niet verstoort – zoals sociale relaties, gezondheid, slaap of cognitief functioneren. Iets waardoor gamen bijvoorbeeld beter in je leven past, is een grote gamevaardigheid.” Daarmee wordt het vermogen bedoeld om na te denken over wat je op een bepaald moment ervaart in een game, om games te kiezen die het beste bieden wat je zoekt en om stopmomenten te herkennen.
Wat volgens de onderzoeker ook helpt is een flexibel rooster, zodat mensen andere verantwoordelijkheden kunnen verschuiven en ononderbroken tijd kunnen vrijmaken om van games te genieten. “Tenslotte is het fijn om een sociaal netwerk te hebben dat gamen ondersteunt of er ook mee bezig is, zodat je samen kunt spelen of je ervaringen achteraf met anderen kunt bespreken om de sociale banden te versterken”, aldus Ballou.
Iets missen
De Londense onderzoeker vertelt waarom sommigen zo gelukkig worden van bepaalde games. “Als mensen zeggen dat games een groot positief effect hebben op hun welzijn, is dat vaak omdat ze iets bieden wat ze in het echte leven missen. Iemand die zich bijvoorbeeld eenzaam voelt, haalt misschien het meeste uit een communicatieve multiplayer-game zoals Among Us, of een echt persoonlijke en emotionele game met een verhaal zoals The Last of Us. Iemand die zich verveelt, kiest misschien voor een hectische, chaotische ervaring als Helldivers 2. Iemand die zich gestrest voelt, gaat misschien voor een gezellig managementspel zoals Spiritfarer. Op deze manier helpen games ons in balans te zijn en in een gewenste gemoedstoestand te komen.”
Dat neemt niet weg dat je ook te veel kunt gamen. “Zonder twijfel zijn er veel mensen die buitensporig veel gamen, zodanig dat het hun welzijn schaadt”, zegt Ballou. “Velen bestempelen dat als verslaving, hoewel ik de voorkeur geef aan de term ‘ontregeld’. Daarmee bedoel ik dat mensen moeite hebben om het gamen in balans te houden met hun leven als geheel.”
Ontregeling
Wat zo interessant is aan dit onderzoek, is de conclusie dat voor deze ontregeling de duur van het gamen niet per se van belang is. “Ons artikel beweert niet dat ontregeling niet bestaat of niet belangrijk is. We hebben alleen ontdekt dat veel of weinig spelen niet zoveel invloed heeft. Er zijn mensen die een uur per dag spelen en schade ondervinden, en mensen die zes uur per dag spelen en nergens last van hebben. Zo kunnen mensen ook schade ondervinden op manieren die niets te maken hebben met verslaving, bijvoorbeeld door vervelende tegenstanders of doordat ze onder druk worden gezet om geld uit te geven tegen hun eigen belang in. We kunnen niet gewoon kijken naar de hoeveelheid tijd die mensen spelen en dan iets zinnigs zeggen over of ze ‘verslaafd’ zijn of hoe gamen hun welzijn beïnvloedt.”
Toch blijkt er wel enig verband te zijn tussen welzijn en de hoeveelheid tijd die mensen achter een spelcomputer doorbrachten. “Wat me het meest verbaasde – en dit is op dit moment nog voorlopig – was de tijdsgevoeligheid van de relatie. Hoewel we geen verband vinden tussen speeltijd en welzijn op een dag, in een week of een jaar, vinden we wel aanwijzingen dat gamen en welzijn verband kunnen houden met een periode van maximaal twee uur. Als dit wordt bevestigd, zou dit grote gevolgen hebben voor de manier waarop we games moeten bestuderen – langzame, onregelmatige onderzoeken zijn gewoon niet genoeg. We moeten mensen vlak voor, tijdens en na een gamesessie te pakken krijgen om te weten te komen wat voor effect het op hen heeft.”
Dagboek bijhouden
Om echt te achterhalen wat gamen op het moment zelf met mensen doet, heeft de onderzoeker dan ook nog wel een paar belangrijke adviezen. “Mijn eerste aanbeveling is dat spelers hun eigen spel bijhouden in een dagboek, spreadsheet of app, zodat ze een beter gevoel krijgen voor wanneer ze zich goed voelen door het gamen. Gamen kan gemakkelijk een automatische routine worden, maar het zal het meeste opleveren als mensen actief nadenken over wat ze eruit halen. Mijn tweede aanbeveling is voor onderzoekers: als we inzicht willen krijgen in games en geestelijke gezondheid, hebben we dit soort gedetailleerde, tijdgevoelige gegevens nodig. We moeten kijken naar kortetermijneffecten met behulp van gegevens die rekening houden met het feit dat mensen verschillende games spelen, op verschillende tijden, om verschillende redenen.”
Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd, maar deze studie toont wel aan dat het niet zo zwart-wit is: heel veel gamen is niet per se slecht voor je en sommigen mensen worden al ongelukkig van dagelijks een uurtje op de Nintendo.