In granaatappels – maar ook in aardbeiden en walnoten – zit een stofje dat geheugenproblemen bij alzheimerpatiënten mogelijk kan verlichten.
Tot die conclusie komen Deense onderzoekers in het blad Alzheimer’s and Dementia. Ze baseren zich op experimenten met muizen, die het ziektebeeld van alzheimer vertoonden. Een aantal van deze muizen kreeg urolithine A toegediend; een stofje dat van nature voorkomt in granaatappels, aardbeien en walnoten. Daarop verbeterde onder meer hun geheugen en leervermogen. “Onze studie met muismodellen laat zien dat urolithine A – dat onder meer van nature voorkomt in granaatappels – verlichting kan brengen als het gaat om de geheugenproblemen en andere consequenties van dementie,” zo concludeert onderzoeker Vilhelm Bohr.
Nicotinamide riboside
Het idee om eens onderzoek te doen naar het effect van urolithine A op onder meer het geheugen van alzheimerpatiënten kan hebben, ontstond na eerder onderzoek. Tijdens dat eerdere onderzoek ontdekten de wetenschappers dat een specifiek molecuul – nicotinamide riboside genoemd – een rol speelt in neurodegeneratieve aandoeningen, zoals alzheimer. Het molecuul helpt normaliter om beschadigde mitochondriën uit het brein te verwijderen. Maar bij patiënten met neurodegeneratieve aandoeningen loopt dat belangrijke en door nicotinamide riboside mede mogelijk gemaakte opruimproces vaak spaak. Alzheimerpatiënten blijken moeite te hebben om die verzwakte of beschadigde mitochondriën op te ruimen, waardoor deze zich ophopen en uiteindelijk de hersenfunctie aantasten. “Als je in staat bent om die zwakke mitochondriën te verwijderen, zul je heel positieve resultaten zien,” voorspelt Bohr.
Stimulans
Maar hoe kun je dat opruimproces nu stimuleren? Dat vroegen Bohr en collega’s zich vanzelfsprekend ook af. En daarom gingen ze een aantal jaren geleden reeds op zoek naar substanties die kunnen helpen om verzwakte mitochondriën op te ruimen. Een eerste screening hintte er vervolgens in 2019 al op dat urolithine A zo’n substantie zou kunnen zijn. Maar of het in de praktijk ook zou werken, bleef onduidelijk. Tot nu.
In de praktijk
Want in het nieuwe onderzoek hebben wetenschappers de substantie toegediend aan muizen met het ziektebeeld van alzheimer. En vervolgens zagen ze de dieren in veel opzichten opknappen. “Niet alleen het geheugen en leervermogen verbeterde,” vertelt Bohr aan Scientias.nl. “Maar ook de neuroinflammatie (ontstekingsactiviteit in het zenuwstelsel, red.) nam bijvoorbeeld af.”
Mensen
De grote vraag is nu natuurlijk of het middel hetzelfde effect kan hebben voor mensen met alzheimer. Dat moet nog worden uitgezocht. Overigens heeft urolithine A al eerder een hoofdrol gespeeld in klinisch onderzoek; eerdere studies suggereren dat het ook soelaas kan bieden bij spierziekten. “En nu moeten we gaan kijken naar de ziekte van Alzheimer,” vindt Bohr. Hij hoopt daarbij dat toekomstig onderzoek uit zal wijzen dat de substantie de symptomen van alzheimer niet alleen kan verlichten, maar ook kan voorkomen.
Naast de vraag of urolithine A de symptomen van alheimer kan verlichten of voorkomen, zal klinisch onderzoek ook uit moeten wijzen welke dosis urolithine A daarvoor nodig is. “We kunnen nu nog niet met zekerheid iets zeggen over de benodigde dosis,” stelt Bohr. “We zijn nu aan het zoeken naar de juiste dosis.” Een vervolgvraag is dan natuurlijk of die benodigde dosis ook veilig kan worden ingenomen; ook dat moet nog worden uitgezocht. “Als we in de toekomst iets gaan eten om de kans op alzheimer te verkleinen, dan moeten we wel zeker weten dat dat geen significante bijwerkingen heeft,” stelt Bohr. En zo valt er de komende tijd dus nog genoeg te onderzoeken.