Stalagmiet in Mexicaanse grot verraadt waar het de Maya’s in hun nadagen regelmatig aan ontbrak

Namelijk: regen. De stalagmiet getuigt van meerdere perioden van droogte, waarvan een zo’n periode wel 13 jaar(!) duurde. Daar moeten de Maya’s hinder van hebben ondervonden – en mogelijk droeg het zelfs bij aan de teloorgang van hun rijke en machtige cultuur.

Dat schrijven onderzoekers in het blad Science Advances. Voor hun studie reisden ze af naar een grot in Mexico, met daarin een stalagmiet. Dergelijke druipsteenkegels zien het levenslicht wanneer regenwater door de grond en rotsen sijpelt en uiteindelijk op de bodem van de grot druppelt. Mineralen in dat water slaan dan op de bodem van de grot neer en vormen – laagje voor laagje – een steeds groter wordende druipsteenkegel.

Nadagen van de Maya’s
Voor hun onderzoek bogen wetenschappers zich over een stalagmiet die tussen 871 en 1021 na Christus is ontstaan en dus stamt uit de periode waarin de machtige Maya-cultuur in verval raakte en uiteindelijk zelfs ineenstortte. Door de chemische samenstelling van deze stalagmiet te bestuderen, hoopten de onderzoekers meer te weten te komen over hoe het klimaat er in de nadagen van de Maya’s uitzag – en te achterhalen of dat klimaat een rol kan hebben gespeeld in de teloorgang van de Maya’s.

Hoe zit dat precies?
Regenwater bestaat – zoals je je misschien nog wel uit je natuur- en scheikundelessen herinnert – altijd uit zuurstofatomen en waterstofatomen. Maar niet alle zuurstofatomen in regenwater zijn exact hetzelfde. Regenwater herbergt namelijk verschillende varianten van zuurstofatomen – ook wel isotopen genoemd. De onderlinge verhouding tussen die zuurstofisotopen wordt gedicteerd door het klimaat: als er veel regen valt, is de isotopenverhouding in regendruppels anders dan wanneer er weinig regen valt. Wanneer het regenwater door de grond en rotsen sijpelt, op de bodem van de grot druppelt en bijdraagt aan de vorming van een stalagmiet, wordt ook die isotopenverhouding in de stalagmiet vastgelegd. En terwijl de stalagmiet zo laagje voor laagje groeit, slaat deze dus op hoeveel regen er door de tijd heen is gevallen.

Brede ‘jaarringen’
Voor hun onderzoek bogen de wetenschappers zich over een stalagmiet waarbij die opeenvolgende laagjes vrij breed waren. Waarschijnlijk herbergt elk laagje informatie over de regenval gedurende één jaar, zo schrijven de onderzoekers. En doordat de lagen – die een beetje vergelijkbaar zijn met de jaarringen van een boom – zo breed zijn, kunnen de onderzoekers uit de isotopenverhouding binnen zo’n laag zelfs aflezen hoeveel regen er gedurende de seizoenen in zo’n jaar is gevallen.

Dertien jaar droog
Een analyse van de lagen – of ‘jaarringen’ – die tussen 871 en 1021 na Christus zijn gevormd, wijst uit dat het omringende gebied in die periode regelmatig te maken had met droogte. Zo zijn er zeker acht periodes aan te wijzen waarin het natte seizoen minstens drie jaren op rij uitzonderlijk droog was. De langste droogte hield zelfs 13 jaar stand.

Beproeving
De aanhoudende droogtes moeten een flinke beproeving zijn geweest voor de Maya’s, zo denken de onderzoekers. Archeologische vondsten lijken dat te onderschrijven. Zo vallen sommige van de door de onderzoekers geïdentificeerde perioden van droogte bijvoorbeeld samen met periodes waarin er in delen van de belangrijke Maya-stad Chichén Itzá niets meer werd gebouwd. “Dit betekent niet per se dat de Maya’s Chichén Itzá tijdens deze periodes van ernstige droogte hebben verlaten,” benadrukt onderzoeker Daniel James. “Maar waarschijnlijk waren er even dringendere zaken dan het bouwen van monumenten waar ze zich op dienden te richten – zoals de vraag of de gewassen waar ze van afhankelijk waren het wel zouden redden.” Archeologische vondsten wijzen bovendien uit dat de bouw van monumenten in Chichén Itzá in nattere perioden alweer snel werd hervat.

Het onderzoek wijst er volgens de wetenschappers op dat langdurige en intense droogtes een flinke stressfactor vormden voor de Maya-samenleving. Maar, zo benadrukken de onderzoekers tegelijkertijd, het is te kort door de bocht om de ineenstorting van de Maya-samenleving aan droogte alleen toe te schrijven. Ze wijzen er daarbij onder meer op dat de – nu vrij nauwkeurig gedateerde perioden van droogte – lang niet in alle Maya-steden direct leidde tot een afname in (bouw)activiteit. Het hint erop dat sommige steden – bijvoorbeeld door watermanagementsystemen en goede handelsrelaties – beter tegen (lange) perioden van droogte waren opgewassen dan andere. De onderzoekers achten het dan ook niet aannemelijk dat droogte op zichzelf de drijvende kracht achter het verval en ineenstorting van het Maya-rijk was. In plaats daarvan lijkt het de onderzoekers waarschijnlijker dat het Maya-rijk door een complexe combinatie van factoren – waaronder droogte – in de problemen kwam.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd