Ze wurmden zich onder andere op handen en voeten door nauwe gangen.
In de grot van Bàsura in Toirano, Italië zijn allerlei sporen van mensen en dieren uit het stenen tijdperk terug te vinden. Deze fossiele resten zijn al sinds de jaren vijftig bekend en sindsdien is de grot dan ook al meerdere keren grondig bestudeerd. Maar nog steeds hadden onderzoekers vragen. “In onze studie wilden we zien hoe prehistorische mensen deze fascinerende grot hebben verkend,” aldus hoofdonderzoeker Marco Romano.
Verkenningstocht
Concreet betekent dit dat het team wilden achterhalen hoeveel mensen de grot zijn binnengedrongen en of ze dat bijvoorbeeld één voor één deden, of als groep. “Ook wilden we meer weten over hun leeftijd, geslacht en welke route ze eenmaal binnen namen,” legt Romano uit. Om deze vragen te beantwoorden, bestudeerde het team 180 sporen in de grot, waaronder hand- en voetafdrukken op de kleivloer. Hiervoor werd er gebruik gemaakt van moderne dateringsmethoden, software en 3D-modellering.
Kruipen
Dankzij deze methoden kreeg het team een goed beeld van het doen en laten van de prehistorische mens in de grot. “De benaderingen hebben ons in staat gesteld een verhaal te maken over hoe de mensen de grot binnenkwamen en verlieten en wat hun activiteiten waren zodra ze binnen waren,” zegt Romano. En daarbij deden ze een bijzondere ontdekking. Zo vond het team de eerste kruipsporen van wel 14.000 jaar oud in een lage tunnel die naar het binnenste van de grot leidt. De sporen doen vermoeden dat de verkenners op blote knieën deze nauwe gang doorkruisten.
Familie
Het team stelde vast dat vijf personen – waaronder twee volwassenen, een kind van elf jaar oud en twee kinderen van drie en zes – op blote voeten de grot binnenstapten. Dit suggereert dat jonge kinderen actieve leden van de groep waren; zelfs bij het uitvoeren van schijnbaar gevaarlijke ondernemingen. Met behulp van houten stokjes creëerden ze vervolgens licht om zich een weg door de grot te kunnen banen.
Bij het analyseren van de verschillende handafdrukken kwamen de onderzoekers erachter dat sommige sporen onbedoeld waren achtergelaten, terwijl andere juist opzettelijk waren aangebracht. Zo hebben sommige afdrukken alleen te maken met het verkennen van de grot, terwijl andere juist sociale en symbolische waarde hebben. “Onze resultaten laten zien hoe het bestuderen van sporen van onze voorouders gedetailleerde informatie over hun gedrag verschaffen,” aldus onderzoeker Marco Avanzini.