Spannend idee: je vroegste jeugdherinneringen zitten nog ergens opgeslagen in je hersenen

Dat je je eerste stapjes zette, zo leuk met je buurmeisje speelde of je moeder hoorndol maakte met het dansje dat je voor de honderdste keer opvoerde, vermoedelijk weet je er niets meer van. Maar toch zitten die herinneringen waarschijnlijk nog ergens opgeslagen, blijkt uit onderzoek bij muizen.

We hebben altijd geleerd dat je niet of nauwelijks herinneringen hebt van voor je kleutertijd, maar dat geldt niet voor iedereen. Sommige mensen met autisme weten nog wel dingen uit de tijd dat ze een dreumes waren. Om te achterhalen hoe dat kan, keken onderzoekers van het Trinity College in Dublin naar het immuunsysteem van zwangere muizen. Ze ontdekten opmerkelijk genoeg dat dit een rol speelt bij de toegang tot herinneringen uit de eerste levensjaren. Niet alleen kunnen we door de bevindingen deze herinneringen misschien weer bovenhalen, maar het kan ook helpen verklaren waarom sommige mensen die herinneringen uit zichzelf al hebben.

Onvermijdelijk gegeven
“Infantiele amnesie is mogelijk de meest alomtegenwoordige en ondergewaardeerde vorm van geheugenverlies bij mensen en zoogdieren”, zegt neurowetenschapper Tomás Ryan. “Hoewel het zo relevant is, is er maar weinig bekend over de biologische mechanismen die aan deze amnesie ten grondslag liggen en het effect op de engramcellen die elke herinnering coderen. Als samenleving nemen we aan dat het een onvermijdelijk gegeven is dat we dingen uit onze vroegste jeugd vergeten dus besteden we er weinig aandacht aan.”

Onze herinneringen beginnen meestal zo rond onze derde verjaardag, maar het is niet zo dat onze hersenen voor die leeftijd niet in staat zijn om dingen op te slaan. Studies bij ratten tonen aan dat ons brein dan zelfs al prima herinneringen kan vormen en die kan bewaren in een soort neurologische bibliotheek, oftewel structuren die we engrammen noemen.

Biochemische processen
Het is natuurlijk een spannend idee dat alle herinneringen uit onze vroegste jeugd nog ergens opgeslagen zitten in de hersenen, maar dat we er alleen niet bij kunnen. Het was voor de onderzoekers in ieder geval reden om op zoek te gaan naar de mechanismen die ervoor zorgen dat we geen toegang hebben tot deze herinneringen.

Daarbij hadden ze al een paar aanwijzingen. Zo kon infantiele amnesie bij ratten worden voorkomen door bepaalde medicijnen die op specifieke neurotransmitters gericht waren. Dat wijst erop dat biochemische processen de weg vrij maken naar vroege herinneringen.

Immuunsysteem van de moeder
Vervolgens gingen de onderzoekers kijken naar hoe het immuunsysteem van de moeder dergelijke processen beïnvloedde. Er was al langer het vermoeden dat dit effect heeft op karaktereigenschappen die in verband worden gebracht met neurologische aandoeningen zoals autisme en schizofrenie. Daarom was de hypothese dat activering van het immuunsysteem van de moeder ook invloed heeft op de hersenpaden die gelinkt zijn aan infantiele amnesie.

Maar klopt dat idee ook? Om daar achter te komen wekten de onderzoekers halverwege de zwangerschap een immuunreactie op bij moedermuizen. De babymuizen werden geconditioneerd om bang te zijn voor een elektrische schok. Die muizen werden vergeleken met een controlegroep.

De jonge mannetjes
De jonge mannetjesmuizen vertoonden inderdaad tekenen van verminderd sociaal gedrag, vergelijkbaar met autisme, maar dat was niet het enige: ze konden zich angstige gebeurtenissen ook van veel vroeger herinneren dan hun zussen en dan muizen uit de controlegroep.

Daarna gingen de onderzoekers muizen testen waarbij een gen was toegevoegd dat geheugenneuronen labelde. Daaruit bleken kritieke verschillen in de structuren en groottes van de engramcellen van de mannetjes, die moeders hadden met een geactiveerd immuunsysteem, in een stukje van de hippocampus dat gyrus dentatus wordt genoemd en dat cruciaal is voor de vorming van herinneringen.

Het immuuneiwit cytokine IL-17a lijkt een sleutelrol te spelen. Mannetjesmuizen die bij moeders geboren worden zonder dit eiwit lijden nog steeds aan infantiele amnesie, ook al werd dezelfde immuunreactie opgewekt tijdens de zwangerschap.

Raadsel blijft waarom
Grote vraag is natuurlijk waaróm mensen en andere zoogdieren een ‘vergeetknop’ hebben voor hun vroegste herinneringen. Dat blijft ook voor de onderzoekers voorlopig een raadsel. Maar ze zijn wel blij dat ze nu weten welke mechanismen aan het werk zijn bij dit proces. Daardoor begrijpen ze beter waarom sommige mensen zich nog van alles herinneren uit hun vroegste jeugd, terwijl anderen het meeste vergeten zijn.

“De vroege ontwikkeling van onze hersenen lijkt effect te hebben op wat we onthouden en wat we vergeten als we ouder worden”, zegt hoofdonderzoeker Sarah Power. “We hopen nu meer in detail te onderzoeken hoe die ontwikkeling effect heeft op het ophalen van vroege jeugdherinneringen, wat allerlei gevolgen kan hebben vanuit een educatief en medisch perspectief.”

Hoe werken herinneringen?
Als je iets meemaakt vormen de hersenen daar een herinnering van. Dat gebeurt doordat neuronen, engramcellen genaamd, de details van de ervaring opslaan en ervoor zorgen dat ze weer worden geactiveerd als we een herinnering ophalen. Diezelfde hersencellen worden steeds opnieuw geactiveerd op het moment dat de herinnering weer wordt opgeroepen. Herinneringen die we vaak oproepen blijven dan ook beter bewaard. De Engram-cellen bevinden zich zowel in de hippocampus als in andere delen van het brein. Deze cellen vormen netwerken die zijn gekoppeld aan bepaalde herinneringen.

Bronmateriaal

"Immune activation state modulates infant engram expression across development" - Science Advances
Afbeelding bovenaan dit artikel: Yellowsarah / Getty (via Canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd