Sommige honden krijgen veel vaker diarree dan andere: dit zijn beruchte rassen

Iedere hondenbezitter kent het: die plotselinge, vreselijke poepexplosie, net op je vloerkleed, in de auto of gewoon midden op straat. Een poonami, zoals de Engelsen het noemen, treft veel meer honden dan je denkt.

Dat blijkt uit onderzoek van dr. Dan O’Neill, universitair hoofddocent huisdier-epidemiologie aan het Royal Veterinary College, en zijn team. Ze analyseerden gegevens van meer dan twee miljoen honden die in 2019 bij Britse dierenartsen werden behandeld.

Diarree vaker bij sommige rassen
Opvallend is dat niet alle honden even vatbaar zijn. Zes rassen – de Maltezer, miniatuurpoedel, Cavapoo, Duitse herder, Yorkshireterriër en Cockapoo – hebben een duidelijk verhoogd risico op diarree. Daarentegen kwamen Jack Russell Terriërs en Chihuahuas er relatief goed vanaf.

Aan Scientias.nl vertelt O’Neill dat dit hem verbaasde. “Wat mij het meest verraste tijdens het onderzoek, was ten eerste dat diarree nóg vaker voorkwam dan ik had verwacht – elk jaar krijgt één op de twaalf honden veterinaire zorg voor diarree – dat is enorm. En ten tweede dat diarree geen willekeurige pech is, maar dat er duidelijke factoren zijn die samenhangen met een verhoogd risico, zoals ras en leeftijd.”

Volgens O’Neill spelen genetica en levensstijl beide een rol. “Mensen hebben het concept van hondenrassen zo’n 150 jaar geleden bedacht en sindsdien leven we met de positieve én negatieve gevolgen van die beslissing. Honden zijn niet langer één soort, maar eerder een groep van zo’n 800 verschillende subsoorten die wij hebben uitgevonden en nu ‘rassen’ noemen. En elk ras heeft zijn eigen unieke ziekteprofiel.”

Gedrag van baasjes
Als ervaren dierenarts kon hij vaak al op basis van ras, leeftijd en klachten voorspellen wat er aan de hand was. “Zelfs bij iets ogenschijnlijk willekeurigs als diarree vonden we in onze nieuwe studie meerdere rassen met meer dan twee keer zoveel risico als bij kruisingen. Rassen zijn ontstaan door herhaaldelijke inteelt om genetisch gelijke dieren te fokken die op elkaar lijken. Vanuit dat perspectief is het waarschijnlijk dat rasgerelateerde ziektes een grote genetische component hebben.”

Toch denkt O’Neill dat ook het gedrag van baasjes meespeelt: “Er bestaat een publieke perceptie dat designerkruisingen, zoals Cockapoo en Cavapoo, gezonder en robuuster zijn dan meer inteeltgevoelige rashonden. Paradoxaal genoeg kan het verhoogde risico ook komen doordat eigenaren daardoor makkelijker risico’s nemen met voeding, simpelweg omdat ze denken dat deze honden gezonder zijn.”

Leeftijd speelt ook een rol
Niet alleen het ras maakt uit, ook de leeftijd speelt een rol. Honden jonger dan drie én ouder dan negen jaar lopen meer risico op diarree dan honden van middelbare leeftijd.
“Dit patroon zie je bij veel diersoorten, ook bij mensen. Jonge honden leren nog hoe ze met de wereld moeten omgaan en nemen risico’s met wat ze eten. Ook baasjes moeten leren wat hun specifieke hond wel of niet goed verdraagt. Tegen de tijd dat de hond en het baasje die lessen geleerd hebben, daalt het risico. Maar op latere leeftijd neemt de weerstand af en verslechtert de orgaanfunctie en dan stijgt het risico op diarree – en op veel andere ziektes – weer. Dat is de cyclus van het leven.”

Diarree vaak met bijverschijnselen
Van de honden met diarree had 44 procent ook last van braken, 28 procent at minder en 24 procent was sloom. In bijna een op de drie gevallen was er sprake van bloedige diarree. Toch hoef je je als baasje meestal geen grote zorgen te maken: 80 procent van de honden knapte op na een bezoekje aan de dierenarts.

O’Neill waarschuwt echter voor het gebruik van antibiotica, die bij 38 procent van de gevallen toch werd ingezet: “Er is momenteel wereldwijd een enorme inzet om het antibioticagebruik bij mensen en dieren te verminderen. Er is geen bewijs dat antibiotica helpen bij normale diarree bij honden. Door onnodig gebruik dood je de gevoelige bacteriën en geef je de resistente bacteriën een kans om de overhand te krijgen. Daardoor werken antibiotica bij toekomstige infecties mogelijk niet meer. Dat noemen we antibioticaresistentie en dat is wereldwijd een groot gezondheidsrisico.”

Sterker nog, antibiotica kunnen het herstel zelfs vertragen: “Voor individuele honden is het belangrijk dat de natuurlijke bacterieflora in de darm zo snel mogelijk herstelt. Door antibiotica dood je die flora juist en dat kan het herstel vertragen.”

Diarree voorkomen: drie tips van de expert
Voor wie de beruchte poonami wil voorkomen, heeft O’Neill drie eenvoudige maar doeltreffende adviezen:

  1. Blijf consistent met voeding
    “Vind een dieet dat past bij jouw hond en houd je eraan. Vermijd de menselijke neiging om bij elke maaltijd van voeding te wisselen. Mijn regel is: consistentie in dieet leidt tot consistentie in poep.”
  2. Wees extra voorzichtig bij risicorassen en jonge honden
    “Als jouw hond een van de hoog-risicorassen is, zeker als hij nog jong is, wees dan extra voorzichtig met veranderingen in voeding.”
  3. Dring niet aan op antibiotica
    “Als je hond diarree krijgt en naar de dierenarts moet, dring dan niet aan op een antibioticakuur. Die helpt waarschijnlijk niet en kan het herstel zelfs vertragen.”

Tot slot zegt O’Neill dat je je niet te druk moet maken om hondendiarree. “Een poonami meemaken met je hond is zo’n gebeurtenis waar elke hondenbezitter bang voor is. Deze nieuwe studie laat zien dat diarree bij honden heel vaak voorkomt, maar dat eigenaren niet in paniek hoeven te raken. Hoe heftig het ook is, de meeste honden herstellen binnen een paar dagen.”

Bronmateriaal

"Epidemiology and clinical management of acute diarrhoea in dogs under primary veterinary care in the UK" - PLOS ONE
Afbeelding bovenaan dit artikel: Bruno Cervera / Pexels

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd