Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het leerproces en de herinnering is veel groter bij de sociale bijenkoningin dan bij de bijenkoningin die als een einzelgänger leeft. Dat heeft alles te maken met de vele vraagstukken waar een sociale bij voor komt te staan, zo concluderen wetenschappers.
“Om de macht en controle in de groep te blijven handhaven, heb je meer informatie nodig,” vertelt onderzoeker William Wcislo. “Dus des te groter de groep, des te groter het brein van het individu moet zijn.”
In eerdere onderzoeken vergeleken wetenschappers al het brein van sociale en asociale dieren. Dit onderzoek richtte zich echter op de verschillen tussen diersoorten en is tamelijk onbetrouwbaar, omdat de dieren zo van elkaar verschillen dat het lastig is om een connectie tussen de grootte van het brein en het sociale gedrag aan te tonen. Dit onderzoek is een stuk betrouwbaarder, omdat het gebaseerd is op één diersoort.
De onderzochte grootvleugelige bij vertoont heel primitief sociaal gedrag. Een bij leeft of als een solitaire koningin die zelf voor haar eten zorgt of ze is een sociale koningin en laat haar dochters eten voor haar zoeken. De dochters ontwikkelen geen eileiders, waardoor zij zelf geen kinderen kunnen krijgen en altijd bij hun moeder blijven om voor haar te zorgen. Blijkbaar is de sociale interactie van de bijenkoningin en haar dochters cognitief gezien zo uitdagend dat het brein zich daar op aanpast.