Steeds meer mensen dragen een smartwatch om hun pols. Deze slimme horloges beloven ons fitter, gezonder en bewuster te maken. Ze meten alles, van stappen tot hartslag en slaap, en helpen je gezonder te leven. Maar kunnen deze gadgets ook té veel van het goede zijn?
Voor veel gebruikers van zogenoemde preventieve gezondheidstechnologieën (PHT’s), zoals smartwatches, begint het met een duidelijk doel: afvallen, beter slapen of meer bewegen. Uit een recent onderzoek, gepubliceerd in het vakblad Journal of Consumer Affairs, blijkt echter dat de manier waarop mensen hun smartwatch gebruiken sterk varieert, afhankelijk van wat ze willen bereiken. Sommige mensen zetten hun smartwatch in als hulpje om zichzelf gezondere gewoonten aan te leren, terwijl anderen net geobsedeerd raken door de data die de horloges bieden.
Het onderzoek
Om te begrijpen hoe smartwatches bijdragen aan gezondheid en welzijn, voerden de onderzoekers diepte-interviews uit met 30 gebruikers van PHT’s. De deelnemers waren tussen de 16 en 78 jaar oud en gebruikten verschillende soorten wearables, zoals smartwatches en apps, om hun gezondheid te volgen. Het onderzoek richtte zich op hoe de gebruikers hun gezondheidsdoelen stellen, hoe intens ze hun apparaat gebruiken, en hoe dit hun welzijn beïnvloedt.
De onderzoekers pasten een thematische analyse toe om te achterhalen hoe gebruikers betrokken raakten bij hun gezondheidsdoelen. Op basis van de interviews ontdekten ze vier verschillende manieren waarop mensen hun smartwatch gebruiken. Dit varieerde van gematigde, positieve betrokkenheid tot obsessieve en zelfs schadelijke interacties.
Overmatige betrokkenheid
Mensen met een hoge behoefte aan data om hun gezondheidsdoelen te bereiken, lopen het risico te veel waarde te hechten aan wat hun smartwatch zegt. Hierdoor kunnen ze obsessief bezig zijn met prestaties, zelfs als ze lichamelijke klachten ervaren. Dit gebeurt bijvoorbeeld als mensen dagelijks hun calorieën, stappen of slaap bijhouden en zich schuldig voelen als de cijfers niet goed zijn.
“Ik begon erdoor geobsedeerd te raken. Ik woog mezelf elke dag en ging elke dag naar de app om te zien of ik vet was kwijtgeraakt”, vertelt een 27-jarige vrouw die deelnam aan het onderzoek. Ze gebruikte haar smartwatch om haar gewicht te controleren, maar raakte uiteindelijk zo gefixeerd op de getallen dat ze er naar eigen zeggen mentaal onder leed. Een andere deelnemer gaf toe dat hij ondanks kniepijn toch doorging met het halen van zijn 10.000 stappen per dag, omdat zijn horloge dat aangaf.
Voor sommige mensen net wel positief
Hoewel overmatige betrokkenheid soms negatieve gevolgen heeft, blijkt uit het onderzoek ook dat sommige gebruikers juist baat hebben bij het gebruik van hun PHT. Voor deze mensen vormt het apparaat een sterke motivator om hun gezondheid en prestaties te verbeteren. Het grote verschil is dat mensen in deze groep niet geobsedeerd raken met de cijfers, maar lessen leren die ze daarna kunnen toepassen zonder behulp van PHT.
Een deelnemer van 31 gaf aan dat hij zijn smartwatch gebruikte om zijn eetgewoonten nauwlettend te volgen, waardoor hij succesvol zijn gewichtsdoelen bereikte. Maar na een tijdje stopte hij, omdat hij naar eigen zeggen geen nood meer had aan een hulpmiddel. “Nu weet ik bij elk voedingsmiddel wat het oplevert, omdat ik de app al heel lang gebruik. Nu zit het allemaal in mijn hoofd en heb ik de app niet meer nodig.”
Het dubbele effect van smartwatches
Smartwatches en andere gezondheidstechnologieën kunnen dus zowel goed als slecht uitpakken voor ons welzijn. Enerzijds helpen ze ons gezonder te leven door ons bewust te maken van ons gedrag en ons te motiveren doelen te behalen. Anderzijds kan een teveel aan focus op de cijfers leiden tot stress, zelfkritiek en ongezond gedrag, zoals overmatig sporten of te weinig eten om aan de ‘juiste’ cijfers te voldoen. Bewust gebruik lijkt dus de sleutel tot succes.