Smartphones, smartwatches, slimme energiemeters; technologie is volop in ontwikkeling. Nu hoor je ook steeds vaker het fenomeen ‘smart city’. Maar wat is dat precies? En wordt Amsterdam er ooit ook één? Pieter Ballon, schrijver van het boek ‘Smart cities’ neemt ons mee naar de stad van de toekomst.
Amsterdam, een stad bestaande uit zo’n 800.000 mensen wonend op 219 km2. Daarnaast verwelkomt Amsterdam jaarlijks zo’n 5,3 miljoen toeristen. Zoveel mensen op zo’n klein oppervlak brengt ook problemen met zich mee. Denk aan veiligheid, vervuiling en files. Maar dit is niet alleen in Amsterdam aan de orde van de dag. Verstedelijking in de wereld neemt toe. Al sinds 2008 woont de helft van de wereldbevolking in steden en dit zal in de toekomst alleen maar toenemen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de problemen niet de spuigaten uit gaat lopen?
Wat is een smart city?
Een manier om deze problemen aan te pakken en het leven in de stad ook nog efficiënter te maken, is om het fenomeen ‘smart city’ nader te onderzoeken. O help, hoor ik je denken, we hebben al de smartphones, smartwatches, slimme energiemeters. Nu ook al smart cities? Jawel. Ook die horen bij de technologische voorspoed van dit moment. En zeg nou zelf, al die slimmere apparaten brengen grote voordelen met zich mee. Een smart city schept de mogelijkheid om onze steden slimmer te laten worden, waardoor problemen die horen bij een stad makkelijk kunnen worden opgelost. Neem bijvoorbeeld het parkeerprobleem in Amsterdam. Auto’s zijn vaak lang op zoek naar een goede parkeerplek, waardoor er veel CO2 wordt uitgestoten. Eén van de projecten waar Amsterdam Smart City op dit moment mee bezig is, is om automobilisten in staat te stellen om parkeerplaatsen van tevoren via een app te reserveren. Hierdoor kun je parkeren makkelijker en efficiënter maken.
Amsterdam Smart City
In Amsterdam zijn er vele deelbedrijfjes, -diensten en –apps die het leven in de stad aangenamer moeten maken. Al in 2008 pikte onze hoofdstad de signalen van smart city op en besloot om niet samen te gaan werken met één van de grote technologieaanbieders, maar er juist een hele diverse lading aan initiatieven onder te scharen. Op dit moment is de stad Amsterdam voor 8 procent van smart city-projecten de investeerder. 11 procent gaat via public-private partnerships (PPP) en 81 procent verloopt via private partijen. Amsterdam is dus al een eind op weg om een smart city te worden. Ook Pieter Ballon, schrijver van het boek ‘Smart cities, hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt’ beaamt dat. “Amsterdam heeft zeker de troeven in handen voor een smart city. Als je naar de Lage Landen kijkt, is Amsterdam een van de eerste steden geweest die aangaf ‘slimmer’ te willen worden en een reeks initiatieven samenbracht onder die noemer. Het opvallende is, dat veel initiatieven die in Amsterdam tot stand kwamen, uit verschillende hoeken kwamen. Aan de ene kant waren het bedrijven die iets ondernamen, maar aan de andere kant ook onderzoeksgroepen en organisaties.” Volgens Ballon is het erg belangrijk dat alle groepen samenwerken; van bedrijven, overheid, start-ups, burgers en universiteiten. “Je kunt geen smart city hebben zonder dat al die verschillende groepen meewerken,” vertelt hij verder. “Een stad is veel te complex om te kunnen zeggen dat enkel de stedelijke overheid, of een paar grote bedrijven een smart city zouden kunnen maken.” Volgens Ballon heeft Amsterdam tot op zekere hoogte voorop gelopen met de ontwikkeling naar een smart city. “Maar we zijn er nog niet,” waarschuwt Ballon. “Er is nog veel werk aan de winkel.”
Technologieën
Wat komt er zoal kijken bij een smart city? Nou, vooral veel technologie die met elkaar in verbinding staat. Ballon schaart het onder drie bouwstenen. “De eerste technologische bouwsteen zit bij de gebruiker. Denk aan smartphones die we meedragen, een polshorloge of een slimme bril. In een slimme stad kunnen die de band worden tussen ons en onze omgeving.” De tweede bouwsteen is volgens Ballon de ontwikkelingen op ICT. “De laatste jaren is er een enorme vooruitgang geboekt op het vermogen om data te verzamelen en door te sturen,” vertelt hij. “We kunnen dat in steeds kleinere apparaten stoppen, het kan steeds goedkoper en ook de batterij kan steeds langer mee. Dit kunnen we in onze omgeving integreren, bijvoorbeeld in sensoren en camera’s.” De laatste bouwsteen is het verwerken van informatie. “We hebben tegenwoordig krachtige computer en software platformen die alle data van mensen, gebruikers en objecten verzamelen en verwerken.” Goede voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld slimme lantaarnpalen waar ze rond de Amsterdam Arena mee testen. Verlichting kan op afstand of met sensoren worden aangepast aan verschillende omstandigheden. Zo kunnen bewegingssensoren registreren of er een persoon onder loopt en of de verlichting daarom feller moet. Ook kan het licht gedimd of aangepast worden aan het weer. De veiligheid wordt hiermee vergroot en ook kan op deze manier energie bespaard worden.
Initiatieven in Amsterdam
Op dit moment lopen er meerdere projecten in Amsterdam die de stad slimmer maken. Bijvoorbeeld een digitale wegbeheerder, die zorgt voor een betere doorstroming tijdens de spits in IJburg. Of het initiatief dat panden aan de grachtengordel wil verduurzamen, om zo energie te besparen. Al deze verbeteringen vallen onder de noemer smart city. Volgens Ballon zou elke stad voor zichzelf moeten bepalen welke doelstellingen zij wil behalen. “Kijk naar Kopenhagen,” zegt hij. “Hun smart city inspanningen zijn bijna volledig gericht op het domein van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Elke stad zou zelf moeten bepalen welke prioriteiten zij stelt en welke problemen zij wil aanpakken. Mijn advies voor Amsterdam is: bepaal je prioriteiten en richt je op die onderwerpen.” De vraag is natuurlijk of het idee van een ‘smart city’ wel zal aanslaan bij het nuchtere, Amsterdamse volk. Daar maakt Ballon zich echter geen zorgen over. “Een smart city gaat over het slim aanpakken van problemen, over oplossingen zoeken. Wat is er meer pragmatisch, meer ‘handen uit de mouwen’ dan slimme oplossingen zoeken voor een aantal problemen die in de stad spelen?” Zegt Ballon. “Het mag niet iets zijn dat je over de hoofden van de mensen uitgiet. Maar als je het samen met de burgers aanpakt, denk ik dat het zeker iets is voor de Amsterdammers.”
Keerzijde
“Door verschillende technologieën samen te voegen, zit het internet niet langer alleen in je browser of in een app, maar speelt het zich af in jouw dagelijks leven, in de wereld rondom jou,” zegt Ballon. En hier zit wel een keerzijde aan. In de smart city van morgen wordt alles wat we doen en laten bijgehouden. En als die informatie over alles en iedereen op straat komt te liggen, zou dit ook negatieve effecten kunnen hebben. “Waar ik voor wil waarschuwen zijn verkeerde richtingen die een smart city op kan gaan,” zegt Ballon. “Als je overal informatie over hebt, zou je die informatie ook kunnen gaan misbruiken. Daar moeten we dus goed over nadenken.”
Volgens Ballon is het belangrijk om te realiseren dat een smart city niet weer een nieuwe ‘gadget’ van deze tijd is. “We moeten af van het idee dat een smart city een verzameling technologieën is. Of dat we ergens wat technologie neerplempen en dan ‘smart’ zijn. Nee, je bent pas smart als je een meetbare vooruitgang hebt geboekt op een aantal van je gestelde doelstellingen, bijvoorbeeld als er inderdaad in geslaagd wordt om files te verminderen of CO2 neutraal te worden. Smart moet altijd gekoppeld zijn aan het behalen van een bepaalde doelstelling en het oplossen van een probleem. Met enkel technologie, heb je nog niets bereikt.”