Sloppenwijk? Nee hoor: in Manchester woonden vroeger de rijken en de armen gewoon in hetzelfde gebouw

In het Manchester van 1851 woonden verschillende klassen veel meer door elkaar dan eerder gedacht.

Toen Friedrich Engels, medeoprichter van het Marxisme, Manchester in 1842 bezocht was hij geschokt: bij terugkomst beschreef hij een stad waar de opkomende industrialisatie duidelijk de armen en rijken had verdeeld. De armen woonden dichter in de buurt van het drukke en vieze centrum, terwijl de rijken er met hun villa’s in de buitenwijken er knus bijzaten. Nieuwe analyses op basis van een volkstelling in 1851 laten echter een ander beeld zien: artsen, ingenieurs en winkeliers woonden vaak in hetzelfde gebouw of in dezelfde straat als arme fabriekswerkers, zoals wevers en spinners. Het onderzoek is gepubliceerd in The Historical Journal.

Ancoats

Voor het onderzoek koppelde historicus Emily Chung duizenden bewoners uit de gedigitaliseerde volkstelling van 1851 aan hun exacte adressen. Hiervoor heeft ze niet alleen gebruik gemaakt van kaarten van het gebied, maar ook van handelsgidsen en herkenbare plekken die werden beschreven. Chung heeft voor het onderzoek acht maanden lang gebouw na gebouw handmatig op moeten zoeken, omdat bestaande zoekmachines (en ook AI) hier nog niet goed genoeg voor zijn. Haar tempo: op z’n snelst ongeveer 700 panden per dag.

Al dat harde werken was zeker niet voor niets. De resultaten spreken namelijk voor zichzelf: meer dan 60% van de gebouwen waarin de rijkste beroepsgroepen woonden huisvestte ook ongeschoolde arbeiders. En zelfs in Ancoats, de arbeiderswijk die Friedrich Engels destijds als ‘sloppenwijk’ beschreef, behoorde ongeveer 10 procent van de bevolking tot de rijkere klassen. “De rijken woonden niet alleen in herenhuizen in het centrum of villa’s in de buitenwijken,” zegt Chung. “Ik vond artsen, ingenieurs, architecten, leraren, managers en ook winkeliers die in dezelfde gebouwen woonden als arme wevers en spinners.”

Vochtige kelder

Dat is natuurlijk niet zomaar: rond 1850 begon Manchester zó hard te groeien dat de woningbouw het niet bij kon benen. Gecombineerd met ontwikkelaars die zoveel mogelijk geld wilden verdienen bleek de oplossing verrassend simpel: zoveel mogelijk huurders op zo weinig mogelijk grond. Bestaande panden werden hierom opgedeeld in meerdere woningen: de nettere begane grond en eerste verdieping gingen naar de rijken. En de fabriekswerkers? Die mochten in de vochtige kelder slapen.

“Manchester groeide bijna als vanzelf, met weinig regulering en een drang om zoveel mogelijk winst per vierkante meter te verdienen,” aldus Chung. Toch hadden de verschillende klassen nauwelijks contact: niet alleen de plafonds en de muren, maar ook de sterk verschillende dagindelingen zorgden daar wel voor. Hoe die verschillende huishoudens de wc deelden blijft overigens nog een compleet raadsel: “Helaas schreef men daar destijds nauwelijks over,” zegt Chung. “Ik vermoed dat de rijkere klassen vaker potten gebruikte om te voorkomen dat ze het toilet moesten delen met de armen.”

Chung suggereert dat de rijkere mens mogelijk vooral praktische redenen had om te kiezen voor een huis in bijvoorbeeld Ancoats: “rijkere mensen zagen het mogelijk als een ‘opstapje’ naar het hebben van een groter huis. Daarnaast konden veel winkeliers het wel waarderen als ze in de buurt van hun winkel woonden, zeker omdat het openbaar vervoer nog niet heel populair was.”

Bank huren

Voor het onderzoek heeft Chung ook gebruik gemaakt van officiële beroepsomschrijvingen en loongegevens. Uiteindelijk heeft ze inwoners in zes klassen in weten te delen, van professionele beroepen en managers tot deels- en ongeschoolde arbeid, inclusief textielarbeiders. Gemiddeld was 79,3% van de stadsbevolking werkzaam als een (ongeschoolde) arbeider.

Volgens Chung was niet de wijk, maar de leefstijl van de verschillende klassen de echte scheidslijn. Voor arbeidswetten bestonden maakten veel arbeiders vaak werkdagen van twaalf uur per dag, zes dagen per week. Hierdoor zaten ze vaak binnen op de tijdstippen dat de rijkere klassen buiten actief waren. Chung wijst er daarnaast op dat, terwijl de rijkere mensen de hele dag door naar de winkel konden, arbeiders vaak moesten wachten totdat hun loon op zaterdagavond werd uitbetaald.

“Waar je woont kan best belangrijk zijn. Toch zijn andere factoren vaak veel bepalender,” zegt Chung. “Het maakt veel uit hoe mensen werken, winkelen en ontspannen. Uiteindelijk kan dit de samenleving opdelen in verschillende sociale groepen, waarbij ze zelfs voor elkaar onzichtbaar kunnen worden.” Want zeker, ook in de vrijetijdsbesteding zijn duidelijke verschillen zichtbaar. Het was in deze periode dat de kerk vooral aantrekkelijk was voor de rijkere mens. Volgens het onderzoek deden sommige kerken zelfs hun best om sociale klassen uit elkaar te houden door tijdens de ochtenddienst banken te verhuren. Veel arbeiders hadden hier simpelweg het geld niet voor, waardoor ze gedwongen werden om naar de middag- of avonddienst te gaan.

Scheidslijn

Eenmaal na de kerkdienst werd het niet veel beter voor de gemiddelde arbeider in Manchester: zelfs de politie deed vrolijk mee aan de klassenscheiding. Chung: “Zelfs kleine groepjes arbeiders werden door surveillerende agenten uit elkaar gestuurd. Ze deden dit om ‘het publieke domein van de rijkere klassen schoon en rustig’ te houden.” Het is wellicht dan ook niet geheel verrassend dat Chung ontdekte dat de gemiddelde arbeider in zijn vrije tijd vooral te vinden was in een bar, waar de klassenscheiding van weleer veel minder gevoeld werd.

Het onderzoek laat daarmee zien dat de originele interpretatie van Friedrich Engels niet het hele verhaal verteld: de echte scheidslijn wordt getrokken door de dagelijkse praktijk waar mensen van verschillende klassen mee te maken hebben. Denk hierbij niet alleen aan hoe mensen wonen en winkelen, maar ook aan hoe ze hun vrije tijd spenderen. Helaas is die historische les volgens Chung nog steeds bijzonder actueel. Chung laat weten: “veel steden worstelen nog steeds met een soort klassenscheiding. Door te begrijpen wat mensen destijds in een stad als Manchester werkelijk ervoeren krijgen we scherper zicht op de mechanismen die ook nu nog aan het werk zijn.”

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!

Luister ook naar de Scientias Podcast:

Bronmateriaal

"Proximity and Segregation in Industrial Manchester" - University of Cambridge
Afbeelding bovenaan dit artikel: Image courtesy of Manchester Libraries

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd