Sommige mensen slapen als een roos, terwijl anderen juist heel veel moeite hebben om in slaap te vallen en vaak wakker worden. Een nieuwe studie toont aan dat genen een belangrijke rol spelen bij de kwaliteit en kwantiteit van de slaap. Niet alleen bij volwassenen, zoals eerder al was onderzocht, maar ook bij kinderen.
Slaap is essentieel voor je gezondheid en welzijn. Het helpt bij de regulatie van je immuunsysteem, je hormoonhuishouding en specifiek bij kinderen is slaap ook erg belangrijk voor groei, hersenontwikkeling en kunnen leren. Kinderen die op jonge leeftijd al last hebben van slaapproblemen, hebben daardoor meer kans op stemmingsstoornissen, angststoornissen, aandachtsproblemen, leerproblemen en obesitas op latere leeftijd. Daarom is het belangrijk om slaapproblemen bij kinderen vroegtijdig te signaleren en te behandelen.
Om daar meer inzicht in te krijgen, keken onderzoekers of ze een verband konden vinden tussen slaapproblemen bij kinderen en genetische varianten waarvan we weten dat die bij volwassenen geassocieerd zijn met slapeloosheid en slaapduur. Daarvoor analyseerden ze de gegevens van zo’n 2500 kinderen die vanaf hun geboorte tot aan hun adolescentie zijn gevolgd. Om te bepalen hoe gevoelig deze kinderen vanuit hun genen waren voor slaapproblemen, gebruikten ze een zogenaamde ‘polygene risicoscore’; een manier om in te schatten hoeveel invloed iemands genen hebben op het krijgen van bepaalde ziekten of eigenschappen.
Wakker in de nacht
Daaruit bleek dat kinderen die genetisch meer vatbaar waren voor slapeloosheid (uitgegaan van de polygene risicoscores voor volwassenen) ook meer slaapproblemen hadden volgens hun moeders. Die kinderen werden ‘s nachts regelmatig wakker of vielen moeilijk in slaap. Kinderen die genetisch gezien meer aanleg hadden om juist langer te slapen, sliepen ook daadwerkelijk langer. Opvallend is dat deze groep tijdens de adolescentie juist meer wakker was tijdens de nacht. Volgens de onderzoekers betaal je voor je genetische aanleg voor langere slaap dus toch ook een prijs, en ben je daardoor ook langer wakker tijdens je slaap.
De genen die bij volwassenen voor slapeloosheid zorgen, blijken dus ook bij kinderen een rol te spelen bij slechte slaap. Daarmee is er indirect bewijs dat er zoiets bestaat als een ‘slechte slaper’-eigenschap gedurende het hele leven, aldus de onderzoekers. Toch is niet alles daarmee verklaard. Slaap is een complex proces, dat beïnvloed wordt door zowel genetische als allerlei omgevingsfactoren, zoals stress, licht, geluid en temperatuur.
De onderzoekers hopen dat hun resultaten ervoor zorgen dat we de oorzaken en gevolgen van slaapproblemen bij kinderen beter begrijpen en uiteindelijk ook voor betere behandeling kan zorgen om slaapkwaliteit te verbeteren. Hoofdauteur Desana Kocevska van het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen: “Omdat genetische gevoeligheid voor slechte slaap ook voor kinderen geldt, is vroege herkenning en preventie ervan zeer belangrijk.”
Mensen met slaapproblemen kunnen moeilijker nare ervaringen verwerken. Als je iets vervelends meemaakt wordt in ons brein het zogenoemde limbische circuit van hersencellen en verbindingen actief. “Tijdens de slaap worden die verbindingen spontaan weer actief, alsof het brein een samenvatting afspeelt van wat er tijdens de vervelende situatie is gebeurd”, legde eerste auteur van de studie Rick Wassing eerder aan Scientias.nl uit. “De herinnering krijgt letterlijk een andere plek in het brein,” zegt Wassing. “Maar misschien nog wel belangrijker; tijdens de REM-slaap worden andere verbindingen juist losgekoppeld. Dit stelt ons in staat om de herinnering aan de emotionele ervaring af te zonderen van de emotionele en fysieke reactie. Wanneer je REM-slaap rusteloos is, wordt het emotionele netwerk niet goed losgekoppeld.” Je problemen neem je daardoor mee naar de volgende dag.