Vind maar eens een geliefde in de diepzee, dat valt niet mee in het meest uitgestrekte ecosysteem ter wereld. Daarom hebben diepzeehengelvissen een unieke manier van voortplanten ontwikkeld: als ze in die duisternis eenmaal een partner hebben gevonden, blijven ze er de rest van hun leven aan vastzitten.
Het is een vorm van seksueel parasitisme waarbij de relatief kleine mannetjesvissen zich om te paren letterlijk hechten aan de veel grotere vrouwtjes. Soms doen ze dat door de vrouwtjes te bijten en weer los te laten als het paren gedaan is, maar vaker blijven de vissen permanent aan elkaar vastzitten als een soort Siamese tweeling: het hoofd van het mannetje lost op in dat van het vrouwtje en ook hun bloedsomloop smelt samen. Wat er van het mannetje overblijft, is eigenlijk niet veel meer dan een spermaproducerend geslachtsorgaan.
De vissen worden ook wel lantaarnhengelvissen genoemd, omdat de vrouwtjes een soort lichtgevende hengel voor op hun kop hebben. Dat klinkt vriendelijk, maar het zijn gruwelijke beesten met een lange rij scherpe tanden en een boosaardige kop. Met het licht, geproduceerd door bacteriën, trekken ze prooien aan, die als ze in de buurt komen naar binnen worden gezogen. Door hun flexibele lijf kunnen de vrouwtjesvissen dieren opeten die twee keer zo groot zijn als zijzelf. De diepzeehengelvissen behoren tot de familie van de zeeduivels en leven op een diepte van 300 tot 4000 meter. De mannetjes zijn ongeveer tien keer zo klein als de vrouwtjes maar beschikken over een uitstekend reukorgaan waarmee ze hun partner in de duistere diepzee kunnen opsporen.
Op naar de middernachtzone
Onderzoekers van Yale doken dieper in dit seksueel parasitisme van de hengelvis en ontdekten met behulp van genetisch onderzoek dat deze vorm van paren sommige soorten heeft geholpen om de overstap te maken van koraalriffen in ondiep water naar de midnight zone, in het Nederlands de bathyale zone genoemd: het gedeelte van 1000 tot 4000 meter diepte waar geen zonlicht meer doordringt en het dus pikdonker is.
“Mensen hebben de neiging om één verklaring te bedenken waarom een groep dieren kan gedijen in een bepaald ecosysteem, maar bij de meeste soorten spelen meerdere evolutionaire ontwikkelingen een rol”, zegt onderzoeker Chase Brownstein van Yale. “We ontdekten dat een reeks eigenschappen, waaronder seksueel parasitisme, de hengelvissen in staat stelde de diepzee te bereiken in een periode waarin de aarde extreem opwarmde en de oceanen te maken hadden met grote ecologische onrust.”
Plotse warmte
Voor het onderzoek reconstrueerden de onderzoekers de evolutionaire geschiedenis van de diepzeesoort. Ze toonden aan dat de snelle overgang van de hengelvissen van ondiep water naar de diepzee, 50 tot 35 miljoen jaar geleden plaatsvond tijdens het Paleoceen-Eoceen Thermaal Maximum. Dit is een periode waarin de aarde plots snel opwarmde waardoor veel soorten in de zee uitstierven.
Zo niet de hengelvis: die leerde in die periode om een partner vast te grijpen en zich zo voort te planten. Dat klinkt simpeler dan het is. Om seksueel parasitisme mogelijk te maken moesten de dieren extreem van elkaar gaan verschillen met grote vrouwtjes en piepkleine mannetjes. Ook moest hun immuunsysteem veranderen zodat de lichamen van de vrouwtjes de mannetjes niet zouden afstoten. Dat zijn grote evolutionaire processen die de dieren in recordtijd doormaakten.
Interessant voor medische ingrepen
Uiteindelijk leidde het ertoe dat de hengelvis succesvol kon overleven in de diepzee. Het is er immers pikdonker dus als je een vrouwelijke soortgenoot tegenkomt, klamp je je er het liefst – letterlijk in dit geval – aan vast. “We denken dat seksueel parasitisme een groot voordeel is in de diepzee, de grootste en meest homogene habitat op aarde”, aldus Brownstein. “Als dieren er eenmaal een partner vinden, zorgt deze vorm van parasitisme ervoor dat ze zich permanent kunnen hechten, wat een cruciaal hulpmiddel lijkt te zijn voor de evolutie van de diepzeehengelvis.”
Dit is niet alleen een leuk evolutionair weetje, maar kan ook van nut zijn voor onze eigen gezondheid, legt collega aan Yale, Thomas Near, uit. “Een beter begrip van hoe de hengelvissen hun adaptieve immuniteit verloren, zou in de toekomst kunnen bijdragen aan betere medische ingrepen, zoals orgaantransplantaties en huidtransplantaties, waarbij het onderdrukken van de immuniteit cruciaal is”, klinkt het. “Het is dus een interessant onderwerp voor toekomstig medisch onderzoek.”