Een schorpioen erodeert niet zomaar. Onze machines wel. En dus leren we opnieuw van de natuur hoe het wel moet.
De wetenschappers kregen interesse voor de schorpioen Androctonus australis toen ze nadachten over machines met bewegende onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan helikopters met rotoren. Of de wieken van een windmolen.
Deeltjes
Deze bewegende delen worden voortdurend ‘gegeseld’ door deeltjes in onder meer water en wind. Deze deeltjes (keitjes, zand) tasten de bewegende delen aan. Het resultaat? De bewegende onderdelen moeten vrij vaak vervangen worden.
Schorpioen
Om daar een oplossing voor te vinden, richtten de onderzoekers zich op de schorpioen. De A. australis leeft in de woestijn en moet daar heel wat zandstormen doorstaan. Tijdens die stormen wordt zijn harnas bekogeld met zand. Toch houdt hij daar amper krasjes aan over.
Met behulp van computermodellen achterhaalden de onderzoekers het geheim van deze schorpioen, zo is in het blad Langmuir te lezen. Ook werd er geëxperimenteerd in windtunnels. Het geheim zit ‘m in groeven, zo ontdekten de onderzoekers. Wanneer de wetenschappers kleine groeven in een hoek van dertig graden ten opzichte van gas of vloeistof (met daarin de schadelijke deeltjes) plaatsten, werd het materiaal prima beschermd tegen erosie.