Als de temperatuur op aarde met meer dan 1,5 graden stijgt, komt de wereldwijde voedselproductie in gevaar. Grote gebieden rond de evenaar krijgen zware klappen te verwerken, blijkt uit nieuw Fins onderzoek.
Het diversiteitsverlies onder voedselgewassen in grote delen van Sub-Sahara-Afrika, India en Zuidoost-Azië loopt in de modellen op tot boven de 90 procent. “Minder gewasdiversiteit zet de voedselzekerheid ernstig onder druk”, aldus de onderzoekers.
We zien de gevolgen van klimaatverandering nu al vaak genoeg in het nieuws: stormen, overstromingen, bosbranden en droogtes zijn heftiger dan voorheen en volgen elkaar in een hoger tempo op. Als de opwarming doorzet, loopt een derde van de wereldwijde voedselproductie gevaar, schrijven onderzoekers van de Aalto Universiteit deze week in Nature.
Helft minder voedsel
De wetenschappers analyseerden de effecten van toekomstige veranderingen in temperatuur, neerslag en droogte op het groeiproces en de overlevingskansen van dertig belangrijke gewassen. Ze ontdekten dat landen rond de evenaar verreweg het zwaarst worden getroffen. In scenario’s waarin de opwarming hoog uitvalt, wordt voorspeld dat de helft van alle voedselproductie in die gebieden verloren gaat. Tegelijkertijd zal de variatie in gewassen daar sterk afnemen. “Als de diversiteit afneemt, wordt het aanbod aan voedselgewassen ook kleiner. Dat maakt het extra moeilijk voor de lokale bevolking om voldoende calorieën en eiwitten binnen te krijgen”, legt onderzoeker Sara Heikonen uit.
Basisgewassen onder druk
Door de stijgende temperaturen is er in de toekomst wereldwijd minder landbouwgrond beschikbaar voor de teelt van basisvoedsel zoals rijst, maïs, tarwe, aardappelen en soja. Deze gewassen leveren samen meer dan twee derde van alle calorieën die de mensheid dagelijks binnenkrijgt. “Tropische knolgewassen zoals yam, die belangrijk zijn voor de voedselvoorziening in arme landen, lopen ook een groot risico. In Afrika ten zuiden van de Sahara, waar de impact het grootst gaat zijn, zal bijna driekwart van de huidige productie verloren gaan als de temperatuurstijging boven de 3 graden uitkomt”, waarschuwt Heikonen.
Landen in gematigde en noordelijke gebieden krijgen op een heel andere manier met veranderingen te maken. De landbouwgrond blijft veel beter behouden. Sterker nog: de variatie aan gewassen wordt er waarschijnlijk zelfs groter, al zullen de soorten gewassen die er groeien wel veranderen. “De teelt van fruit, zoals peren en druiven, is in noordelijke regio’s nu al veel beter mogelijk. Dit proces zal zich voortzetten”, aldus Heikonen.
Plagen en extreem weer
Toch zijn er allerlei factoren die het ook de landbouw in noordelijker streken moeilijk kunnen maken, waarschuwt hoofdonderzoeker Matti Kummu. “Ons model kijkt alleen naar klimaat, maar hogere temperaturen kunnen ook nieuwe plagen en extreme weersomstandigheden veroorzaken. Het beeld is dus niet simpelweg positief of negatief.” Landen rond de evenaar kampen nu al met voedseltekorten en economische uitdagingen.
Toch ziet Kummu manieren om de schade te beperken. “Op veel plekken in Afrika zijn de opbrengsten per hectare laag vergeleken met soortgelijke gebieden elders. Betere toegang tot kunstmest en irrigatie kan de productie verhogen. Ook is er nog een grote efficiëntieslag te maken door voedselverliezen in de productieketen te verminderen. Maar met de doorzettende opwarming blijft er veel onzekerheid. Extra maatregelen, zoals andere gewaskeuzes en nieuwe kweektechnieken, daar kunnen we waarschijnlijk niet omheen”, zegt hij. “Onderzoek en modellen maken is het makkelijke deel – de echte uitdaging is om veranderingen ook daadwerkelijk uit te voeren.”
Aanpassingsvermogen
Boeren en beleidsmakers in gematigde en noordelijke gebieden moeten flexibel zijn, aldus Kummu. Het palet aan gewassen dat daar nu groeit, zal veranderen door de klimaatopwarming en andere ontwikkelingen in het wereldwijde voedselsysteem. Dit vergt aanpassingsvermogen van de gehele keten. “Als we in de toekomst voldoende voedsel willen, moeten we de klimaatverandering afremmen tot een aanvaardbaar niveau. Maar dat is niet genoeg, we moeten ook inspelen op de nieuwe situatie en ons aanpassen aan de gevolgen”, weet Heikonen. “De grootste veranderingen zien we rond de evenaar, maar via het wereldwijde voedselsysteem merken we het allemaal. Alleen samen kunnen we deze problemen aanpakken.”