Hun uitlaatgassen veranderen de manier waarop stormen boven de oceaan ontstaan.
Onderzoekers trekken die conclusie nadat ze zich over onweersbuien op volle zee bogen. Ze analyseerden gegevens afkomstig van het World Wide Lightning Location Network, dat bestaat uit sensoren die bliksemschichten wereldwijd detecteren. En al snel ontdekten ze iets bijzonders in de data: boven belangrijke en drukbevaren vaarroutes was bijna twee keer vaker bliksem te zien dan in omringende wateren met hetzelfde klimaat.
Schepen
Hoe kon dat? “Het was vrij duidelijk (…) dat schepen er op de één of andere manier bij betrokken waren,” stelt onderzoeker Joel Thornton. Maar hoe dan precies? Het lijkt alles te maken te hebben met de gassen die schepen uitstoten.
Aerosolen
Boten verbranden brandstoffen. En bij die verbranding ontstaan aerosolen: microscopisch kleine deeltjes roet bijvoorbeeld. Waterdamp kan rond die aerosolen in de atmosfeer condenseren, waardoor druppels ontstaan die wolken vormen. Wanneer de atmosfeer weinig aerosolen bevat – wat vaak het geval is boven de oceaan – hebben watermoleculen dus minder deeltjes om rond te condenseren en zijn de druppels waaruit de wolk is opgebouwd, groot. Voegen we meer aerosolen toe aan de lucht – bijvoorbeeld middels de uitstoot van boten – hebben watermoleculen meer aerosolen tot hun beschikking en ontstaan meer, maar veel kleinere waterdruppeltjes. Doordat ze kleiner zijn, zijn ze ook lichter en kunnen ze hoger in de atmosfeer doordringen en zullen meer van deze waterdruppeltjes bevriezen. En dat leidt tot meer bliksem. Want wolken raken elektrisch geladen wanneer ijsdeeltjes met elkaar en niet-bevroren druppels in de wolk botsen.
“Het is één van de duidelijkste voorbeelden van hoe mensen de intensiteit van stormen op aarde daadwerkelijk veranderen door de emissie van kleine deeltjes,” aldus Thornton. Het volledige onderzoek is terug te lezen in het blad Geophysical Research Letters.